Zoeken in deze blog

Translate

Posts tonen met het label Eerste Wereldoorlog. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Eerste Wereldoorlog. Alle posts tonen

zaterdag 13 november 2010

Beeldtaal (4): de symboliek van oorlog (de onbekende soldaat)

In mijn vorige blog schreef ik over het einde van de Eerste Wereldoorlog en de gevechten op 11 november 1918. Zoals ik tevens concludeerde, zijn oorlogen in wezen nooit over.
Al kort daarna ontstaat daarom de behoefte tot herdenken.

Cenotaph

De herdenking in Groot-Brittannië op 'Remembrance Sunday' centreert zich altijd rond de regeringsgebouwen te Whitehall. Dit jaar is het negentig jaar geleden dat aldaar de Cenotaph of lege tombe werd onthuld. De gedenknaald is een ontwerp van Sir Edwin Lutyens. In 1919 stond er al een tijdelijk staketsel (op aangeven van premier Lloyd George) van hout en pleisterwerk ter gelegenheid van de viering van de vrede in juli.
Het publiek legde er vervolgens massaal bloemen neer. Daarnaast verschenen in de kranten foto's van de gebrachte eresaluten door de leiders. Hierdoor was al gauw de gedachte geboren er een meer permanent gedenkteken van te maken (dit was dus uitdrukkelijk niet de bedoeling geweest).
De definitieve versie van Portland Stone werd onthuld in 1920. Behalve met de woorden The Glorious Dead is zij verder niet versierd.



Graf onbekende soldaat

Datzelfde jaar zag tevens de overbrenging van de onbekende soldaat van Frankrijk naar Engeland, bij wijze van een staatsbegrafenis. Dit initiatief van Dean Ryle van Westminster Abbey werd aanvankelijk niet met open armen ontvangen door het kabinet of de koning, die ook tegen de Cenotaph was geweest.
Van de belangrijkste begraafplaatsen werden 4 à 6 onbekende soldaten opgegraven en vervolgens bij elkaar gelegd in een kapel te St. Pol. Daar maakte brigadier-generaal Wyatt de definitieve keuze; de overigen werden weer herbegraven.
In een uitgebreide ceremonie werd de kist van Frankrijk naar Engeland overgebracht. Bekijk het originele filmpje:

ARMISTICE DAY 1920 ( aka ARMISTICE DAY IN LONDON - UNKNOWN WARRIOR BROUGHT TO ENGLAND )



Na de onthulling van de Cenotaph werd de kist overgebracht naar Westminster Abbey. Binnen een week bezochten ruim 1.250.000 mensen het graf van de onbekende soldaat. Dit is niet zo verwonderlijk aangezien er alleen al aan Engelse zijde ruim 300.000 'unkown warriors' zijn.
Het eenvoudige karakter van beide ceremonies bij de Cenotaph en in Westminster Abbey komt van de hand van Lord Curzon. Curzon is een klein beetje een held van mij. Zijn uitmuntende biografie door David Gilmour heb ik al diverse malen verslonden. In 1921 vond de eerste reguliere Rembrance Day-ceremonie plaats; zij is sindsdien in essentie niet gewijzigd.

Frankrijk

Datzelfde jaar werd in Frankrijk eveneens het graf van de onbekende soldaat onthuld, gelegen onder de l'Arc de Triomphe. Deze triomfboog is overigens een constructie van begin 19e eeuw à la de triomfbogen uit de Klassieke Oudheid en daarmee misschien toch wat minder geschikt als locatie.
Het oorspronkelijke plan was dan ook begraving in het Panthéon maar een uitgebreide publiekscampagne deed de regering alsnog hiervan afzien. Bijzonder aan dit graf is vooral de eeuwig brandende vlam.

Verenigde Staten

In Amerika werd Armistice day in 1919 verklaard tot een vrije of nationale feestdag. Pas vanaf 1926 volgden er gedenkingen. Na de Tweede Wereldoorlog, werd de dag vanaf 1953 (einde Korea-oorlog) omgezet in Veterans Day ter herdenking van de doden uit alle oorlogen. Inmiddels ligt het aantal veteranen op 25 miljoen.
Een bijzondere traditie is nog het eten van ravioli op 11 november, een maaltijd die in 1919 door president Wilson aan 2.000 soldaten op het Witte Huis werd aangeboden.



Graven

Nog indrukwekkender dan de nationale herdenkingen zijn de vele witte grafstenen die de talloze begraafplaatsen op het Europese vasteland, speciaal in Frankrijk en België sieren. Behalve door hun vaak overweldigende aantallen, is het hier vooral de simpliciteit die telt.
Over het ontwerp ervan is toen veel maatschappelijk debat geweest: Engeland was ten slotte op en top een klassenmaatschappij. Maar men was gezamenlijk in de loopgraven omgekomen waar de lichamen op een hoop lagen in omgewoelde aarde, kortom in de dood was er geen onderscheid geweest.

Aanbevolen literatuur:

Angela Dekker, De onbekende soldaat (Breda 2003).
David Cannadine, Aspects of Aristocracy (New Haven en Londen 1994); 'Lord Curzon as Imperial Impressario', p. 77-108.

Nawoord [16 november 2010]
Recent is een boek verschenen over de architectuur van de 140 begraafplaatsen ontworpen door Lutyens van Jeroen Geurts; bekijk het boek hier.

zondag 7 november 2010

Beeldtaal (3): de symboliek van oorlog (11/11/11)


Later deze week is het de elfde van de elfde. Op die dag, om elf uur 's ochtends, kwam er op 11 november 1918 een einde aan de Eerste Wereldoorlog. De Engelsen herdenken 'the Great War' jaarlijks op Remembrance Sunday en d.m.v. het dragen van een rode papaver of poppy. Dit is tevens een manier om geld in te zamelen voor veteranen (de Royal British Legion).

Wapenstilstand

Sinds 7 september 1918 hadden er besprekingen plaatsgevonden over een wapenstilstand in de bossen van Compiegne. De Duitsers hadden voorgesteld tussentijds al tot een wapenstilstand over te gaan. De besprekingen waren overigens niet veel meer dan een opgelegd ultimatum van de kant van de geallieerden o.l.v. de Franse maarschalk Foch: de Duitsers kregen 72 uur de tijd om hierover na te denken.
Van de sluiting van het akkoord zijn opmerkelijk genoeg geen beelden bewaard: noch op foto noch op film. Gelet op de historische reikwijdte van het moment is het zonder meer verbijsterend te noemen dat er eigenlijk geen documentatie van is overgeleverd, behalve de documenten zelf. Er bestaat slechts een foto van de geallieerde delegatie buiten de treinwagon.



Wellicht dat het feit dat het hier slechts om een wapenstilstand ging (later te volgen door de vredesonderhandelingen te Versailles, die overigens maar liefst zes maanden zouden duren) daar toe heeft bijgedragen, maar dan nog.

De laatste doden

Misschien nog opmerkelijker dan dit gegeven zijn de verrichte krijgshandelingen van die dag. Het totale dodental van die dag wordt geschat op rond de 10.000, meer nog (!) dan op de openingsdag van D-Day - wat door velen toch gezien wordt als een brute slachtpartij. Wie zich afvraagt waarom WOI voor velen nog zo'n fascinatie inhoudt, vind hier wellicht een klein deelantwoord.
De wapenstilstand werd kort na vijf uur in de morgenstond gesloten en vond daarna zijn bredere weg naar het front en de betrokken naties via telegrammen, kranten etc. Volgens de archieven van de Commonwealth War Graves Commission overleden er op die dag desondanks nog 863 soldaten van het Britse rijk. Met name rond Mons, waar tevens enkele van de vroegste gevechten van de oorlog hadden plaatsgevonden, was er nog een actief front geleid door Canadezen. Tot een van de laatste doden die week behoorde de zogenaamde 'war poet' Wilfred Owen.

De Franse doden van die dag werden officieel allemaal geantedateerd naar 10 november 1918. Er is dus geen Frans graf te vinden met de datering 11-11-1918. Mogelijk heeft dit een financiële reden gehad i.v.m. pensioenuitkeringen aan de nabestaanden. Waarschijnlijker echter is de gedachte achter dit stukje fictie geweest om het publiek niet te confronteren met de in wezen zinloze doden van die dag, iets waar eigenlijk geen militaire rechtvaardiging voor bestond en dat zeker ook niet geaccepteerd zou zijn. Frankrijk is een van de zwaarst getroffen naties geweest van de Eerste Wereldoorlog als het om doden gaat.

Bij de Amerikanen waren er maar liefst 3.000 'casualties' (een iets ruimer begrip nl. doden en gewonden). Hoe dan ook zo'n hoog aantal, dat er destijds hoorzittingen over in het congres zijn geweest vanwege de vele bezorgde brieven van burgers. Aan de uitkomsten hiervan wilde men liever niet al te veel ruchtbaarheid geven om de reputatie van de generaals intact te houden. Lees een zeer gedegen artikel over de laatste (Amerikaanse) doden en het werk van de 3e Subcommissie:

http://www.historynet.com/world-war-i-wasted-lives-on-armistice-day.htm

De Amerikanen o.l.v. generaal Pershing gingen nogal strijdvaardig de oorlog in; hij was dan ook tegen de wapenstilstand. Het offensief van de Amerikanen in de Meuse-Argonne regio, met 26.000 doden een van de zwaarste gevechten uit de Amerikaanse geschiedenis, was min of meer de directe aanleiding voor de besprekingen. Een generatie van toekomstige ijzervreters (waaronder de generaals Patton en MacArthur) zou hier hun vuurdoop beleven.
Een van Pershings profetieën was dat als het werk nu niet goed gedaan zou worden door op te rukken naar Berlijn, men een keer terug zou moeten komen om het over te doen.
Ergens in de loopgraven zat ondertussen een kleine korporaal die de oorlog ook graag wilde overdoen, maar dan om zich te revancheren voor de schandelijke nederlaag. Zijn naam: Adolf Hitler.

Aanbevolen literatuur
Joseph E. Persico, Eleventh Month, Eleventh Day, Eleventh Hour. Armistice Day, 1918: World War I and its Violent Climax (New York 2004).
Edward G. Lengel, To Conquer Hell. The Meuse-Argonne, 1918 (New York 2008). Bekijk de lezing.



Nawoord [16 november 2010]
Recent is een boek verschenen over Hitlers verblijf in de loopgraven: Thomas Weber, Hitler's First War: Adolf Hitler, the Men of the List Regiment, and the First World War (Oxford 2010).
Tevens is een akkoord gesloten tussen de CWGC en de Belgische overheid vanwege voorbereidingen voor grootschalige herdenkingen in 2014-2018.

zaterdag 31 juli 2010

Vakantie


In een eerdere blog schreef ik al eens over de soms grote betekenis van het heengaan van de overlevenden als verlies voor onze kennis over de geschiedenis. Op mijn recente vakantie, na een uitdagende autorit over enkele passen in de Dolomieten, belandde ik bij de Passo del Pasubio. Dit is deels strijdterrein geweest in de Eerste Wereldoorlog: een van de drie andere fronten (samen met het Oostfront en het Balkanfront; Afrika laat ik hier even buiten beschouwing), na het bekende Westfront.
De stellingenoorlog hier in de bergen tegen het Oostenrijks-Hongaarse leger wordt soms ook wel de "Witte Oorlog" genoemd. De gespecialiseerde Italiaanse troepen hier heetten ook wel Alpini. Hun motto was: Di qui non si passa.


Ossuaria

Lang geleden had ik al eens het ossuarium van Douaumont bezocht waar de beenderen van 130.000 (!) onbekende Franse en Duitse soldaten liggen begraven: een luguber overblijfsel van de monsterlijke veldslag bij Verdun in 1916. Bekijk de website:
http://www.verdun-douaumont.com/en/intro.html

Nu was het onverwachts (in de zin van onvoorbereid) de beurt aan het Ossario del Pasubio met slechts 7300 doden, overigens lang niet allemaal ongeïdentificeerd (zie onderstaande foto met de rij naambordjes op de rechterwand).



Dit ossuarium is een van vier grote herdenkingsmonumenten ter herinnering aan WO I in de provincie Vicenza. Wederom indrukwekkend, ditmaal deels ook vanwege de bijzondere locatie. Van binnen was het ossuariumdeel enigszins zompig (mijn eerste gedachte was dat die beenderen toch al lang uitgedroogd moesten zijn?), dit uiteraard vanwege het vele vocht in de bergen. Let goed op de botten achter de open rondingen:



De kapel maar vooral ook de ruimten daarboven zijn opvallend rijk versierd met fresco's. Tevens maakte het een onmiskenbare Art Deco indruk. Mooi vind ik het beeld van de rustende soldaten in de hoek.





Naast het ossuarium ligt nog een herberg annex museum (Bar Colle Bellavista), waar nog ouderwets ter herinnering een suikerzakje kan worden meegenomen na een consumptie.

De regio Trento blijkt rijk aan allerlei WO I sporen; zo ontdek je nog eens wat op vakantie (maar ook een teken dat ik deze keer slecht was voorbereid .. ; de tocht in de bergen was bovendien een vlucht voor de hittegolf op de Povlakte). Italië wordt toch overwegend bezocht vanwege de kunst en cultuur (plus het eten natuurlijk) en minder vanwege de geschiedenis, hoe zeer kunst en cultuur daar ook weer een product van zijn.



De oude frontlinie over de bergtoppen en dalen is inmiddels omgebouwd tot een heus alpinetrekking en MTB-pad; dat wordt dus zeker nog eens terugkeren voor een bezoek aan andere relieken!

http://www.alpinia.net/sentiero_della_pace/index.php

Lees een aardig MTB-verslag:

http://www.lexasoft.com/reis/100kmdeiforti/index.htm

Net als bijvoorbeeld in Frankrijk (en Australië) staat het land overigens vol met monumenten op vrijwel elk dorpsplein voor "de gevallenen van het vaderland". In Italië heeft men tevens nog een interessante, eigen variant van herdenken (vermoedelijk alleen bedoeld voor militairen): kapelletjes of wandborden met portretfoto's. Zelfs in het gehucht waar ik zat, staat voor de kerk zo'n klein herdenkingsbord (helaas geen foto; die houden jullie tegoed).

woensdag 17 maart 2010

Beeldtaal 1: van oude mensen (en de dingen die voorbij gaan)

In de jaren tachtig/negentig van de 20e eeuw was oral history, plat gezegd het interviewen van mensen, the next big thing.

Holocaust

Een van de bekendste voorbeelden toen was het project van Steven Spielberg waarin de ervaringen van alle overlevenden van de Holocaust tussen 1994-1999 op band werden vastgelegd: 52.000 mensen verspreid over 56 landen.

http://dornsife.usc.edu/vhi/

Voor Nederland werden door het Joods Historisch Museum de tweeduizend Nederlandse getuigenissen nader toegankelijk gemaakt.

http://www.jhm.nl/bezoek/mediatheek/tweeduizend-getuigen-vertellen

Beeldmateriaal

Helaas kregen we geen les in het speuren naar audiovisuele beelden of mensen; dat was echt iets voor professionals. Niet alleen historici, ook archieven en archivarissen hebben over het algemeen moeite met bewegende beelden of geluid. Aldoende hebben twee professies een groot gat laten liggen, waar inmiddels het Instituut voor Beeld en Geluid vol overtuiging en zeer succesrijk in is gesprongen.

Geschiedenis verbeeld

Een geslaagde combinatie van historische beelden en sprekende mensen is al jaren het programma Andere Tijden. Onoverkomelijk nadeel van het eerste is dat hiermee de aandacht voor de geschiedenis vanuit de media vanzelf is verschoven naar de 20e eeuw. Beelden van voor die tijd zijn er tenslotte haast niet. Iedereen die (meer) geïnteresseerd is in de periode daarvoor krijgt het in dat opzicht zwaar te verduren.
Geschiedenis uit vroegere tijden wordt gelukkig nog wel verwerkt in spectaculaire televisieseries als The Romans of The Tudors, met telkens een navenant grote nadruk op sex en geweld (een geringe prijs om te betalen, lijkt mij). Ook de meer gezapige kostuumdrama's vullen enigszins de leemte.
Een derde optie is de (nationale) geschiedenis te laten uitleggen door een bekend historicus of eminent persoon die onherroepelijk dan zelf wel erg vaak in beeld is, enigszins afhankelijk van diens ijdelheid.
Een vierde optie tot slot is de zogenaamde 'historical re-enactment' waarbij mensen van nu gebeurtenissen van toen (meest oorlogssituaties) uitbeelden c.q. nadoen. De experimentele archeologie is hier nauw mee verwant. Het opdraven van verklede mensen als historische figuren bij de opening van tentoonstellingen e.d. is daar over het algemeen weer een flauw aftreksel van.

Verhalenarchieven

Diverse archiefinstellingen proberen sinds enkele jaren wel iets van dit verloren terrein terug te winnen door het publiek te vragen Verhalen te schrijven. Hieruit blijkt in elk geval nog hoe gebonden zijn qua mindset zijn aan papier.
De respons is over het algemeen niet groot en bij voorbaat weet je dat eigenlijk slechts de meest actieve doelgroep (oftewel het kleinste deel van de bevolking) reageert. In hoeverre is e.e.a. dus representatief? Bovendien gaat het hierbij vaak om streng geselecteerde thema's; een algemene, geschiedkundige ontwikkeling valt er niet uit af te leiden.
Deze beweging is vooral interessant omdat archiefinstellingen daarmee voor het eerst zelf actief zijn gaan archiveren i.p.v. slechts te dienen als passieve archiefbewaarplaats. Over hoe grondig dit materiaal gearchiveerd wordt en ontsloten, durf ik verder geen uitspraak te doen.

Club van 100-jarigen

Zou het bijvoorbeeld niet veel nuttiger zijn om bijvoorbeeld in stad of regio op zoek te gaan naar de oudste inwoners en hen stelselmatig te interviewen aan de hand van een reeks van thema's?
Moeilijk te vinden zijn zij alvast niet: elke gemeente houdt hiervan ongetwijfeld een lijstje bij. In het plaatselijke sufferdje staat altijd wel een foto van de burgemeester die ergens op bezoek gaat bij 100-jarigen. En krijgen zij ook standaard geen boodschap (vroeger waarschijnlijk nog een telegram) van Hare Majesteit?
Een dergelijk, liefst nationaal project moet natuurlijk wel aan bepaalde, uniforme criteria voldoen en niet gericht zijn op één bepaalde thematiek zoals bijvoorbeeld de bevrijding. Straks is de belangrijkste herinnering van Nederland aan de 20e eeuw alleen nog maar de Tweede Wereldoorlog, een zeer merkwaardige en beperkte opvatting van onze nationale geschiedenis. Het hele scala aan menselijke emoties moet, aan de hand van onder meer veranderende maatschappelijke opvattingen over opvoeding, de verhouding man-vrouw etc., in een dergelijk project de revue passeren. Nu kan het tenslotte nog!

Harry Patch

Ik was zeer geroerd toen vorig jaar in Engeland de laatste drie WOI-veteranen overleden. Hun levens, zeker die van Harry Patch, stonden tegen het eind van hun leven en na een verder normaal burgerlijk bestaan vrijwel alleen nog maar in het teken van die verschrikkelijke ervaringen in de loopgraven. Ervaringen die hem (en mij) telkens weer tot tranen toe roerden vanwege de primaire gedachte aan zijn gevallen kameraden. In zijn eentje, werd hij zodoende eigenlijk de beste anti-oorlogscampagne ooit; hij weigerde uiteindelijk ook een staatsbegrafenis. Onvergetelijk.

Zie berichtgeving over zijn dood: http://www.youtube.com/watch?v=t9jZwtRJrcE

Zie Harry Patch te Passchendaele: http://www.youtube.com/watch?v=j7peTBVprtY