Zoeken in deze blog

Translate

maandag 27 mei 2013

Wereldfietsen (3): Thomas Stevens

Terwijl in Nederland het fietsen langzaam op gang kwam, was er elders in de laatste twee decennia van de 19e eeuw sprake van een heuse 'bike craze'. Het enthousiasme voor de fiets viel niet meer te stoppen en de meest gekke stunts (en fietsen) werden bedacht. Een daarvan was het wereldfietsen.

Thomas Stevens


Thomas Stevens (1854-1930) wordt algemeen als de eerste wereldfietser beschouwd. Van april 1884 tot eind 1886 ondernam hij deze bijzondere tocht om de wereld, volgens De locomotief - om precies te zijn - 'een vélocipèdereis om de wereld'. Anderen, als De Gooi-en Eemlander, verwezen naar termen als 'een wieler' of 'tweewieler'; het Rotterdamsch Nieuwsblad hield het daarentegen op 'een rijwieler'. Met andere woorden: de fiets was als fenomeen en begrip nog lang niet ingeburgerd.

Amerika


De jonge Engelsman, die al jong naar de Verenigde Staten was vertrokken, fietste eerst van San Franciso naar Chicago in 42 dagen oftewel 50 Engelse mijlen per dag, en vandaar door naar Boston waar hij op 4 augustus 1884 arriveerde. Hij had nauwelijks bagage bij zich; zijn jas fungeerde tevens als tent en matras.
Hij was weliswaar niet de eerste die deze transcontinentale tocht per rijwiel ondernam - zeven man gingen hem vanaf begin jaren tachtig vooraf - maar wel de eerste die hier in slaagde. De bergketens en woestijnen vormden een serieuze hindernis; Stevens legde dan ook eenderde van de route te voet af.

Sponsor


Gedurende de winter verbleef hij in New York waar hij zijn verhaal uitwerkte voor artikelen in Outing. De eigenaar van dit blad, Col. Pope, besloot vervolgens zijn idee voor een wereldreis te sponsoren. Na in het voorjaar van 1885 vanuit New York per stoomboot naar Liverpool te zijn gegaan, fietste hij op 4 mei door naar Dover. Hier stak hij het Kanaal over.

Europa




Vervolgens fietste hij via Parijs, Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Turkije naar Constantinopel. Hier verbleef hij zes weken. Vervolgens ging het door via Angora, Yozgat en Ergeroem naar Tabriz, waar hij eind september 1885 arriveerde. Te Angorn, Yusgat en Sivois moest de gewapende macht eraan te pas komen anders zou hij door de nieuwsgierige massa zijn verdrukt. Onderweg was hij eenmaal aangerand, maar hij had aan de belagers weten te ontkomen.

Azië


Via Meshed, Teheran en Herat reed hij door naar het Midden-Oosten. Ruim een maand later, begin december, arriveerde 'de koene wielrijder' in Teheran om aldaar de winter door te brengen als gast van de Sjah van Iran.
Op de laatste paar dagen van zijn tocht had hij maar liefst 200 Engelse mijlen of ruim 100 kilometer per dag afgelegd. De wegen in Perzië, 'die door het verkeer der kaamelen hard en gelijk zijn', bleken zeer geschikt voor vélocipèdes!

India


Op zijn gehele reis door Bengalen had hij slecht weer; niet verwonderlijk gedurende de moesson. De wegen waren in stromen veranderd en zijn kleren kletsnat. Hij reed door districten waar de inlanders bij massa's stierven (Bengalen werd wel vaker geteisterd door massale hongersnoden).
Dat Stevens zelf gezond bleef, ondanks dat hij overal water dronk en ook anderszins onvoorzichtig was (volgens hem onvermijdelijk op een fietsreis door India in de maanden augustus en september), weet hij aan zijn dagelijkse lichaamsoefeningen.
'Niettegenstaande alle ongemakken, was ik toch steeds opgetogen over de prachtige wegen, die op veel plaatsen zoo gelijk als asphalt plaveisel zijn. Van Lahore tot Sasseram, een afstand van 1.000 mijlen, is de weg de schoonste ter wereld.'
Hij wilde slechts enkele dagen in Calcutta verblijven anders vreesde hij in China door de winter te worden overvallen. Zijn plannen om voor Kerstmis terug in Amerika te zijn lagen inmiddels in duigen.

China


Desondanks kostte zijn tocht door China hem uiteindelijk nog de meeste moeite. Hier werd hij, gezeten op zijn hoge machine, voor een afgezant van de duivel gehouden. Men begon hem met stenen te bekogelen en wilde hem te lijf gaan. Te Kan-teho-foe moest hij bij een overheidsdienaar in huis vluchtten en door soldaten met gevaar voor eigen leven worden beschermd. Zijn fiets viel in handen van de bevolking die enkele spaken brak.

Stevens belaagd in China.

Wegens zeer slecht en regenachtig weer maakte hij eveneens weinig voortgang: de fiets werd af en toe door hemzelf geduwd of door enkele koelies gedragen. Door zijn revolver te tonen wist hij soms erger te voorkomen. De laatste etappe ging door Japan van Nagasaki naar Yokohama, waar hij op 17 december 1886 arriveerde. In januari 1887 was hij terug in San Francisco.


Afloop


Naar eigen zeggen had hij 13,500 mijl (ca. 22.000 km) gefietst maar van deze totale afstand had hij een flink deel gelopen. In 1887 verscheen zijn verslag getiteld Around the World on a Bicycle, een instant bestseller.
Zijn reputatie was meteen zo groot dat hij het jaar daarop namens de New York World de ontdekkingsreiziger Stanley ging vinden. Stanley - die zelf eerder dr. Livingstone had gevonden in Afrika - was nu zelf in de Kongo zoekgeraakt. Stevens wist hem inderdaad als eerste te traceren.
Na enkele jaren van reizen keerde Stevens in 1895 terug naar Groot-Brittannië waar hij uiteindelijk directeur van een theater zou worden. Zijn fiets werd door de fabriek van Pope bewaard, maar in de Tweede Wereldoorlog omgesmolten voor metaal.



Bronnen


De locomotief 13-06-1885
De Gooi-en Eemlander 26-09-1885
Rotterdamsch Nieuwsblad 26-10-1885
http://www.adventurecycling.org/default/assets/resources/201005_TheFearlessTraveler_Koss.pdf
http://www.japanbiking.com/tours-2/previous-tours/thomas-stevens-1884/
http://www.bikechina.com/ct-tstevens-maps.html
Project Gutenberg: Around the world on a bicycle, deel 1 en deel 2


Reeds verschenen:
Wereldfietsen (1): de oorsprong
Wereldfietsen (2): 'Groote Tochten'



dinsdag 21 mei 2013

Wereldfietsen (2): 'Groote Tochten'

Fietsen was eind negentiende eeuw beslist geen vanzelfsprekendheid - laat staan het afleggen van grote afstanden. Wielrijden moest je aanvankelijk leren in een aparte rijschool, waartoe er diverse in grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht werden opgericht. Tegelijkertijd waren de machines duur en dus lang niet voor iedereen weggelegd: fietsen was vooralsnog alleen iets voor de gegoede klasse.

Summary
Cycling in the Netherlands was from a very early stage (1883) largely organized through the Royal Dutch touring club. Cycling was seen as an energetic excercise reserved for the upper middle class. Club members often went outside the city into the surrounding countryside. Some of them ventured even further and explored the European continent from the mid 1880s.


ANWB


Het wielrijden had vanaf het prille begin een belangrijke bondgenoot nadat er begin jaren tachtig enkele lokale clubs waren opgericht. In 1883 werd te Utrecht de Nederlandsche Vélocipedistenbond opgericht die twee jaar later tot de ANWB werd omgedoopt of Algemene Nederlandsche Wielrijders-Bond. Als belangrijke vorm van promotie werd een eigen tijdschrift in het leven geroepen: de Kampioen (1884). Verder waren er regionale clubbijeenkomsten en georganiseerde toertochten. Leden hadden tevens een eigen bondskostuum.

J.C. Burkens


Dr. J.C. Burkens, arts te Leiden, voorvechter van diverse sociale kwesties en tevens de latere eerste secretaris van de bond vanaf 1891, verwoordde de belangrijkste reden om te fietsen aldus:
Wij wielrijders waren jong en krachtig, wij reden niet om op gemakkelijke wijze onbekende streken te zien, wij beklommen ons wiel niet om in anderer gezelschap aangename uurtjes te slijten; de werkelijke oorzaak was de karaktertrek, eigen aan allen, die niet met een Jan-salie-geest doortrokken zijn: den drang om wat meer te praesteeren dan een ander; wij hadden meer dan genoeg van de muffe gymnastiekzaal met stoffige matrassen en militaire discipline, wij wilden ook trachten, onzen moed, onze vlugheid te beproeven in de open lucht. Het was dezelfde drang, die een jongen vogel het warme nest uitjaagt".
In 1900 schreef dezelfde auteur overigens het hoofdstuk over de wielersport in Het Boek der Sporten van Jan Feith.

J.C. Burkens (illustratie uit 1908). Bron: Het Geheugen van Nederland.

Het moge duidelijk zijn dat Burkens hoge verwachtingen had van de fiets en zijn berijder. Kon het bekende, 19e-eeuwse beeld van Nederland in verval worden gekeerd d.m.v. prestatiedrang en durf op deze nieuwe machine?


Charles Bingham


De Engelsman C.H. (Charles) Bingham is een van Nederlands' fietspioniers en tevens mede-oprichter van de ANWB. Aan de hand van tochten door het land stelde hij in 1884 het zogeheten 'Handboek' samen, de voorloper van de latere reiswijzer. Dit boek bestond uit ' omschrijvingen der wegen tusschen de belangrijkste plaatsen van Nederland, lijsten der consuls-hotels, koffijhuizen en reparateurs, met adressen, in de steden en grootere dorpen, benevens enige andere mededelingen.'

Bingham op zijn 'Matchless'.

'Groote Tochten'


De Kampioen stelde als norm voor 'groote tochten' 70 K.M. per dag en vroeg zijn leden verslagen hieromtrent in te zenden. Bingham was een van de eersten die dat deed.
Rond Pinksteren 1884 reed hij van Chiasso aan de Zwitsers-Italiaanse grens over de Alpen naar Mainz in Duitsland via de Cenere, Gotthard, Alpisnacht en Tittisee-passen. Hij reed deze 791 km lange tocht in 11 dagen, met een daggemiddelde van 72 km.
Zijn grootste dagbereik was maar liefst 151 en een halve km! Hij legde deze tocht zeer waarschijnlijk af op zijn 54 inch "Matchless", die hij vervolgens te koop aanbood voor fl. 180.-. (met enige schade aan het nikkel) wegens aanschaf van een lagere machine (een safety).

M. Wagner


Max. Wagner vertrok in het najaar van 1884 op 10 september vanuit Den Haag. Zijn adres aldaar wordt gegeven als Noordstraat 38; hoewel inwoner van de stad, lijkt hij van oorsprong geen Hagenees te zijn geweest.
Door middel van dagtochten reed hij allereerst via Nijmegen, Keulen, Boppard, Alzey (Hessen) naar Mannheim. Hier arriveerde hij op 14 september om 12 uur. Later die middag reed hij nog met de plaatselijke V.C. naar Heidelberg en terug.
Vervolgens reed hij via Speier, Gemersheim, Weissenburg, Worth, Bitsch, Saargemund, Metz en Montmedy naar Sedan waar hij op 20 september arriveerde. Van Sedan ging hij weer op weg naar Den Haag.


Bronnen:
De Kampioen jaargang 1884

Eerder verschenen:
Wereldfietsen (1): de oorsprong


maandag 6 mei 2013

De abdicatie (2): de akte of oorkonde

Op dinsdagmorgen 30 april 2013 om 10.07 (enkele minuten later dan aangekondigd) tekende koningin Beatrix de zogeheten Akte van Abdicatie. Veel Nederlanders waren getuige hiervan: 5,4 miljoen mensen zagen dit rechtstreeks gebeuren op televisie.

Summary
Following the abdication of Queen Beatrix of the Netherlands the new Act of Abdication (2013) shows significant differences from its predecessors of 1980 and 1948. These are foremost the result of a decline in the importance of the discipline of diplomatics in modern times, but may also hint at deeper changes in society.

Abdicatie


De ondertekening van de acte van abdicatie was natuurlijk het - archivistisch - hoogtepunt van de dag. Als type document behoort dit tot de oorkondenleer of diplomatiek, iets dat niet meer onderwezen wordt op de Archiefschool.
Aike P. heeft in zijn bijdrage ('vragen van een vakidioot') al met name gewezen op de kwestie van de afschriften. Zelf gaf ik in een tweet onmiddellijk aan verbaasd te zijn over de bij woord aangekondigde maar bij daad ontbrekende grootzegel. En zo blijkt er bij nader inzien nog wel meer aan de hand te zijn met dit bijzondere staatkundige document.

Grootzegel


Als we de twee versies van 1980 en 2013 eens met elkaar vergelijken dan zien we enkele opmerkelijke verschillen die ook nergens worden toegelicht. Allereerst de kwestie van het Grootzegel. In de tekst van 1980 staat hieromtrent het volgende gesteld:

'Deze mijn verklaring, met mijn handtekening bekrachtigd en van het Grootzegel van het Koninkrijk voorzien etc.'

Het Grootzegel was met andere woorden al vantevoren bevestigd aan het document.

Acte van abdicatie (1980).

Interregnum?


In 2013 is de gevolgde procedure gewijzigd. De akte wordt wederom in eerste instantie bekrachtigd door middel van de handtekening van de koningin, die zichzelf daarmee op unieke wijze uit de geschiedenis schrijft.

'Deze verklaring, met mijn handtekening bekrachtigd etc. ... zal in het archief van het Kabinet van de Koning worden bewaard, nadat deze van het Grootzegel van het Koninkrijk is voorzien.'

Het vooralsnog ontbreken van het Grootzegel is zonder meer opmerkelijk. Als de acte van abdicatie een oorkonde is - en dat is het vanwege het (Groot)zegel - is het dan als document wel geldig zonder dit contraseign? Dit zegel geldt tenslotte als waarborg voor de echtheid van de belangrijkste en meest plechtige oorkonden en documenten.
Indien dit niet het geval is dan zit Nederland sinds dinsdagmorgen 30 april 10.07 tot aan de feitelijke plaatsing van het Grootzegel in feite zonder vorst, oftewel is er sprake van een interregnum.

Acte van abdicatie (2013). Onder de acte valt het lint te zien,  maar nog zonder zegel.

Oorkondenleer


Inmiddels heb ik uit betrouwbare bron vernomen dat plaatsing van het Grootzegel, of het zogeheten linten, alsnog op maandag 6 mei zal gebeuren op het Nationaal Archief.
Hoewel hier enkele genodigden bij aanwezig zullen zijn, zou het ook goed zijn als de pers hier in ruime mate bij aanwezig was ter democratische controle. Nog beter zou het zijn geweest als dit met een duidelijke vooraankondiging (via een persbericht) zou zijn gebeurd in plaats van nu min of meer in het geniep. Alleen minister Plasterk gaf hier in een tweet van 1 mei enige ruchtbaarheid aan.

Democratische controle


Archieven zelf hebben namens de overheid altijd de mond vol over democratische controle als hun belangrijkste functie maar op dit belangrijke punt laten alle betrokken partijen (het Koninklijk Huis, de betrokken ministeries, het Nationaal Archief) het in dit geval afweten.
Tot welke misverstanden e.e.a. kan leiden, blijkt bijvoorbeeld uit het lemma op Wikipedia over de Troonswisseling waar (notabene met voetnoot) staat: 'Na de ondertekening werd de akte voorzien van het koninklijk zegel.' Tot zover de betrouwbaarheid van Wikipedia!
De gepleegde werkzaamheden en veranderingen aan het document op maandag 6 mei 2013 dienen in feite bij wijze van proces-verbaal aan het bestaande document te worden toegevoegd om dit rechtskracht te geven. Zal dat gaan gebeuren? Wederom: we weten het niet.

Handtekeningen getuigen


Tegelijkertijd is dit - tijdelijk - achterwege laten van het Grootzegel een nader teken dat men het met de oorkondenleer niet zo nauw meer neemt in de 21e eeuw. Ook in de plaatsing van de handtekeningen op de acte zien we overigens opmerkelijke verschillen.
In menige (oude) akte is het meestal zo dat eerst de getuigen worden genoemd; daarna volgen pas de supplianten of hoofdbetrokkenen. Deze volgorde geldt bijvoorbeeld ook nog altijd bij het opstellen van adelsdiploma's.
Als we naar de versie van 1980 kijken, dan zien we dat ook nog min of meer dit oude schema is gevolgd: in dit geval staan ter linkerzijde van de bladzijde de getuigen, terwijl de hoofdbetrokkenen aan de rechterzijde staan. En zo was het eveneens in 1948.

Acte van abdicatie (1980).

Acte van abdicatie (1948).

In 2013 is dit heel anders geworden: de koningin en de twee koninklijke getuigen komen als eerste onderaan de akte, terwijl pas op een volgende pagina de overige (niet-koninklijke) getuigen komen. De representanten van de monarchie plaatsen zich hiermee op een apart soort voetstuk, zo lijkt het: boven de partijen i.p.v. er naast. Premier Rutte verklaarde overigens plaatsing van zijn handtekening als een persoonlijk hoogtepunt te beschouwen van de ceremonie.

Nieuw model


Het niet op een-en-dezelfde bladzijde voorkomen van alle handtekeningen is dus al evenmin gebruikelijk. Dit lijkt mede te komen door het nieuwe model dat is gehanteerd voor de acte. Bij Juliana/Beatrix is er sprake van een staand of horizontaal model. Dit was in feite nog een uitklapbare rol, waarin we ook duidelijk de middeleeuwse oorsprong van de oorkonde herkennen.

Bron: ANP Historisch Archief.

Bij Beatrix/Willem-Alexander is er sprake van een liggend of verticaal model. De vormgeving van het document en de bijbehorende map lijkt daarmee meer op menig andere moderne akte, zoals Europese verdragen.

Europese akte (1986).

Vernieuwing


Aldus rijzen er meerdere, archivistische vragen over vorm en inhoud van het belangrijkste staatkundige document in jaren. De vernieuwing van de monarchie mag dan een voldongen feit zijn, qua feitelijkheden valt hier wel het een en ander op af te dingen.

Verzegeling


De verzegeling vond op 6 mei 2013 plaats in het restauratieatelier van het Nationaal Archief. Of er ook een proces-verbaal is opgemaakt, is onbekend.

 


Nawoord d.d. 20 mei 2013
Passage over de verzegeling toegevoegd


Gerelateerde blogs:
Zoek: officiële of belangrijke documenten


donderdag 2 mei 2013

De abdicatie (1): de koninklijke standaard

Vrijwel unaniem spreekt men van een perfecte organisatie maar staatsrechtelijk gezien valt er toch het nodige aan te merken op de ceremonie rondom de abdicatie. Ik richt mij in dit en volgende blog (morgen) slechts op twee deelaspecten, die ooit nauw verwant waren met de beoefening van de geschiedwetenschap: heraldiek en diplomatiek.

Koninklijke standaard


Een van de meest opvallende momenten in de uitzending (en registratie door de NOS) betrof het naar beneden halen van de vlag of standaard van koningin Beatrix op het Paleis op de Dam en het hijsen van de vlag of koninklijke standaard van Willem-Alexander. Het verschil tussen beide vlaggen is weliswaar nauwelijks waarneembaar maar op het cruciale punt bleven de commentatoren in gebreke. Bovendien klopt er 'iets' niet aan deze vlag.

De nieuwe koninklijke standaard.

Militaire Willemsorde


Het minieme verschil tussen het wapen van de koningin en de koning werd op televisie, enigszins lacherig, wel in beeld gebracht d.m.v. een kaartje maar niet inhoudelijk geduid. De commentaren gaven overigens toe hier geen deskundigheid in te hebben: hoe dan ook een kwestie van slechte voorbereiding dus.
De - onaangekondigde  - verandering betreft de vormgeving van de versierselen van het grootkruis van de Militaire Willemsorde die om het wapen heen hangen. In plaats van plaatsing op een rozet, zoals het hoort (zie onderstaande afbeelding), is dit een strikje geworden.

Het lint van het Grootkruis van de Militaire Willemsorde.

Betrokkenen


Vreemd is allereerst dat deze heraldische vernieuwing nergens is afgekondigd. De koninklijke standaard staat vast sinds 1908 en is sindsdien ongewijzigd gebleven. Uiteraard gaat men bij een dergelijke beslissing niet over één nacht ijs. Betrokkenen in deze kwestie zijn: de Kanselarij der Nederlandse Orden, het Koninklijk Huisarchief, de dossiers zoals bewaard op het Nationaal Archief in het Kabinet der Koningin en de Hoge Raad van Adel als adviesorgaan.

Koninklijk Huis


De verwarring begint overigens al bij het Koninklijk Huis zelf. In een persbericht van 18 februari moest zij een eerder persbericht van 29 januari op dit punt herroepen, namelijk dat er iets zou veranderen: een helm i.p.v. een kroon in het koninklijk wapen. Op de 18e stelt men expliciet dat er 'geen verandering in de vormgeving zal plaatsvinden'. Ook op haar website meldt de Kanselarij expliciet: 'het lint heeft een rozet'.
Maar pas wie het persbericht echt heel goed leest kan afleiden dat het wapen niet maar de standaard wel gaat veranderen, zonder dat men overigens aangeeft hoe. Alleen van het wapen zegt men namelijk expliciet dat dit hetzelfde blijft; de standaard daarentegen is in 1908 vastgesteld en 'bleef daarna ongewijzigd gevoerd'. Men laat dus zogezegd ruimte voor enige verandering.
Een kniesoor die er op let, zou je zeggen, maar toch: regels en wetten zijn er om nageleefd te worden, zeker inzake de monarchie waar ceremonieel zo'n belangrijke rol bij speelt, en dat is hier dus niet gebeurd. We kunnen dan ook zonder twijfel spreken van een heraldische c.q. staatkundige noviteit zonder dat er regelgeving aan vooraf is gegaan. En daarmee is tevens een nieuw precedent geschapen, juist datgene waar de monarchie vaker om wordt bekritiseerd: de ongeschreven regels van het paleis.

Staatsieportretten


Het nieuwe - modieuse? - strikje valt eveneens duidelijk te zien op het staatsieportret van de koning, iets boven zijn linkerhand.



De strik valt helaas enigszins weg (rechtsonder) op de staatsiefoto van Beatrix uit 1980, waardoor geen optimale vergelijking valt te maken.

Bron: ANP Historisch Archief (fotograaf Max Koot).


Binnenkort het vervolg: 
- de abdicatie (2): de akte of oorkonde