Zoeken in deze blog

Translate

dinsdag 30 september 2014

Circus Frankenheimer: Hollywood meets Zandvoort (1966)

Gedurende het raceweekeinde van de Grand Prix van Nederland in de zomer van 1966 reed een extra equipe mee: die van de Amerikaanse regisseur John Frankenheimer. Gedurende vijf maanden toerde zijn filmcrew langs de Europese circuits voor een Hollywood-impressie van de autosport.

Summary
During the summer of 1966 an army of movie personnel toured Europe in preparation for the MGM-production of Grand Prix. At the end of July the stars of Hollywood also visited Zandvoort.

Sterren


Aanvankelijk wilde niemand iets van doen hebben met dit Hollywood-circus: de rijders niet en ook de fabrikanten niet. Men vreesde te veel spektakel. En zelfs gedurende de opnames bleef er onderlinge vijandigheid bestaan, ook al kwam er wel medewerking van onder meer Ferrari en de coureurs.
Voor de grote sterren van de film, Yves Montand en James Garner, werden speciale bolides gebouwd die daarin ook echt rondreden over de circuits. Dit waren in feite omgebouwde Formule 3 wagens. Daar waar Yves Montand vooral werd rondgesleept na een bijna-ongeluk tijdens een van de eerste opnamen, reed James Garner met verve zelfstandig over de baan.

Yves Montand poserend als coureur. Bron: Nationaal Archief, Collectie Anefo.

Als vrouwelijke tegenspelers figureren Eva-Marie Saint, Jessica Walter (een eigentijdse lookalike van Jacqueline Kennedy; bekend van Play Misty for Me) en de Franse tienerster (en zangeres) Francoise Hardy. Met haar werd een heus (Frans) stijlicoon van de jaren 60 binnengehaald, ook al bleef het bij deze ene filmrol.
De MGM-produktie werkte met een budget van 12 miljoen dollar (volgens Wikipedia negen miljoen). In een radio-interview met Jessica Walter zegt zei dat het een van de laatste ' budget is no kind of limit movie' was. De werkelijke kostten lagen waarschijnlijk veel hoger: Grand Prix was hoe dan ook de duurste productie van zijn tijd.

Camera-auto's


De film moest vooral zo realistisch mogelijk zijn: daarom werd die zomer uitsluitend op locatie gefilmd tijdens de diverse Grands Prix. Dit leidde onder meer tot enkele van de vroegste experimenten met on-board camera's.

Opnamen voor de film Grand Prix te Zandvoort: 24 juli 1966. Bron: Geheugen van Nederland (ANP Historisch Archief).



Tevens werd een aangepaste Ford GT40 gemonteerd met camera's bereden door oud-wereldkampioen Phil Hill.
Verder werd gefilmd met behulp van Cinerama, oftewel in breedbeeld. In speciale bioscopen met gebogen schermen zorgde dit voor een heuse 3D ervaring. Deze techniek was echter duur en werd daarom binnen enkele jaren aangepast. De film draaide zodoende ook in gewone bioscopen omdat het bioscoopaanbod anders te beperkt was.

Werkwijze


Voorafgaand aan de echte wedstrijd of race werden telkens eerst eigen opnamen gemaakt met de diverse hoofdrolspelers achter het stuur, waarna vervolgens opnamen van de race werden gemaakt die dan later achter de regietafel werden gemixed. Het geeft de film eerder het karakter en de structuur van een documentaire. In onderstaande clip zien we de hectische filmpraktijken aan de hand van de opnamen te Monaco.



Bekend zijn vooral de veelvuldige split-screen beelden toegeschreven aan regisseur Saul Bass, waarmee de kijker als het ware de film wordt ingetrokken.

Lange John


De boomlange regisseur John Frankenheimer - in de Nederlandse pers ook wel als slungelachtig omschreven - verbleef dat weekeinde in een suite in het Bouwes Palace (gebouwd in 1965; Zandvoort's eigen ode aan de toekomst). Hier werden op vrijdagavond laat o.a. nog ook enkele Hollandse schonen gekeurd om op te treden als figurant.

Zonder met de ogen te knipperen wees hij er twee aan, gaf de anderen een knipoogje en werkte ze vriendelijk maar heel beslist de deur uit. Twee heel vrolijk, vijf heel teleurgesteld.

Frankenheimer was, ondanks zijn jonge leeftijd, een vermaard regisseur van sociale drama's als Birdman from Alcatraz (1962) en  The Manchurian Candidate (1962). Grand Prix zou zijn grote spektakelstuk moeten gaan worden, zo werd in de loop van 1966 luid en duidelijk verkondigd. De speaker van dienst op het circuit verkondigde gedurende de opnamen met name op zaterdag de grootst mogelijke onzin over de aanstaande film, aldus de correspondent van de Telegraaf.

De 'slungelachtige' John Frankenheimer. Bron: Nationaal Archief, Collectie Anefo.

Zandvoort


Zandvoort stond oorspronkelijk niet op het lijstje van circuits waar die zomer van 1966 opnames zouden worden gemaakt voor de dure MGM-productie. Alleen in het hoofd van Frankenheimer (zelf een fanatiek raceliefhebber) leefde dit plannetje. Daarom besloot hij toch te gaan na eerdere opnamen te Monaco, Spa en Brands Hatch, zij het in eerste instantie alleen voor het maken van enkele sfeerbeelden. Er werd daarom alsnog vijfduizend dollar overgemaakt aan de organisatie om te mogen filmen voor de produktie. Boven het circuit hing constant een helicopter waar een cameraman uithing plus nog eens twee reclamevliegtuigjes met spandoeken ter aankondiging van de Grand Prix (als plaatsaanduiding).
Eenmaal aanwezig, raakte Frankenheimer onder de indruk van de filmische mogelijkheden. Vandaar dat ook Francoise Hardy, die oorspronkelijk vrijaf had gekregen, dat weekend moest komen opdraven (zeer tegen haar zin in overigens; zij verbleef met haar vriendje in Londen). Zij maakte vooral haar eigen opnamen omdat er verder weinig te doen viel. Op zondag keek zij in het zonnetje vanaf het pitsdak naar de race.

Regisseur John Frankenheimer (l.) in gesprek met acteur Briand Bedford. Op het dak een filmende Francoise Hardy. Bron: ANP Historisch Archief

Still uit de fim Grand Prix, met Francoise Hardy op het pitsdak. Bron: Warner Bros.

Ook Yves Montand had maar weinig werk en keerde op zondagmiddag om vier uur per vliegtuig terug naar huis en zijn al even bekende vrouw Simone Signoret. De belofte was dat zij later nog eens naar Nederland zouden terugkeren.

Wim Lindner en Kees Hin


Frankenheimer werd dat weekeinde in Zandvoort geassisteerd door cineast Kees Hin die in 1965 zijn debuut had gemaakt met Onderaards, een film in opdracht van de Aardolie Maatschappij. Hin omschreef de Amerikaan als 'een beul'. Frankenheimer werkte als een duivel en eiste daarbij het uiterste van zijn mensen. Voor het Nederlandse deel van de film gold Wim Lindner als de productieleider. Die moest zorgen voor een crew van 100 man plus Nederlandse toevoeging van tientallen medewerkers, waaronder 28 chauffeurs.

“We hebben voor GRAND PRIX in een weekend (vrijdag, zaterdag en zondag ) 500.000 gulden uitgegeven. Het hele circuit van Zandvoort was hiervoor afgehuurd. Opeens werd alles afgezegd, maar twee weken voor de race werd besloten dat de opnames toch doorgingen. Op zaterdag waren de repetities en op zondag was er een echte race die gefilmd werd. In de hele wereld waren op dat moment in totaal maar 25 65mm-camera’s (5mm was voor het geluidsspoor). De filmploeg van GRAND PRIX had er 23. Van de andere twee 65mm camera’s was er één zoek. De regisseur vroeg aan mij: 'En waar is die tweede dan?' Ik zei: 'Die heb ik!' Op dat moment draaide ik tegelijkertijd met John Fernhout een documentaire op 65mm, SKY OVER HOLLAND. Bij de opnames van GRAND PRIX werd elke camera door drie mensen bediend. Het waren grote camera’s, ongeveer formaat verhuisdoos, en dus moeilijk te verplaatsen. Je kon er wel goed mee pannen.
Acteur Yves Montand leunend tegen een van de grote camera's. Bron: Nationaal Archief, Collectie Anefo.

De film opent met een mooi shot. Vanuit de kust komt er een heli aangevlogen, van daaruit wordt gefilmd. Daarvoor werd een speciale landingsbaan bij het circuit aangelegd. Dat was nog best ingewikkeld, met de brandweer en zo. Er waren veel luchtopnames. Het voordeel van de race op zondag was dat er veel publiek was, dus gratis figuratie. Na de opnames in Nederland, waarvan uiteindelijk maar 5 minuten in de film is terechtgekomen [waaronder een splitscreenmontage door Saul Bass], werd ik ingehuurd voor de vervolgopnames in Italië. Dat zou ongeveer 6 weken duren. De film kostte in totaal ongeveer 50 miljoen dollar, en was daarmee toen de duurste film aller tijden. In Italië stonden 250 mensen op de payroll. Er kwam catering voor 1000 mensen. De regisseur John Frankenheimer wilde alles, de hele wereld. Daardoor had de film zo’n enorm budget” volgens Wim Lindner in een interview door Vera de Lange in 2013.

Rondje Zandvoort


Uiteindelijk zouden ongeveer tienmaal meer filmbeelden worden geschoten dan vrijdagavond was voorzien: een compliment aan Zandvoort dus 'niet alleen als boeiend filmdecor, maar ook als dramatisch wedstrijdterrein.' De Telegraaf kopte daarom alvast ',,Zandvoort" hoofdrol in film ,,Grand Prix"'. Het levert hoe dan ook een van de meest enerverende rondjes op van het oude duinencircuit die ooit op filmbeelden is vastgelegd. En let bijvoorbeeld op het feit dat er nog zonder veiligheidsgordels wordt gereden!





Receptie


De film stond oorspronkelijk voor Kerstmis 1966 op de rol. In Nederland moest men echter wat langer wachten, in Amsterdam zelfs tot in het voorjaar van 1968! Het grote succes van Dr. Zhivago betekende namelijk dat het Bellevue cineramatheater aan de Marnixstraat was volgeboekt. Bioscoopbezoekers in Den Haag en Rotterdam konden al eerder van de film genieten, evenals die op de Antillen trouwens voor een speciale benefietvoorstelling in de zomer van 1967 vanwege een grote aardbeving in Caracas.


Advertentie uit Amigoe di Curacao d.d. 17-08-1967 voor de benefietvoorstelling van de film Grand Prix.

De film werd in de eerste plaats geprezen als een technisch meesterwerk; zij zou dan ook drie Oscars opleveren voor geluid, geluidseffect en redactie. Maar als menselijk drama schoot zij toch tekort ('Zijn personen zijn clichè-figuren, die cliché-levens leiden'). De drijfveer van de coureurs om hun leven op het spel te zetten bleef, ook na drie uur race-spektakel, een mysterie.
De ware sterren van de film waren de racewagens c.q. de race-opnamen. Volgens de Telegraaf, dat sprak van een 'race-spektakel', gaf de film een 'boeiend en sfeervol beeld van zo'n raceleven vol spanningen, sentimenten en intriges en de vreugden en drama's ter consequentie'.
Het vrije volk vond de film weliswaar eveneens een 'enorm spektakelstuk', maar toch ook vrij gruwelijk. 'Zij trekt een bloedig spoor van menselijke wrakken, slachtoffers van die ondefinieerbare geldingsdrang, die coureurs in heviger mate dan gewone stervelingen hebben.' Het was, kortom, vooral een lawaai-film voor jongeren. Elders werd eveneens gesproken van een harde film die 'voor de niet-liefhebber van autorennen toch ook iets eenzijdigs heeft', ook al was het geen eenzijdige verheerlijking van de race-ondernemingen'. Anderen vonden daarentegen juist dat de facade van klatergoud in de racerij op onbarmhartige wijze werd onthuld.

James Garner


Een van de sterren van de film overleed afgelopen zomer op 89-jarige leeftijd: James Garner. Hoewel zijn overlijden ook de Nederlandse pers haalde, bleef een uitgebreid in memoriam achterwege. Daarmee bleef ook zijn rol in deze legendarische cultfilm ongenoemd. Op de Nederlandse poster staat het desondanks als volgt:

Zie James Carner [sic] op sensationele wijze de Grand Prix van Nederland op het circuit van Zandvoort winnen.
Zie hoe enthousiast ook het Nederlandse publiek is bij het aanschouwen van de snelheidsduivels, die over het circuit in de blonde duinen van Nederlands grootste badplaats daveren in hun felle strijd naar roem, eer en geld.

In de eerste helft van de jaren zestig had Garner vaak de mannelijke hoofdrol tegenover filmsterren als Audrey Hepburn, Doris Day, Kim Novak en Shirley MacLaine. Als 'second lead' was hij naast Steve McQueen ook te zien in de bekende oorlogsfilm The Great Escape (1963). Op Zandvoort genoot hij volop:

James Garner, met Montand een van de racende acteurs, was onder de indruk van de Hollandse vrouw-in-het-algemeen en wilde daarover wel een college geven in het prozaische decor van autobanden en bezinepompen achter de pits. Na halfvier heeft hij niet veel meer gezegd sinds zijn boezemvriend Dan Gurney, geenszins kansloos, de strijd moest staken. Garner voelt zich overigens heerlijk in deze rol die eigenlijk zijn eerste ruige is sinds het zoetere liefdewerk met Doris Day.





Ultieme racefilm


Hoewel groots qua opzet en uitvoering, is de film zelf dat uiteindelijk toch niet. Maar geen liefhebber van de autosport kan ook maar een moment zonder deze film ooit gezien te hebben: Grand Prix is, bijna vijftig jaar na dato, nog altijd de beste film ooit gemaakt over de autorensport. Of volgens een eigentijdse recensie:

Een film, die vooral zal worden gewaardeerd door mannen. Maar die moeten wel dol zijn op autorennen.'


Bronnen:

De Telegraaf 15-07; 23-07; 25-07-1966; 03-05-1968
Het Vrije Volk 20-10-1967
Limburgsch Dagblad 21-07-1966; 02-02-1968.
Amigoe di Curacao 17-08; 25-08-1967
De Tijd De Maasbode 28-07-1967

Geen opmerkingen: