Het Burgerziekenhuis te Amsterdam was op slag het beroemdste hospitaal van Nederland. Maar veel details over de gezondheidsstoestand van de prins kwamen er niet naar buiten, behalve in diverse communiques met vooral woorden als 'hoopgevend' en 'vooruitgang'.
Summary
In the weeks following his road accident Prince Bernhard Lippe-Bisterfeld was kept at the Burgerziekenhuis in Amsterdam. This local hospital temporarily also became the home of his wife and mother-in-law, and therefore the unofficial residence of the royal family. Particular care was taken with the princess who was seven months pregnant at the time. The condition of the prince gradually improved until he was discharged from hospital early in January 1938. Several weeks later their first-born child arrived, a couple of weeks overdue.
Hoewel de aandacht natuurlijk in de eerste plaats naar Bernhard uitging, gingen de grootste zorgen toch waarschijnlijk uit naar prinses Juliana. Die was tenslotte hoogzwanger (zeven maanden) van haar eerste kind en toekomstig troonopvolger. Men vreesde met name voor de eventuele gevolgen van de schok van het nieuws oftewel een mogelijke miskraam.
Wilhelmina belde haar daarom vanuit het ziekenhuis om haar persoonlijk op de hoogte te brengen; zij deed dat ‘in zeer voorzichtige termen’ volgens haar memoires. Toen haar moeder iets na twaalf uur terugkeerde op Soestdijk, werd zij door Juliana in de vestibule opgewacht. Inmiddels had het nieuws haar tevens op andere wijze bereikt. De arts uit Diemen die als eerste ter plaatse was (dr. Balfoort) was bevriend met dr. J.S. Klein, arts te Baarn. Na deze te hebben gebeld, gaf Klein het nieuws door aan de burgemeester van Baarn: jhr. mr. G.C.J. van Reenen. Deze lichtte op zijn beurt de hofdame van Juliana in (waarschijnlijk jonkvrouw A.M. de Brauw). Via haar kwam Juliana het slechte nieuws uiteindelijk te weten. Daarna waren zij samen een stuk in de paleistuin wezen lopen om o.a. met de chauffeurs en rechercheurs van dienst te praten.
De Vlissingse Courant kwam alvast met een voorzichtige reprimande aan het adres van de 'ietwat roekeloos gereden' prins gemaal in het veronachtzamen van de meest elementaire eisen van het verkeer en zijn plichten als vader en echtgenoot wegens het in gevaar brengen van de gezondheidstoestand 'van de a.s. hooggeplaatste moeder'.
Later die dag zou Juliana, na overleg tussen de artsen (waaronder ook haar eigen lijfarts dr. De Jongh), alsnog zelf mogen langskomen. Haar komst rond zes uur die avond, samen met Wilhelmina, wekte volgens de koningin op omstanders de indruk ‘dat Bernhards einde verwacht moest worden.’
De koninklijke familie arriveerde vervolgens met koffers en al (tien stuks in totaal) en nam feitelijk haar intrek in het ziekenhuis. Eerst leek het nog om alleen één overnachting te gaan. Het hof had voorgewend dat men de prinses in eerste instantie niet in het donker wilde laten terugrijden. Maar dit veranderde al gauw in een semi-permanent verblijf van vijf weken tot in het nieuwe jaar aan toe: het Burgerziekenhuis werd zodoende de tijdelijke regeringszetel namens het koningshuis.
Uit een en ander mag nogmaals de ernst van het ongeluk blijken. Ook het voorlopig wegblijven van zijn broer Aschwin en hun moeder Armgard, totdat de situatie veilig werd geacht, kan als een verder teken in die richting worden beschouwd. Anderzijds: als de situatie echt levensbedreigend was geweest, dan zouden zij vermoedelijk toch wel eerder hun weg naar Amsterdam hebben gevonden.
Die avond van 29 november bezocht Juliana haar man en leek er sprake van lichte vooruitgang (‘zelfs de pessimistisch gestemde doktoren hem een kans gaven in leven te blijven.’). De krant The Daily Express bood zelfs een weergave van dat gesprek! Juliana zou de komende dagen elk uur gedurende tien minuten bij de prins aan bed aanzitten. Hun beider aanwezigheid zou de prins geruststellen.
Beide vrouwen kregen gezamenlijk een slaapkamer met een zitkamertje, dat weldra volstroomde met blijken van medeleven, volgens Wilhelmina ‘waarlijk een humoristische noot’ temidden van alle zorgen aangezien er voor henzelf nauwelijks plaats meer was. Rondom en in het ziekenhuis werd ondertussen zo veel mogelijk de stilte betracht (niet claxonneren e.d.) ten behoeve van de patiënt.
Wie zich wel onverwachts meldde bij het ziekenhuis op woensdagavond 1 december, was Dirk Sweerus. Deze 'eenvoudige man' had de stoute schoenen aangetrokken: bij ieder ander had hij dit blijk van medeleven ook gedaan, zo verklaarde hij later. Hij had zijn beste pak aangetrokken en zich bij de portier van het ziekenhuis gemeld; die had hem gezegd een uur later terug te komen. Hij werd vervolgens ontvangen door de particulier secretaris van de prins. Volgens hem was diens toestand bevredigend en was er alle hoop op herstel; geruchten over een gebroken been ontzenuwde hij. Dedel bedankte hem tot slot voor zijn komst.
Aanvankelijk werd verwacht dat de verpleging enkele weken zou gaan duren. Hoewel het koud was gezien het jaargetijde, liepen moeder en dochter gedurende die weken ’s middags meestal naar Artis voor een ommetje. Kerstmis werd dat jaar in het Burgerziekenhuis te Amsterdam gevierd met de zusters in plaats van op Soestdijk in aanwezigheid van personeel.
De prins, niet wars van een grapje, had nog iets bijzonders in petto. Aan het einde van het jaar verstuurde hij - 'Bernilo and wife' - een kerstkaart met een afbeelding van het autowrak, met daarbij de volgende begeleidende tekst:
Bernhard alludeerde daarmee, op zijn geheel eigen wijze, aan het feit van op een voorrangsweg te hebben gereden en geen schuld aan het ongeluk te hebben gehad. Op dit exemplaar voegde hij opmerkelijk genoeg tevens nog een handgeschreven tekst toe: 'still pretty shaken'.
Ook zijn goede vriend Sefton Delmer kreeg de kerstkaart met 'kreupelrijm'. Aan hem bekende hij eveneens 'nog lang niet de oude' te zijn. Dit bleek volgens deze beroepsjournalist 'maar al te duidelijk uit zijn beverige, zweverige handschrift, dat anders zo stevig en duidelijk was.'
Vanuit het ziekenhuis had hij tevens een tekening van het ongeluk opgestuurd aan grootmeester Majoor-vlieger Gaston Lambert met het kenteken van Kardinaal Paf erop. Die leidde de naar hem vernoemde Kardinaal-Paf club, een internationaal gezelschap (of 'geheim genootschap') van burgerlijke en militaire vliegeniers uit diverse landen. 'Het kenteeken bestaat uit een flesch met twee vleugeltjes.'
Tijdens het Kerstfeest was het hem reeds toegestaan korte tijd in een rolstoel te gaan zitten bij de Kerstboom die op zijn kamer stond (de boom was versierd door de prinses). Dit was zo goed bevallen dat dit werd herhaald. Tevens mocht hij nu op zijn kamer wat heen en weer te lopen, waarna hij enkele dagen later ook een kleine wandeling in de gang mocht maken. Bij dit laatste werd hij ondersteund door twee zusters. De Telegraaf werd bijkans lyrisch over de vooruitgang:
In de pers werd inmiddels gespeculeerd over een op handen zijnde vertrek op 5 of 6 januari.
Op maandag 3 januari kreeg de prins voor het eerst bezoek van zijn moeder en broer die eerder op nieuwjaarsdag te Soestdijk waren gearriveerd. Notabene gingen er over hen geruchten, die compleet uit de lucht gegrepen bleken te zijn, dat zij recent eveneens een auto-ongeluk hadden gehad! Die maandag bezochten zij, gescheiden van elkaar, de prins ieder een uur: de een 's ochtends, de ander 's middags. De volgende dag keerde zijn broer terug voor een langduriger bezoek, waarbij hij onder meer de 'loopoefeningen' van de prins meemaakte.
Een van de eerste dingen die de prins zelfstandig deed, behalve met hen telefoneren, was filmen. Zo filmde hij hoe Aschwin toen deze zijn moeder bij het ziekenhuis had afgezet naar het gebouw van de Amsterdamsche bank ging achtervolgd door een menigte alsof er sprake was van een heuse 'bank-run'. De volgende dag filmde Aschwin hem in de tuin en omgekeerd.
Vriend Sefton Delmer ontving, behalve de kerstkaart, twee foto's van Bernhard uit het ziekenhuis waaronder ook een van de filmsessie met Aschwin:
Het is mede gelet op deze beschrijving daarom waarschijnlijk dat de foto bovenaan dit stuk de eerst bedoelde foto is. Hoewel deze foto volgens de metadata van het Nationaal Archief "Bernhard herstellend op Soestdijk" moet voorstellen, heeft het (donkere) interieur met wasbassin en bed aanzienlijk meer weg van een ziekenhuiskamer.
Bovendien droeg Bernhard - en dat was nieuw - in het ziekenhuis voor het eerst een baard. Delmer meende overigens dat 'zijn baard veroverde op slag de harten van het vrouwelijke deel van ons volk.' Vanaf zijn terugkeer op Soestdijk was Bernhard weer de 'oude', d.w.z. zonder baard - tot pas veel later in zijn leven. Het is dan ook mijn mening dat deze foto opnieuw moet worden beschreven, want een unieke foto is van Bernhard revaliderend in het Burgerziekenhuis.
Sinds 1 januari werd de oranje standaard van de prinses weer boven paleis Soestdijk gevoerd, waar zij die middag om drie uur arriveerde. Daarmee kwam haar grote wens van een bevalling op Soestdijk, waar de werklui nog bezig waren, stukken nader.
Die voormiddag werd uitgebreid afscheid genomen van het personeel. Voor de terugroute koos men in Amsterdam een 'gladder wegdek' (via de 3e Oosterparkstraat) dan de ruw bestrate Watergraafsmeer. Het tempo lag de gehele reis niet hoger dan circa 20 km/u. Te Diemen werd even halt gehouden op de Muiderstraatweg, omdat Juliana de kap van de auto omlaag wilde hebben ondanks de venijnige koude. Enkele honderden omstanders hadden zich bij de hoofdingang van het paleis verzameld, maar men koos voor een entree via de achter-ingang.
In het begin van het nieuwe jaar verliet de prins toch nog vrij onverwacht het ziekenhuis. Hij deed dat vrijwel onopgemerkt op woensdag 5 januari 1938 om negen uur in de morgen. Samen met dr. C.T. van Valkenburg vertrok hij in de gereedstaande auto terug naar Soestdijk. Die verklaarde:
Het geheel was als een militaire operatie gepland om de wachtende pers te slim af te zijn volgens de adjudant van de prins luitenant C.L. de Roo van Alderwerelt. De prins stond in de gang gereed: de afspraak was dat de hofauto om vijf minuten voor negen zou voorrijden. Samen met de directrice, Zr. A.A. Wijtlandt, liep hij naar de vestibule waar de zusters stonden opgesteld. De prins hield een kort dankwoord wegens de goede verzorging. Van vrijwel niemand in het ziekenhuis werd afscheid genomen; de prins zegde toe later nog eens terug te komen.
Zelfs de politie wist van niets waardoor de auto ook niet werd begeleid door motorpolitie: pas in Diemen wachtte een wagen van de rijkspolitie. Wel zette de pers een achtervolging in. Een van de auto's met persfotografen haalde hen in en wachtte de prins alsnog te Soestdijk op. 'Frisch en vlug stapte hij uit de wagen en beklom de stoep.' Hij droeg die dag een grijs kostuum met donkerblauwe jas en was blootshoofds. Om tien minuten voor tien was hij weer thuis. De volgende dag reeds maakte hij een ommetje met Aschwin naar de stallen waar verbouwingen bezig waren.
In de dagen en weken erna maakte hij zijn dagelijkse autorit, zij het nog niet zelf achter het stuur gezeten. In onderstaand filmpje van 12 januari 1938 valt goed te zien hoe er te Soestdijk wacht wordt gehouden, terwijl Bernhard passeert in de passagierszit van zijn Cord cabriolet.
Bij een van die gelegenheden bezocht hij op 20 januari de militaire rijschool in Amersfoort, waar hij op de zandige grond een situatieschets van het auto-ongeluk maakte ter verduidelijking van de omstandigheden. Op 31 januari 1938 kon dan eindelijk het andere, blijde nieuws worden bericht: de geboorte van prinses Beatrix.
Binnenkort: de rol van de autoriteiten (deel 6) en de mythologie rond het ongeluk (7).
Lees ook de voorafgaande delen:
De crash van prins Bernhard bij Diemen (1): het auto-ongeluk van 1937
De crash van prins Bernhard bij Diemen (2): de toedracht
De crash van prins Bernhard bij Diemen (3): diens gezondheidstoestand
De crash van prins Bernhard bij Diemen (4): de schuldvraag
Summary
In the weeks following his road accident Prince Bernhard Lippe-Bisterfeld was kept at the Burgerziekenhuis in Amsterdam. This local hospital temporarily also became the home of his wife and mother-in-law, and therefore the unofficial residence of the royal family. Particular care was taken with the princess who was seven months pregnant at the time. The condition of the prince gradually improved until he was discharged from hospital early in January 1938. Several weeks later their first-born child arrived, a couple of weeks overdue.
Toestand Juliana
Hoewel de aandacht natuurlijk in de eerste plaats naar Bernhard uitging, gingen de grootste zorgen toch waarschijnlijk uit naar prinses Juliana. Die was tenslotte hoogzwanger (zeven maanden) van haar eerste kind en toekomstig troonopvolger. Men vreesde met name voor de eventuele gevolgen van de schok van het nieuws oftewel een mogelijke miskraam.
Wilhelmina belde haar daarom vanuit het ziekenhuis om haar persoonlijk op de hoogte te brengen; zij deed dat ‘in zeer voorzichtige termen’ volgens haar memoires. Toen haar moeder iets na twaalf uur terugkeerde op Soestdijk, werd zij door Juliana in de vestibule opgewacht. Inmiddels had het nieuws haar tevens op andere wijze bereikt. De arts uit Diemen die als eerste ter plaatse was (dr. Balfoort) was bevriend met dr. J.S. Klein, arts te Baarn. Na deze te hebben gebeld, gaf Klein het nieuws door aan de burgemeester van Baarn: jhr. mr. G.C.J. van Reenen. Deze lichtte op zijn beurt de hofdame van Juliana in (waarschijnlijk jonkvrouw A.M. de Brauw). Via haar kwam Juliana het slechte nieuws uiteindelijk te weten. Daarna waren zij samen een stuk in de paleistuin wezen lopen om o.a. met de chauffeurs en rechercheurs van dienst te praten.
De Vlissingse Courant kwam alvast met een voorzichtige reprimande aan het adres van de 'ietwat roekeloos gereden' prins gemaal in het veronachtzamen van de meest elementaire eisen van het verkeer en zijn plichten als vader en echtgenoot wegens het in gevaar brengen van de gezondheidstoestand 'van de a.s. hooggeplaatste moeder'.
Burgerziekenhuis
Later die dag zou Juliana, na overleg tussen de artsen (waaronder ook haar eigen lijfarts dr. De Jongh), alsnog zelf mogen langskomen. Haar komst rond zes uur die avond, samen met Wilhelmina, wekte volgens de koningin op omstanders de indruk ‘dat Bernhards einde verwacht moest worden.’
De koninklijke familie arriveerde vervolgens met koffers en al (tien stuks in totaal) en nam feitelijk haar intrek in het ziekenhuis. Eerst leek het nog om alleen één overnachting te gaan. Het hof had voorgewend dat men de prinses in eerste instantie niet in het donker wilde laten terugrijden. Maar dit veranderde al gauw in een semi-permanent verblijf van vijf weken tot in het nieuwe jaar aan toe: het Burgerziekenhuis werd zodoende de tijdelijke regeringszetel namens het koningshuis.
Dr. S.C.M. Spoor, directeur-geneesheer van het Burgerziekenhuis. Bron: Nationaal Archief, Collectie Het Leven |
Verpleging
Die avond van 29 november bezocht Juliana haar man en leek er sprake van lichte vooruitgang (‘zelfs de pessimistisch gestemde doktoren hem een kans gaven in leven te blijven.’). De krant The Daily Express bood zelfs een weergave van dat gesprek! Juliana zou de komende dagen elk uur gedurende tien minuten bij de prins aan bed aanzitten. Hun beider aanwezigheid zou de prins geruststellen.
Beide vrouwen kregen gezamenlijk een slaapkamer met een zitkamertje, dat weldra volstroomde met blijken van medeleven, volgens Wilhelmina ‘waarlijk een humoristische noot’ temidden van alle zorgen aangezien er voor henzelf nauwelijks plaats meer was. Rondom en in het ziekenhuis werd ondertussen zo veel mogelijk de stilte betracht (niet claxonneren e.d.) ten behoeve van de patiënt.
Bezoek Sweerus
Wie zich wel onverwachts meldde bij het ziekenhuis op woensdagavond 1 december, was Dirk Sweerus. Deze 'eenvoudige man' had de stoute schoenen aangetrokken: bij ieder ander had hij dit blijk van medeleven ook gedaan, zo verklaarde hij later. Hij had zijn beste pak aangetrokken en zich bij de portier van het ziekenhuis gemeld; die had hem gezegd een uur later terug te komen. Hij werd vervolgens ontvangen door de particulier secretaris van de prins. Volgens hem was diens toestand bevredigend en was er alle hoop op herstel; geruchten over een gebroken been ontzenuwde hij. Dedel bedankte hem tot slot voor zijn komst.
Kerstkaart
Aanvankelijk werd verwacht dat de verpleging enkele weken zou gaan duren. Hoewel het koud was gezien het jaargetijde, liepen moeder en dochter gedurende die weken ’s middags meestal naar Artis voor een ommetje. Kerstmis werd dat jaar in het Burgerziekenhuis te Amsterdam gevierd met de zusters in plaats van op Soestdijk in aanwezigheid van personeel.
De prins, niet wars van een grapje, had nog iets bijzonders in petto. Aan het einde van het jaar verstuurde hij - 'Bernilo and wife' - een kerstkaart met een afbeelding van het autowrak, met daarbij de volgende begeleidende tekst:
You see here the wreck of a car, which one day
Was smashed for maintaining the right of way -
This right did not help the driver long -
He's in hospital now, just as if he'd been wrong.
Let this be a lesson to all of us here -
Bron: Nationaal Archief, Collectie Spaarnestad. |
Bernhard alludeerde daarmee, op zijn geheel eigen wijze, aan het feit van op een voorrangsweg te hebben gereden en geen schuld aan het ongeluk te hebben gehad. Op dit exemplaar voegde hij opmerkelijk genoeg tevens nog een handgeschreven tekst toe: 'still pretty shaken'.
Ook zijn goede vriend Sefton Delmer kreeg de kerstkaart met 'kreupelrijm'. Aan hem bekende hij eveneens 'nog lang niet de oude' te zijn. Dit bleek volgens deze beroepsjournalist 'maar al te duidelijk uit zijn beverige, zweverige handschrift, dat anders zo stevig en duidelijk was.'
Vanuit het ziekenhuis had hij tevens een tekening van het ongeluk opgestuurd aan grootmeester Majoor-vlieger Gaston Lambert met het kenteken van Kardinaal Paf erop. Die leidde de naar hem vernoemde Kardinaal-Paf club, een internationaal gezelschap (of 'geheim genootschap') van burgerlijke en militaire vliegeniers uit diverse landen. 'Het kenteeken bestaat uit een flesch met twee vleugeltjes.'
Laatste dagen
Tijdens het Kerstfeest was het hem reeds toegestaan korte tijd in een rolstoel te gaan zitten bij de Kerstboom die op zijn kamer stond (de boom was versierd door de prinses). Dit was zo goed bevallen dat dit werd herhaald. Tevens mocht hij nu op zijn kamer wat heen en weer te lopen, waarna hij enkele dagen later ook een kleine wandeling in de gang mocht maken. Bij dit laatste werd hij ondersteund door twee zusters. De Telegraaf werd bijkans lyrisch over de vooruitgang:
Toen kwam het groote oogenblik in de herstelperiode van iederen zieke: Naar buiten, de vrije lucht in, en het moet den Prins gegaan zijn alsof een zware last van hem afviel, toen hij Zondag, vergezeld door dr. Van Valkenburgh, de eerste schreden in den tuin van het ziekenhuis zette, het grind onder zijn voeten hoorde knersen, een frisschen wind langs zijn hoofd voelde waaien en den hemel, een strak-blauw vrieslucht, boven zich zag.
In de pers werd inmiddels gespeculeerd over een op handen zijnde vertrek op 5 of 6 januari.
Filmen
Op maandag 3 januari kreeg de prins voor het eerst bezoek van zijn moeder en broer die eerder op nieuwjaarsdag te Soestdijk waren gearriveerd. Notabene gingen er over hen geruchten, die compleet uit de lucht gegrepen bleken te zijn, dat zij recent eveneens een auto-ongeluk hadden gehad! Die maandag bezochten zij, gescheiden van elkaar, de prins ieder een uur: de een 's ochtends, de ander 's middags. De volgende dag keerde zijn broer terug voor een langduriger bezoek, waarbij hij onder meer de 'loopoefeningen' van de prins meemaakte.
Een van de eerste dingen die de prins zelfstandig deed, behalve met hen telefoneren, was filmen. Zo filmde hij hoe Aschwin toen deze zijn moeder bij het ziekenhuis had afgezet naar het gebouw van de Amsterdamsche bank ging achtervolgd door een menigte alsof er sprake was van een heuse 'bank-run'. De volgende dag filmde Aschwin hem in de tuin en omgekeerd.
Prins Bernhard, met filmcamera in de aanslag, gefotografeerd door zijn broer Aschwin in de tuin van het Burgerziekenhuis. Illustratie uit: Sefton Delmer, Mijn vriend de prins (Amsterdam 1965). |
Foto's
Vriend Sefton Delmer ontving, behalve de kerstkaart, twee foto's van Bernhard uit het ziekenhuis waaronder ook een van de filmsessie met Aschwin:
Op de eerste foto zag hij er, hoewel op de been en in de kleren, ziek en neerslachtig uit. Op de tweede foto droeg hij nog steeds een baard, maar toen leek hij weer op bijna helemaal de kwieke Bernhard van altijd. Zijn hoed helde zwierig op zijn hoofd en hij had een filmcamera in de hand, duidelijk bewijs dat hij weer bijna in vorm is
Het is mede gelet op deze beschrijving daarom waarschijnlijk dat de foto bovenaan dit stuk de eerst bedoelde foto is. Hoewel deze foto volgens de metadata van het Nationaal Archief "Bernhard herstellend op Soestdijk" moet voorstellen, heeft het (donkere) interieur met wasbassin en bed aanzienlijk meer weg van een ziekenhuiskamer.
Bovendien droeg Bernhard - en dat was nieuw - in het ziekenhuis voor het eerst een baard. Delmer meende overigens dat 'zijn baard veroverde op slag de harten van het vrouwelijke deel van ons volk.' Vanaf zijn terugkeer op Soestdijk was Bernhard weer de 'oude', d.w.z. zonder baard - tot pas veel later in zijn leven. Het is dan ook mijn mening dat deze foto opnieuw moet worden beschreven, want een unieke foto is van Bernhard revaliderend in het Burgerziekenhuis.
Soestdijk
Sinds 1 januari werd de oranje standaard van de prinses weer boven paleis Soestdijk gevoerd, waar zij die middag om drie uur arriveerde. Daarmee kwam haar grote wens van een bevalling op Soestdijk, waar de werklui nog bezig waren, stukken nader.
Die voormiddag werd uitgebreid afscheid genomen van het personeel. Voor de terugroute koos men in Amsterdam een 'gladder wegdek' (via de 3e Oosterparkstraat) dan de ruw bestrate Watergraafsmeer. Het tempo lag de gehele reis niet hoger dan circa 20 km/u. Te Diemen werd even halt gehouden op de Muiderstraatweg, omdat Juliana de kap van de auto omlaag wilde hebben ondanks de venijnige koude. Enkele honderden omstanders hadden zich bij de hoofdingang van het paleis verzameld, maar men koos voor een entree via de achter-ingang.
Krijgslist
In het begin van het nieuwe jaar verliet de prins toch nog vrij onverwacht het ziekenhuis. Hij deed dat vrijwel onopgemerkt op woensdag 5 januari 1938 om negen uur in de morgen. Samen met dr. C.T. van Valkenburg vertrok hij in de gereedstaande auto terug naar Soestdijk. Die verklaarde:
De toestand van Z.K.H. geeft in elk opzicht reden tot groote tevredenheid. Lichamelijk zijn de gevolgen van het ongeval bijna geheel geweken. Psychisch is er van den beginne af aan geen spoor van eenige afwijking geweest. Niettemin brengt de aard van het ongeval, dat Z.K.H. getroffen heeft, mede, dat vooralsnog zekere beperkingen moeten gelden, die in het bijzonder inspanning van allerlei aard betreffen.
Het geheel was als een militaire operatie gepland om de wachtende pers te slim af te zijn volgens de adjudant van de prins luitenant C.L. de Roo van Alderwerelt. De prins stond in de gang gereed: de afspraak was dat de hofauto om vijf minuten voor negen zou voorrijden. Samen met de directrice, Zr. A.A. Wijtlandt, liep hij naar de vestibule waar de zusters stonden opgesteld. De prins hield een kort dankwoord wegens de goede verzorging. Van vrijwel niemand in het ziekenhuis werd afscheid genomen; de prins zegde toe later nog eens terug te komen.
Bernhard verlaat het ziekenhuis 's morgens 5 januari 1938 met stille trom; de zusters verdringen zich bij de ramen voor een laatste glimp van de prins. Bron: Nationaal Archief, Collectie Het Leven |
Zelfs de politie wist van niets waardoor de auto ook niet werd begeleid door motorpolitie: pas in Diemen wachtte een wagen van de rijkspolitie. Wel zette de pers een achtervolging in. Een van de auto's met persfotografen haalde hen in en wachtte de prins alsnog te Soestdijk op. 'Frisch en vlug stapte hij uit de wagen en beklom de stoep.' Hij droeg die dag een grijs kostuum met donkerblauwe jas en was blootshoofds. Om tien minuten voor tien was hij weer thuis. De volgende dag reeds maakte hij een ommetje met Aschwin naar de stallen waar verbouwingen bezig waren.
Prins Bernhard (zonder baard) en zijn broer Aschwin (r) tijdens een ommetje op 6 januari 1938. Bron: Nationaal Archief, Fotocollectie Elsevier |
In de dagen en weken erna maakte hij zijn dagelijkse autorit, zij het nog niet zelf achter het stuur gezeten. In onderstaand filmpje van 12 januari 1938 valt goed te zien hoe er te Soestdijk wacht wordt gehouden, terwijl Bernhard passeert in de passagierszit van zijn Cord cabriolet.
Bij een van die gelegenheden bezocht hij op 20 januari de militaire rijschool in Amersfoort, waar hij op de zandige grond een situatieschets van het auto-ongeluk maakte ter verduidelijking van de omstandigheden. Op 31 januari 1938 kon dan eindelijk het andere, blijde nieuws worden bericht: de geboorte van prinses Beatrix.
Binnenkort: de rol van de autoriteiten (deel 6) en de mythologie rond het ongeluk (7).
Lees ook de voorafgaande delen:
De crash van prins Bernhard bij Diemen (1): het auto-ongeluk van 1937
De crash van prins Bernhard bij Diemen (2): de toedracht
De crash van prins Bernhard bij Diemen (3): diens gezondheidstoestand
De crash van prins Bernhard bij Diemen (4): de schuldvraag
1 opmerking:
Mooi verhaal; zie ER Classics: Ford V8 Cabriolet | 60 Years 1 Owner | Very original | 1938
Een reactie posten