zaterdag 31 juli 2010
Vakantie
In een eerdere blog schreef ik al eens over de soms grote betekenis van het heengaan van de overlevenden als verlies voor onze kennis over de geschiedenis. Op mijn recente vakantie, na een uitdagende autorit over enkele passen in de Dolomieten, belandde ik bij de Passo del Pasubio. Dit is deels strijdterrein geweest in de Eerste Wereldoorlog: een van de drie andere fronten (samen met het Oostfront en het Balkanfront; Afrika laat ik hier even buiten beschouwing), na het bekende Westfront.
De stellingenoorlog hier in de bergen tegen het Oostenrijks-Hongaarse leger wordt soms ook wel de "Witte Oorlog" genoemd. De gespecialiseerde Italiaanse troepen hier heetten ook wel Alpini. Hun motto was: Di qui non si passa.
Ossuaria
Lang geleden had ik al eens het ossuarium van Douaumont bezocht waar de beenderen van 130.000 (!) onbekende Franse en Duitse soldaten liggen begraven: een luguber overblijfsel van de monsterlijke veldslag bij Verdun in 1916. Bekijk de website:
http://www.verdun-douaumont.com/en/intro.html
Nu was het onverwachts (in de zin van onvoorbereid) de beurt aan het Ossario del Pasubio met slechts 7300 doden, overigens lang niet allemaal ongeïdentificeerd (zie onderstaande foto met de rij naambordjes op de rechterwand).
Dit ossuarium is een van vier grote herdenkingsmonumenten ter herinnering aan WO I in de provincie Vicenza. Wederom indrukwekkend, ditmaal deels ook vanwege de bijzondere locatie. Van binnen was het ossuariumdeel enigszins zompig (mijn eerste gedachte was dat die beenderen toch al lang uitgedroogd moesten zijn?), dit uiteraard vanwege het vele vocht in de bergen. Let goed op de botten achter de open rondingen:
De kapel maar vooral ook de ruimten daarboven zijn opvallend rijk versierd met fresco's. Tevens maakte het een onmiskenbare Art Deco indruk. Mooi vind ik het beeld van de rustende soldaten in de hoek.
Naast het ossuarium ligt nog een herberg annex museum (Bar Colle Bellavista), waar nog ouderwets ter herinnering een suikerzakje kan worden meegenomen na een consumptie.
De regio Trento blijkt rijk aan allerlei WO I sporen; zo ontdek je nog eens wat op vakantie (maar ook een teken dat ik deze keer slecht was voorbereid .. ; de tocht in de bergen was bovendien een vlucht voor de hittegolf op de Povlakte). Italië wordt toch overwegend bezocht vanwege de kunst en cultuur (plus het eten natuurlijk) en minder vanwege de geschiedenis, hoe zeer kunst en cultuur daar ook weer een product van zijn.
De oude frontlinie over de bergtoppen en dalen is inmiddels omgebouwd tot een heus alpinetrekking en MTB-pad; dat wordt dus zeker nog eens terugkeren voor een bezoek aan andere relieken!
http://www.alpinia.net/sentiero_della_pace/index.php
Lees een aardig MTB-verslag:
http://www.lexasoft.com/reis/100kmdeiforti/index.htm
Net als bijvoorbeeld in Frankrijk (en Australië) staat het land overigens vol met monumenten op vrijwel elk dorpsplein voor "de gevallenen van het vaderland". In Italië heeft men tevens nog een interessante, eigen variant van herdenken (vermoedelijk alleen bedoeld voor militairen): kapelletjes of wandborden met portretfoto's. Zelfs in het gehucht waar ik zat, staat voor de kerk zo'n klein herdenkingsbord (helaas geen foto; die houden jullie tegoed).
Abonneren op:
Posts (Atom)