Zoeken in deze blog

Translate

vrijdag 14 juni 2013

Wereldfietsen (5): 'ons schoon Insulinde' (2)

De onbekende S. reed met de Paasdagen in 1890 van Batavia naar Buitenzorg, deels over de oude en inmiddels vervallen Grote Postweg aangelegd onder Daendels.
Hij vertrok op Eerste Paasdag midden in de nacht om 03.45 onder het maanlicht wegens de noodzakelijke verlichting.

Summary
At Easter 1890 the journalist S. travelled on a bike from Batavia to Buitenzorg along the great postal road. He was probably the first such person to do so.


Per rijwiel van Batavia naar Buitenzorg: Batavia, 7 april 1890 (deel 2)


Maar o, dat wordt nu de groote postweg genoemd de groote, beroemde weg door Daendels met zooveel ijzeren volharding en ten koste van zoovele menschenlevens daargesteld. Nu de tijd voorbij is dat de gouverneur-generaal in zijne fraaie equipage hier langs snelde en Z Exc, als een gewoon sterveling met den trein reist, nu wordt deze fraaie baan op treurige wijze verwaarloosd en schijnt men het totaal vergeten te zijn dat goede wegen de industrie steeds bevorderen. Welk een innig leed zou het gezicht van dat gedeelte van den postweg Daendels thans berokkenen, ingeval hij in staat ware eens even een kijkje te komen nemen. Mij dunkt, indien mijn gemopper dien morgen tot hem is doorgedrongen, dat hij zich dan, niet eens, neen, tallooze malen in zijn graf heeft rondgewenteld. Mais brisons là-dessus.

Een warong of eettentje anno 1918. Collectie Tropenmuseum.

Zoetjes aan begon het bleeke schijnsel der maan plaats te maken voor den dageraad. In het Oosten werd de lucht eerst heel flauw, maar steeds sterker rood gekleurd, de eigenaardige tint der bovenlucht nam meer en meer een vaste blauwe kleur aan, in het rond kraaiden de hanen en blaften de honden, terwijl door dit alles heen nu en dan het geluid van watervalletjes drong. De natuur ontwaakte en evenzeer het menschdom in de kampongs. De warongs werden geopend, de walmende klapperoliepitjes uitgedaan, vrouwen met loshangende haren, zooeven ontwaakt, spoedden zich met haar kroost naar de badplaats, alles begon leven en beweging te ademen. Het daglicht veroorloofde mij de beste gedeelten van den weg uit te kiezen en daardoor kon ik vrij wat sneller vorderingen maken. Ook werd de weg gezelliger, in Europa zou men zeggen dat er een weinig ,,passage" was. Onze bruine broeders toch zochten hunne landbouwgereedschappen bij elkander, hetgeen niet moeilijk was daar het bij de meesten bestond uit een patjol en een soort kapmes en trokken in troepjes naar de sawahs, vroolijk en opgewekt. Ook gansche scharen vrouwen, in heldere baadjes en nette sarongs, de meesten met een Inlandschen hoed op het hoofd, volgden het voorbeeld der mannen, en waren zeker niet minder opgewekt. Al die levendige kleuren hunner kleedij staken vroolijk en zonnig af tegen het frissche, overvloedige groen dat nu zacht gekust werd door de eerste stralen van de koningin des dags en verrassend fraaie kleurschakeeringen aanbood.

Vrouw uit Java in eenvoudige sarong rond 1900. Collectie Tropenmuseum.

Wat hadden die luidjes een pret in mijn vervoermiddel. De meesten hadden zoo iets klaarblijkelijk nooit gezien. Eerst bleven zij vol verwondering staan gapen, om, zoodra ik dicht bij hen kwam, als een troep kippen waar een hond tusschen springt, met luid gelsch en gegil naar alle kanten uit elkander te stuiven. En wat hadden zij het dan druk wanneer ik voorbij was, in een oogenblik schoolden zij weder te zamen en deelden elkander hunne opmerkingen mede. En prettig was het die gezichten te zien, ten minste bij de jongere vrouwen, die met haren ronden gelaatsvorm en van pleizier schitterende oogen waarlijk zoo leelijk niet waren.

Kampong Empang te Buitenzorg ca. 1880. Collectie KITLV: foto van Woodbury & Page.
Zoo bereikte ik ten 6.30 uur eene miniatuurkampong, en, gekweld door een grooten honger, steeg ik af. Voor zooverre ik verstaan kon heette dit plaatsje Paligoenoeng, maar de oude vrouw aan den warong waar ik een bos pissang en een paar djeroeks kocht, sprak zeer onduidelijk door het gemis harer tanden, wat hare bekoorlijkheden zeker niet verhoogde. Na op die wijze aan de innerlijke behoeften te hebben voldaan, reed ik verder. Aan den eenen kant van den weg was een ravijntje van een +- 30 voet diepte, waar zich een beekje in voortslingerde, links was een vaart op afstanden voorsien van sluizen om het verval van het water te regelen. Daar waren dan altijd heerlijke watervalletjes en o, wat leek het mij verleidelijk toe daar eens te gaan baden. Maar dat kon nu niet en met sehnsucht in het hart reed ik ze voorbij.

Verspanplaats op de Grote Postweg bij Tjibinoeng, West-Java, res. Buitenzorg.  Collectie Gelderland: aquarel van Q.M.R. Ver Huell. 
Nu werd de weg steeds beter, de sporen van regen werden steeds minder, de dikke modder maakte plaats voor een harde, vastgestampte oppervlakte, kortom de woestijn veranderde in eene oase, de slechte landweg werd nu werkelijk de postweg. Wel waren hier en daar groote plekken kiezelsteenen tot onderhoud nedergestrooid, maar steeds liep daar een goed karrespoor door van +- 1 voet breedte, dat voor mijn wiel een fraai spoor vormde. Ten 6.45 uur kwam ik te Tjibinoeng, waar ik eventjes afstapte om wat uit te blazen en een praatje maakte met den wedono, daarna ten 6.50 uur ging het opnieuw verder en nu regelrecht door naar Buitenzorg, Witten Paal, waar ik ten 7.50 uur aankwam, en afstapte om eens nategaan hoe mijne reis was geweest.

De Witte Paal aan de Grote Postweg te Buitenzorg ca. 1870. Collectie  Tropenmuseum.
Ik had afgelegd 36 1/4 paal of 54.63 K.M. in 4.05 uur dus gemiddeld 3.78 minuut per K.M. Van de Harmonie tot Mr. Cornelis behield ik per maal 4'21s of per K.M. 2'8s, van Mr. Cornelis naar Tjibidoeng per paal 7'25 of per K.M. 4'83 en van Tjibidoeng naar buitenzorg per paal 5'55 of per K.M. 3'7. Daarbij was ik tot den Witten paal 720 voet gestegen, dus gemiddeld 18,9 voet per paal of 12'6 voet per K.M. hetgeen op een gemiddelde helling van 0gr12'29" uitkomt. Vervolgens reed ik heel zachtjes verder om des te beter te kunnen genieten van het allerliefste, fraaie schouwspel dat Buitenzorg bood, passeerde kazerne en paleis en kwam weldra aan het hotel Bellevue, waar ik afstapte.
Hotel Bellevue te Buitenzorg, met op de achtergrond de vulkaan Salak. Collectie Tropenmuseum.
Na een half uurtje rust verkwikte ik mij heerlijk in het welingerichte zwembad van den heer Thomann. Wat was dat heerlijk, driewerf heerlijk de vermoeide leden in dat koude en toch niet al te koude nat te dompelen. Zulks is voorwaar eene luxe en doet begrijpen dat in de grijze oudheid de Romeinen en Egyptenaren zooveel werk van hunne baden maakten. Bovendien deed dit genot mijn eetlust in geenen deele verminderen, en ik zette er dan de kroon ook aan op door een stevig smakelijk ontbijt. Na den dag verder te Buitenzorg te hebben doorgebracht, nam ik ten 4.30 uur afscheid van dit lieve oord en keerde per ,,ijzeren weg" terug naar de plaats vanwaar ik gekomen was, in het bewustzijn den eersten Paaschdag recht aangenaam te hebben doorgebracht, en in de stille hoop weder eens de gelegenheid te mogen ontmoeten per rijwiel een klein gedeelte van ons schoon Insulinde te doorkruisen.

Toelichtingen:

Patjol=Indonesische spade
pissang=banaan
djeroek=soort citrusvrucht (limoen)
wedono=districtshoofd

Gerelateerde blogs:
Wereldfietsen (4): 'ons schoon Insulinde' (1)


donderdag 13 juni 2013

Kiezen? Natuurlijke selectie!

Archiveren betekent - in principe - keuzes maken. Maar wat als die keuzes al voor ons gemaakt zijn? Zijn we dan beter of slechter af?

Willard Suitcases

In New York loopt al enige tijd een fascinerend project: de documentatie van ruim 400 achtergebleven koffers van psychiatrisch patiënten. De reiskoffers of valiezen bevatten hun persoonlijke bezittingen bij binnenkomst van de inrichting. Het betreft spullen waarvan zij of hun familieleden dachten die het meest nodig te hebben. Of gewoon willekeurige memento's (vaak foto's) ter herinnering om iemand of iets lief te hebben.
De meesten verlieten de inrichting, het Willard Asylum te Finger Lakes, niet meer; in totaal 5.776 personen werden in naamloze, maar genummerde graven begraven aan de overkant.

Graf van patiënt nummer 4
In New York zijn overigens maar liefst in totaal 50.000 (!) van dit soort anonieme graven. De meesten van hen liggen op het beroemde Hart Island, de algemene begraafplaats voor de ongewenste elementen uit de stedelijke samenleving.

John Crispin

De koffers lagen vergeten op zolder tot 1995 toen de inrichting werd gesloten en het gebouw werd ontruimd. Tegenwoordig is er een revalidatiecentrum voor drugsverslaafden in gevestigd.


De koffers werden overgebracht naar het New York State Museum en geïnventariseerd. Fotograaf John Crispin is sinds enige tijd begonnen met de documentaire vastlegging van de inhoud ervan d.m.v. crowdfunding. Inmiddels heeft hij 80 koffers verwerkt. De koffers (of valiezen) dateren van de periode 1910-1960.
Crispin heeft een fascinatie voor verlaten objecten. In de jaren tachtig documenteerde hij verlaten inrichtingen in de staat van New York. Later heeft hij ook meegewerkt aan de preservatie van objecten wegens 9/11.
Zijn fascinatie voor verlatenheid doet onder meer denken aan het werk van fotograaf Christopher Payne, wiens tentoonstelling 'Architectuur van een ideaal' over verlaten inrichtingen in Amerika onlangs ook te zien was in het Dolhuys in Haarlem.

Inhoud

De koffers bevatten overwegend persoonlijke spullen. Volgens regelgeving van de staat New York mag Crispin de koffers niet relateren aan de dossiers van de patiënten; vandaar de gebruikte naamsafkortingen. De persoonsgeschiedenis blijft zodoende achterwege. Duidelijk is dat hierdoor een incompleet beeld ontstaat omdat we deels moeten gissen naar de betekenis van een deel van de inhoud, zoals bijvoorbeeld in het geval van drugsnaalden, maar tegelijk werkt dit ook tot de verbeelding.
Crispin volgt telkens een vast stramien bij de vastlegging: van de archivalische berging tot enscenering van de inhoud.

Ingepakte valies.

Geopende valies met ingepakte inhoud.

Gestolen levens

Ter gelegenheid van de samenstelling van een eerste tentoonstelling in Albany in 2003, getiteld 'The Lives they left behind', werd een poging ondernomen de koffers te retourneren door contact te zoeken met nabestaanden. Dat bleek echter een lastige opgave: de persoonsgeschiedenis van veel van deze mensen is waarschijnlijk bij de nazaten onbekend (of wordt onder de noemer zwarte schaap in de familie liever verzwegen). Aan de hand van de tentoonstelling meldde zich overigens één familie.
De koffers tonen bovenal deels geleefde en deels vernietigde levens van mensen gedeeltelijk aan de rand van een samenleving die hen niet altijd goed begreep, of andersom. De psychiatrie van de 19e en 20e eeuw staat inmiddels in een kwaad daglicht: veel van deze mensen (toen vaak als zogeheten 'social misfits' aangeduid, enigszins vergelijkbaar met bij ons de asocialen) zouden vandaag de dag waarschijnlijk niet eens zijn opgenomen.

Systeemkaart van patiënt Ethel uit het Willard Asylum.

Het recht om te vergeten

Hebben deze mensen erom gevraagd dat de inhoud van de koffers op een dergelijke wijze publiek wordt gemaakt? Het antwoord hierop is nee; de eigenaars hebben als zodanig geen papiertje ondertekend met hun toestemming daarvoor. Hadden de koffers dus niet gewoon vernietigd moeten worden, net zoals in het geval van bijvoorbeeld niet-opgehaalde verloren voorwerpen?
Tegelijk valt niet te ontkennen dat juist de inhoud van deze koffers hun eigenaren tot leven brengen als nooit tevoren. Dit is een van de meest ontroerende collecties die ik ooit heb gezien, vergelijkbaar met de 'love tokens' bij wezen te Londen (ook in Nederland vond in 1997 overigens een dergelijke tentoonstelling plaats over joods textiel).

Selectie

Personen die bewust met hun eigen archivering (en nalatenschap) bezig zijn laten vaak wezenlijk mindere interessante archieven na omdat er eigenlijk al een voorselectie heeft plaatsgevonden d.m.v. zelfcensuur: briefwisselingen worden vernietigd, gevoelige passages uit dagboeken geschrapt, ex-partners uit foto's weggeknipt etc. Of juist alles wordt bewaard - tot aan zwemdiploma's en oude,vernietigde paspoorten aan toe.
Een willekeurige momentopname als dit, inclusief objecten, blijkt dan toch treffender deels omdat het meer tot de verbeelding spreekt. De koffers zijn als het ware een tijdscapsule geworden waar onze betekenis of waardering - bij gebrek aan informatie - zo mogelijk nog belangrijker is dan de objecten zelf.

Inhoud

Ik weet nu in ieder geval wat mij te doen staat: een simpel koffertje (met inhoud, maar liefst zo weinig mogelijk papier), ergens goed weggepakt op zolder, volstaat dus wezenlijk. Gelukkig heb ik jaren geleden al eens zo'n ouderwets exemplaar langs de kant van de weg in Zwitserland gevonden. En wie wat bewaard, die heeft wat. Nu alleen nog de voorwerpen selecteren ...

Eigen exemplaar (vooralsnog leeg).

Gerelateerde blogs:
Love tokens: an extraordinary exhibition at The Foundling Museum
Kasteel Amerongen of zijn bewoners: dood of springlevend?
Gestolen levens
Archiveren: selectie zonder eind?
Het groeiend belang van persoonsarchieven

donderdag 6 juni 2013

Wereldfietsen (4): 'ons schoon Insulinde' (1)

Nederlandse fietsers waren eind 19e eeuw nog ver te zoeken op het wereldtoneel: zij kwamen vooralsnog niet verder dan het Europese continent. Ook in Nederlands-Indië kwam het rijwielverkeer schoorvoetend op gang, zo blijkt uit onderstaande bijdrage van ene S. dat verscheen in de Java-bode van 10 april 1890.

Summary
On Easter sunday April 7th 1890 an unknown man under the pseudonym of S. undertook a journey across Batavia to Buitenzorg on a Matchless bicycle. His account of this bikeride, probably the first such journey in the Dutch East Indies, appeared in print only a few days later.  

Per rijwiel van Batavia naar Buitenzorg: Batavia, 7 April 1890


Mij voorgenomen hebbende, eens per wiel naar Buitenzorg te rijden, besloot ik te wachten tot de Paaschdagen daar waren om aan dit voornemen eene uitvoering te geven. Ik koos hiervoor expres twee vrije dagen, om bij een eventueel ongeluk eene extra vier-en-twintig uur te hebben teneinde dit ongeluk weder te boven te komen, daar men toch moeilijk vooruit kan weten wat er gebeuren zal. Hoe meer ik over het plannetje nadacht, hoe meer het mij bekoorde, niettegenstaande de inlichtingen aangaande den toestand van den weg, mij welwillend verstrekt door den heer Lehnert, welke dien weg te paard glorieus in 3.32 uur had afgeleged, allesbehalve bemoedigend waren, maar misschien droeg juist die vermeerdering van obstacles er toe bij om de bekoring te vergrooten.
't Zij hoe het zij, de Zondagmorgen werd met verlangen tegemoet gezien en brak eindelijk aan. Het rijwiel was goed in orde, eene jonge dame die haar eerste bal gaat medemaken, kon niet zorgvuldiger haar uiterlijk gesoigneerd hebben dan het geval was bij het wiel, de assen draaiden in hare potten zonder het minste geruisch te maken, en de rem werkte zonder weerga. Het stuurtoestel was belast met een pak van +- 5 kilogram, waarin een stel kleederen om bij aankomst het rijkostuum te vervangen. In de veldflesch was zuiver water (alle alcoholische dranken toch zijn strikt verboden bij wielrijden) terwijl in den sigarenkoker diverse smakelijke sigaren zich bevonden ten einde met hare fijne geuren de ideeën op reis te veraangenamen en te veredelen.
Zoo werd het 3 uur in den morgen van den eersten Paaschdag. Wat sliep ik lekker, droomende van alles behalve van rijwielen. Daar weerklinkt een eentonig dof geklop, en half ontwakende, denk ik dat het de doffe tonen der kerkklok zijn die de goe gemeente in het vroege morgenuur te samen roepen om hare godsdienstplichten te verrichten, maar daar zegt de jongen ,,poekoel tiga, toewan" en met een spring ik mijn bed uit, nu klaar wakker en op de hoogte der omstandigheden. 't Was waar ook, 't was tijd om naar Buitenzorg te gaan. Eerst werd een schoon flanelletje aangetrokken en eene heerlijke wassching verricht, daarna halve kousjes en lage wielerschoentjes aangeschoten. De korte rijbroek en het aan den hals sluitend jasje benevens een klein petje voltooiden het toilet dat niet veel tijd kostte. Na nog een beetje rondgeleuterd te hebben en een sigaar te hebben opgestoken, was dan het oogenblik daar om op te stijgen, en was ik in no time bij de harmonie, vanwaar uit ik den afstand zou berekenen tot den Witten paal te Buitenzorg.
Sociëteit de Harmonie te Batavia: Collectie Tropenmuseum.
't Was 3.45 uur toen ik van daar afreed, de maan stond in het westen aan den hemel, deed de hooge toppen der boomen scherp afsteken tegen de geheimsinnige, droomerige tint der bovenlucht, en wierp een zilverachtig licht door de boomen heen over planten en huizen, die met hunne helder witte muren fraai uitkwamen, Koningsplein, Kwitang en Kramat waren spoedig afgereden en voort ging het langs de ruime erven en fraaie gebouwen van Salembah naar Mr. Cornelis, waar ik ten 4.05 uur voor het tramstation arriveerde.
Straatgezicht met tram in Meester Cornelis, Batavia. Collectie Tropenmuseum.
Vlug was deze afstand niet afgelegd maar met voorbedachten rade want het was zaak de krachten te sparen voor den langen weg en de waarschijnlijke moeilijkheden die zich verderop konden voordoen. - Op den weg van Salembah profiteerde ik heerlijk van de maan, ook was de weg goed te berijden en kwam men slechts nu en dan een Inlander tegen die met een vrachtje op de schouders zich stadwaarts begaf.
Ten 4.07 uur vertrok ik van Meester en reed de kampong Melajoe door, doch nu begonnen de moeilijkheden. In stede van hier een goeden weg te vinden, was door den regen die gedurende een deel van den nacht gevallen was, alles doorweekt en zoog de bodem verschrikkelijk, waardoor de snelheid zeer werd verminderd en de beweging verzwaard. Ook begon de weg nu merkelijk te stijgen, terwijl het zware geboomte het maanlicht volkomen onderschepte, zoodat ik in eene vrij groote duisternis mijn weg moest zoeken.
De mogelijke gevaren onderweg per vélocipède.

Soms vond ik een tamelijk dragelijk eindje, dan weder kwam ik in een modderkuil terecht, dan weder in een laag kiezelsteenen daar nedergesmeten om den weg te verbeteren, terwijl deze, als ik het zoo noemen mag, onveilig gemaakt werd door rijen karren en grobaks, die aan den linkerkant voorzien waren van een oeboer of een walmende oliepit, welke een valsch, flauw licht rond zich verspreidden, hetgeen mij belette rontezien en een paar malen de oorzaak was van eene ternauwernood vermeden collisie. Aangezien ik mijne lamp, rekenende op de maan, tehuis had gelaten, konden de karrevoerders mij niet zien en moest ik hen door schreeuwen dwingen op zij te gaan, hetgeen heel wat voeten in de aarde had, daar zij bijna allen gezeten waren op het hoekig dakje van slang-slang dat over hun kar was gespannen, en zij dus eerst af moesten stijgen eer zij hun onooglijk spannetje aan den kant van den weg konden trekken.

Grobaks, met hun hoekig dakje van slang-slang.
En zoo ging het door, langzaam maar zeker, maar toch erg langzaam. De gutta percha banden der wielen namen de roode, kleverige klei waaruit de bodem hier bestaat en welke vermengd is met steentjes, takjes en bladeren, tot zich, zij werd mede opgeheven en pakte dan te samen tusschen het voorwiel en de rem, zoodat er ten laatste een harde prop gevormd werd, die steeds in omvang toenam en als rem werkte, waardoor eindelijk het wiel stilstond en ik verplicht was aftestijgen, in het donker de oorzaak dier stagnatie te zoeken en het wiel te reinigen.
Deze aardigheid vond tot driemalen toe plaats, en het was dus niet zulk een heel groot wonder dat ik een oogenblik aan terugkeeren dacht. Maar 't was dan toch ook maar een oogenblik, toen wierp ik dat idee verre van mij, en na een versche sigaar te hebben opgestoken, sukkelde ik weder voort.

Toelichtingen:

poekoel tiga=pukul tiga (drie uur)
toewan=meester?
De Harmonie=Sociëteit de Harmonie
Salembah=Salemba
grobak=(vracht)kar
gutta percha=guttapercha (soort latex of rubber gemaakt van natuurlijk sap van een boom). De fabrikant van Matchless vélocipèdes adverteerde in de Kampioen met dit type banden.
Gutta percha werd voor diverse industriële produkten gebruikt in de tweede helft van de 19e eeuw, waaronder als isolatiemateriaal voor ondergrondse telegraafkabels. De merknaam Gutta-Percha Compagnie zou later als Continental (bandenfabriek) verder gaan.


Gerelateerde blogs:
Wereldfietsen (1): de oorsprong
Wereldfietsen (2): 'Groote Tochten'
Wereldfietsen (3): Thomas Stevens