Zoeken in deze blog

Translate

donderdag 24 februari 2011

Persoonsregistratie: de voorgeschiedenis van de peespas

Persoonsregistratie behoort tot de 'core business' van het bestaan of, beter nog, ontstaan van archieven. Het is tevens de belangrijkste reden waarom archieven überhaupt worden geraadpleegd. Over het ontstaan van de behoefte aan persoonsregistratie, de historische context (met name in de 19e eeuw), zijn we vaak veel minder goed ingelicht. Dit is in de meeste gevallen nog niet in detail uitgezocht.

Machtsrelatie

Binnen de archiefwetenschap wordt deze toenemende behoefte aan registratie op hoofdlijnen vooral in termen van machtsrelaties gezien: het vastliggen van iemands gegevens is de weergave van een machtsverhouding tussen mensen en in zekere zin daarmee een discriminerende daad. De reden voor registratie van een bepaalde groep mensen zegt namelijk tevens iets over uit-of afzondering van die groep: waarom zij wel en bijvoorbeeld andere niet?
Die groepen worden daarmee op papier tot 'anders-zijn' bestempeld, een oordeel dat de maatschappij al gauw geneigd is over te nemen met allerlei vervolg-of dwangmaatregelen. Dit proces van uitsluiting kan tot extremen leiden, zoals bijvoorbeeld opsluiting (gedetineerden) of zelfs verwijdering (vreemdelingen).

Peespas

Ik moest hier recent weer sterk aan denken in het geval van de peespas, een term die ik ook niet heb bedacht en die we gelukkig nu ook weer kunnen vergeten. Het idee was dat prostituees zich met behulp van een werkpas tegenover klanten kunnen legitimeren alsof officieel geregistreerd sekswerker. Om de drie jaar zouden zij zich hiervoor bij de gemeente dienen te melden.
De belangrijkste reden voor registratie is de al jarenlange strijd tegen illegale vrouwenhandel en de uitbuiting van buitenlandse vrouwen. Het parlement was niet erg enthousiast over de invoering, evenmin als belangengroepen der prostituees. Nog afgezien van de dubbelzinnigheid van de maatregel; in menig buitenland zijn het tenslotte de hoerenlopers die in overtreding zijn.



Bekijk meer nuttige links:
http://nieuwsuur.nl/onderwerp/209041-is-de-peespas-een-goed-idee.html

Lees een betoog van Mieke van der Burg tegen invoer wegens onder meer overtreding van de Wet Bescherming Persoonsgegevens:
http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1839401/2011/02/01/Peespas-prostitutie-lost-niets-op.dhtml

Op 10 februari besloot minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) af te zien van deze maatregel. Overigens komt er wel een verplichte registratie.
Deze ontwerpwet is daarmee voor de tweede keer gestrand, nadat minister Hirsch Ballin er eerder van afzag wegens de val van het kabinet-Balkenende IV. Lees over de kritiek vanuit Amsterdam toen in het Parool:
http://www.parool.nl/parool/nl/224/Binnenland/article/detail/72544/2008/12/10/Groot-verzet-tegen-verplichte-peespas.dhtml

Prostitutie 19e eeuw

Nu is registratie van prostituees helemaal niets nieuws: in de 19e eeuw dachten ze er precies hetzelfde over, alleen was de reden toen anders namelijk vanwege de hygiëne. In de loop van de 19e eeuw was men in toenemende mate bang geworden voor aantasting van de gezonde elementen in de samenleving. Het militaire (lees ook koloniale) potentieel van de mannen moest beschermd worden tegen promiscue vrouwen en dat betekende dat die 'het' bij voorbaat gedaan hadden.
De hele eeuw werd er strijd geleverd tussen 2 kampen; pro-reglementering versus anti-prostitutie. Geschat wordt dat er ruim 24.000 (!) publicaties aan dit onderwerp zijn gewijd. Steden in Nederland zaten hierdoor eveneens op twee sporen (pro of contra).

http://nl.wikipedia.org/wiki/Prostitutie_in_Nederland_19e_eeuw_(1806-1911)

Registers openbare vrouwen te Leiden

Een van de pro-reglementering steden was Leiden. Hiervan zijn, dankzij het archief van de politie, drie inschrijvingsregisters bewaard gebleven van prostituees en bordeelhouders voor de periode 1853-1904.


[Regionaal Archief Leiden, Gemeente politie Leiden, inv. nr. 2384]



[Regionaal Archief Leiden, Gemeente politie Leiden, inv. nr. 2386]


Behalve een uitvoerige persoonsregistratie (incl. signalement), moesten de vrouwen met grote regelmaat (tweemaal per week) bij artsen langs ter geneeskundige inspectie. Tevens kregen zij een soort identificatiepas of kaart (helaas niet in het archief bewaard gebleven).
Herhaaldelijk moest via de politie worden geprobeerd deze van de bordeelhouder terug te krijgen nadat de meisjes waren gestopt of verhuisd. Anders dreigde stigmatisering of wellicht zelfs chantage.

Aanbevolen literatuur
Martin Bossenbroek en Jan H. Kompagnie, Het mysterie van de verdwenen bordelen: prostitutie in Nederland in de negentiende eeuw (Amsterdam 1998).

Geen opmerkingen: