Vorig weekeinde deed de Belgische koning Albert II afstand van het koningschap. Na koningin Beatrix eerder dit jaar, volgde daarmee wederom een abdicatie met bijbehorende speciale akte.
Summary
Two royal abdications in one year and rumours of a possible third (Spain) pending. This time Belgium took centre stage. As with the Netherlands, an earlier precedent did exist although several changes to the deed itself were being made.
In België bestond tot nog toe één precedent: het definitieve aftreden van koning Leopold III in 1951. Als gevolg van de zogeheten Koningskwestie (het achterblijven en de collaboratie van de koning tijdens de bezetting) was er na de oorlog reeds een regent aangesteld.
De koning verbleef sinds 1944 in ballingschap in Zwitserland. De regering eiste troonsafstand maar dat was dus niet mogelijk. Maar diens positie was tegelijk onhoudbaar: de kwestie verdeelde het land te zeer.
Leopold III deed dit dan ook niet vrijwillig, maar onder zeer zware politieke druk.
In een procedure voor troonsafstand is niet voorzien in de Belgische grondwet. De gevolgde procedure (uit 1951) is het opstellen van een formele akte door de koning, gevolgd door het contraseign van de regering. Daarna dient de nieuwe koning te worden beëdigd. Destijds zat daar een dag tussen gedurende welke een raad van ministers diens bevoegdheden uitoefende.
Op 16 juli 1951 tekende Leopold de akte in het Paleis te Brussel in de troonzaal.
De akte - voor zover in beeld gebracht - toont qua vormgeving of uiterlijk geen opsmuk, zoals in Nederland steeds meer het geval is. Integendeel, het heeft alle schijn van een eenvoudig A-4'tje.
De akte zelf telt slechts een bladzijde, en wordt gevolgd door losse bladen met diverse handtekeningen. In Nederland heeft men deze scheiding niet gemaakt; hier staan de koninklijke handtekeningen direct onder de akte.
De getuigen stonden bij de ondertekening om de tafel, in plaats van te zitten (zoals in Nederland): het is tenslotte een officiële aangelegenheid. In 1951 stond de koning zelf ook nog; ditmaal was hij de enige zittende, uitgezonderd de gasten.
In tegenstelling tot in Nederland zijn afbeeldingen van het origineel niet te verkrijgen. Dit zou mogelijk te maken kunnen hebben met de geplaatste handtekeningen van de diverse hoogwaardigheidsbekleders.
Als oorkonde stelt deze akte van abdicatie, zeker in vergelijking met de Nederlandse, ietwat teleur. Zo is er bijvoorbeeld geen zegel. De verschillen in vorm kunnen mede worden verklaard door een verschuiving in betekenis van oorkonden in de loop van de tijd.
In 1898 was er volgens de handboeken nog sprake van 'geschrevene stukken, die men in den daartoe bestemden vorm opmaakt, opdat zij als bewijs van het daarin vermelde zullen kunnen dienen.' Ruim een halve eeuw later was er sprake van 'een in plechtige vorm opgestelde akte.' En in de 21e eeuw geldt nog slechts: 'een oorkonde is een akte.'
De vormgeving van oorkonden is dus in wezen geheel vrijgelaten daar waar vroeger nog van precedenten werd uitgegaan. Allerlei instanties reiken tegenwoordig dan ook oorkonden uit, waarvan de meesten redelijk betekenisloos. In de verbeelding zijn ze vaak wel van een nep-zegel voorzien.
Traditiegetrouw krijgen gevangen bij een troonsbestijging namens de nieuwe vorst strafvermindering . Het gratierecht stamt uit de middeleeuwen en is een overblijfsel van de soevereiniteit van de vorst versus de overheid.
Van dit recht wordt in de moderne tijd steeds minder gebruik gemaakt door vorsten. Zowel Willem-Alexander, als Filip zagen hiervan af. Een reden hiervoor is helaas niet gegeven, maar is waarschijnlijk gelegen in de toegenomen ministeriële en departementale autonomie versus het koningshuis.
Beatrix verleende voor het laatst gratie in 2009 (gratie wordt verleend bij Koninklijk Besluit), en dat was voor het eerst in 23 jaar.
Gerelateerde blogs:
De abdicatie (2): de akte of oorkonde
Summary
Two royal abdications in one year and rumours of a possible third (Spain) pending. This time Belgium took centre stage. As with the Netherlands, an earlier precedent did exist although several changes to the deed itself were being made.
Leopold III
In België bestond tot nog toe één precedent: het definitieve aftreden van koning Leopold III in 1951. Als gevolg van de zogeheten Koningskwestie (het achterblijven en de collaboratie van de koning tijdens de bezetting) was er na de oorlog reeds een regent aangesteld.
De koning verbleef sinds 1944 in ballingschap in Zwitserland. De regering eiste troonsafstand maar dat was dus niet mogelijk. Maar diens positie was tegelijk onhoudbaar: de kwestie verdeelde het land te zeer.
Leopold III deed dit dan ook niet vrijwillig, maar onder zeer zware politieke druk.
Geen procedure
In een procedure voor troonsafstand is niet voorzien in de Belgische grondwet. De gevolgde procedure (uit 1951) is het opstellen van een formele akte door de koning, gevolgd door het contraseign van de regering. Daarna dient de nieuwe koning te worden beëdigd. Destijds zat daar een dag tussen gedurende welke een raad van ministers diens bevoegdheden uitoefende.
Op 16 juli 1951 tekende Leopold de akte in het Paleis te Brussel in de troonzaal.
Locatie
Ook ditmaal, op 21 juli 2013 (de nationale feestdag), was het koninklijk paleis te Brussel de locatie. Er was een grote schare genodigden aanwezig: 200 gasten, waaronder de voltallige koninklijke familie. De koning hield eerst een korte toespraak, gevolgd door de premier. De akte werd vervolgens voorgelezen door de Minister van Justitie in de drie landstalen. Daarna werd zij ondertekend.
Albert blijft overigens, weliswaar zonder hoofdletter, koning maar niet langer Koning der Belgen.
Albert blijft overigens, weliswaar zonder hoofdletter, koning maar niet langer Koning der Belgen.
Vorm
De akte - voor zover in beeld gebracht - toont qua vormgeving of uiterlijk geen opsmuk, zoals in Nederland steeds meer het geval is. Integendeel, het heeft alle schijn van een eenvoudig A-4'tje.
De akte zelf telt slechts een bladzijde, en wordt gevolgd door losse bladen met diverse handtekeningen. In Nederland heeft men deze scheiding niet gemaakt; hier staan de koninklijke handtekeningen direct onder de akte.
De getuigen stonden bij de ondertekening om de tafel, in plaats van te zitten (zoals in Nederland): het is tenslotte een officiële aangelegenheid. In 1951 stond de koning zelf ook nog; ditmaal was hij de enige zittende, uitgezonderd de gasten.
In tegenstelling tot in Nederland zijn afbeeldingen van het origineel niet te verkrijgen. Dit zou mogelijk te maken kunnen hebben met de geplaatste handtekeningen van de diverse hoogwaardigheidsbekleders.
Oorkonde
Als oorkonde stelt deze akte van abdicatie, zeker in vergelijking met de Nederlandse, ietwat teleur. Zo is er bijvoorbeeld geen zegel. De verschillen in vorm kunnen mede worden verklaard door een verschuiving in betekenis van oorkonden in de loop van de tijd.
In 1898 was er volgens de handboeken nog sprake van 'geschrevene stukken, die men in den daartoe bestemden vorm opmaakt, opdat zij als bewijs van het daarin vermelde zullen kunnen dienen.' Ruim een halve eeuw later was er sprake van 'een in plechtige vorm opgestelde akte.' En in de 21e eeuw geldt nog slechts: 'een oorkonde is een akte.'
De vormgeving van oorkonden is dus in wezen geheel vrijgelaten daar waar vroeger nog van precedenten werd uitgegaan. Allerlei instanties reiken tegenwoordig dan ook oorkonden uit, waarvan de meesten redelijk betekenisloos. In de verbeelding zijn ze vaak wel van een nep-zegel voorzien.
1951 versus 2013
De Belgische redactie heeft beide akten met elkaar vergeleken. Wat blijkt? Vooral het taalgebruik is licht veranderd c.q. vernieuwd. Verder is het aantal handtekeningen van hoogwaardigheidsbekleders fors gestegen: van acht naar veertien. Dit is vermoedelijk het gevolg van de federalisering van het land. De akte is verder in het pluralis modestiae ('Wij'), oftewel namens de regering gesteld (zie de pdf).
Er zijn twee exemplaren opgesteld: een voor het Koninklijk Huisarchief (dat direct onder het Algemeen Rijksarchief valt) en een voor de Federale Dienst van Justitie. Oftewel: een voor het archief, en een voor de overheid.
Gratierecht
Traditiegetrouw krijgen gevangen bij een troonsbestijging namens de nieuwe vorst strafvermindering . Het gratierecht stamt uit de middeleeuwen en is een overblijfsel van de soevereiniteit van de vorst versus de overheid.
Van dit recht wordt in de moderne tijd steeds minder gebruik gemaakt door vorsten. Zowel Willem-Alexander, als Filip zagen hiervan af. Een reden hiervoor is helaas niet gegeven, maar is waarschijnlijk gelegen in de toegenomen ministeriële en departementale autonomie versus het koningshuis.
Beatrix verleende voor het laatst gratie in 2009 (gratie wordt verleend bij Koninklijk Besluit), en dat was voor het eerst in 23 jaar.
Gerelateerde blogs:
De abdicatie (2): de akte of oorkonde