Zoeken in deze blog

Translate

Posts tonen met het label herdenking Eerste Wereldoorlog. Alle posts tonen
Posts tonen met het label herdenking Eerste Wereldoorlog. Alle posts tonen

zondag 9 november 2014

De actualiteit van monumenten: 1914-2014

Dit jaar wordt het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog op grote schaal herdacht.

Summary
New monuments in memory  of the First World War in Great Britain and France show a different national approach to the act of remembrance.

Paul Robbins


Geen herdenkingsmonument heeft internationaal zo de aandacht getrokken als het poppieveld bij de Tower in Londen. Het ontwerp is bedacht door kunstenaar Paul Robbins, samen met ontwerper Tom Piper, en heet officieel Blood Swept Lands And Seas of Red. Als centraal element koos hij voor de klaproos of poppie - inmiddels het symbool voor de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog.

888.246


Sinds eind juli dit jaar zijn dagelijks door duizenden vrijwilligers keramieken poppies in de grachten rond de Tower te Londen geplaatst. Aan de vooravond van de jaarlijkse officiële herdenking op 11 november staan er in totaal 888.246: eentje voor elk slachtoffer namens Groot-Brittannië en de Commonwealth (de Britse kolonien). Het vullen van de grachten geeft iets weer van de schaal van het menselijk verlies.
Het oorspronkelijke plan was om op 12 november met de ontmanteling van de tijdelijke installatie te beginnen. De keramieken poppies zullen daarna tegen een vaste prijs van 25 pond ten behoeve van goede (militaire) doelen worden verkocht.


People power


Sinds de oprichting is het monument een eigen leven gaan leiden. Om de duizenden bezoekers dagelijks te accommoderen zijn openingstijden verruimd, is er verlichting geplaatst voor bezoek in de avonduren etc. Medio november zullen vier miljoen mensen het kunstwerk hebben bezocht.
Naarmate het monument voltooid was gingen politici steeds harder roepen om de tijdelijkheid ervan op te heffen. Eerst was het vorige week de burgemeester van Londen (Boris Johnson) en vervolgens bijna alle politieke leiders. Online werd een campagne gestart voor verlenging van een jaar. Een poging tot tussentijdse illegale verkoop van een keramieken poppie werd via de media door eBay snel verijdeld.
Gisteren maakte premier Cameron bekend dat een deel van de installatie in ieder geval tot eind november zal blijven staan, alvorens op tournee te gaan door het land om later in een museum te worden geplaatst.

Te mooi?


Actrice en Labour-activiste deed vanochtend op Remembrance Sunday de interessante suggestie om met een tank door de grachten te rijden en zo alle poppies stuk te maken. In plaats van eeuwige sentimentalisering van de geschiedenis, geeft dat ook een betere reflectie van de vele - vaak letterlijk gebroken - lichamen achtergelaten op de slagvelden.
Haar commentaar reflecteert enigszins dat van een kunstcriticus die het Tower-monument niet alleen te mooi vindt als herinnering aan de 'horrors of war' maar ook te nationalistisch. De criticus ziet liever realistische oorlogskunst als dat van kunstenaar (en oorlogsvrijwilliger) Otto Dix over dood en verderf. In een fraai staaltje van datavisualisatie werden de gevulde grachten rond de Tower, hoe indrukwekkend ook, daarom afgezet tegen alle doden uit de Eerste Wereldoorlog om iets van de schaal weer te geven

Frankrijk


Een nieuw monument in het noorden van Frankrijk laat wellicht zien hoe het ook anders kan. Op de grootste nationale militaire begraafplaats van Notre-Dame-de-Lorette (in de buurt van Arras) wordt a.s. dinsdag een internationaal monument onthuld. Aan weerszijden van de D937 tussen Bethune en Arras liggen hier tal van monumenten of begraafplaatsen van deelnemende naties als dat van Canada (Vimy) en Duitsland (Neuville Saint-Vaast).



Het monument is ontworpen door Philippe Prost in de vorm van een elliptische ring. In alfabetische volgorde staan alle 580.000 namen van gevallenen in het noorden van Frankrijk, ongeacht rang, religie of nationale afkomst, erop vermeld. De namen zijn verzameld door de historicus Yves Le Maner. Hoewel in de eerste plaats een regionaal initiatief (Nord-Pas-de-Calais), is gekozen voor een Europese of meer universele aanpak. De Fransen gaan aldus voor het grote (architectonische) gebaar in plaats van het sentiment.
Vanuit de Britse organisatie Commonwealth Wargraves Commission bestond aanvankelijk overigens enig bezwaar tegen het mixen van de nationaliteiten, maar de koningin gaf alsnog haar instemming met dit idee. Het herdenken van een oorlog blijft, ook na honderd jaar, dus nog actueel en controversieel.


Gerelateerde blogs
Monumentaal? Martin Luther King herdacht

Eerste wereldoorlog en herdenken

Facebook 1914 of de Eerste Wereldoorlog herdacht
De lafaards (?) uit de Eerste Wereldoorlog
De papieren dood: Hitler, zijn hond en de Eerste Wereldoorlog
Begraven, herdenken en weer vergeten
Beeldtaal (4): de symboliek van oorlog (de onbekende soldaat)
Beeldtaal (3): de symboliek van oorlog (11/11/11)
Beeldtaal 1: van oude mensen (en de dingen die voorbij gaan)


vrijdag 3 januari 2014

Facebook 1914 of de Eerste Wereldoorlog herdacht

Er bestaat kennelijk zoiets als het Eurobest reclamefestival (en dat al sinds een kwart eeuw). Op dit evenement, dat in december 2013 in Portugal werd gehouden, viel in de contentcategorie het project 'Facebook 1914' in de prijzen. Tevens werd een mediaprijs in Frankrijk gewonnen.
Uit een uitgebreide analyse van Mediaforta blijkt dat men wel degelijk met echte content binnen een puur historische context kan scoren onder de sociale media. Behalve voor musea, hopelijk ook een goede les voor archieven en bibliotheken: met digitalisering van de collectie alleen kom je er niet.

Museum


Het Franse oorlogsmuseum Musée de la Grande Guerre du Pays de Meaux bestaat pas sinds 2011. Het is een klein en jong museum. Het museum bedacht om een campagne op te zetten op Facebook 'om met systematische content productie en goede storytelling awareness te genereren bij een niet zo makkelijke doelgroep.'
Centrale uitgangspunt is: beeld je in dat Facebook een eeuw geleden zou hebben bestaan; een omkering van de werkelijkheid dus. Tevens richt de campagne zich qua doelgroep duidelijk op jongeren. Die zijn vooral op sociaal media aanwezig maar komen veel minder in musea.

Léon Vivien


In samenwerking met marketingpartner DDB Parijs kwam men tot het creatieve idee om over de schouders van iemand mee te kijken naar de gebeurtenissen van de Eerste Wereldoorlog. Men bedacht het fictieve personage Léon Vivien, ook al baseerde men zijn verhaal op waargebeurde historische feiten.
Hierbij concentreerde men zich op één medium (monomediaal). Dit is tegen de trend in, want meestal worden meerdere (sociale) media tegelijk gebruikt.

Bureau en opdrachtgever kozen voor een aanpak die toont hoe de technieken van content marketing hun weg kunnen vinden naar een Facebook campagne die op awareness mikt. Ze creëerden de Fransman Léon Vivien die zijn gezin moet achterlaten om eerst opgeleid te worden tot soldaat en vervolgens naar het front te vertrekken.
Zijn verhaal deelt hij met zijn vele volgers op Facebook en het sterke van de uitvoering van het idee zit hem in de ritmiek en de storytelling. Elke dag laat Léon weten hoe zijn leven in de oorlog eruitziet. Dat levert honderden posts op, met een trouw publiek, maar ook met een uitgedachte plot. 
Tien personages staan centraal in de storytelling en alles spitst zich toe op de vraag of Léon ooit zijn gezin zal terugzien. Maar in de marge van het grotere verhaal, krijgt de lezer ook pakken informatie mee over het leven van gewone mensen in oorlogstijd. Knap is dat het verder gaat dan een verhaal bedenken. Het museum integreerde ook doordacht haar ‘eigen’ content door de Facebook van Léon Vivien ruim te spekken met materiaal uit het museum.

Resultaten


De Facebook campagne begon op 10 april 2013 en duurde tot 23 mei. Zoals van een reclamebureau mag worden verwacht, werd ook een fraaie promofilm gemaakt. Maar eveneens, om de professionele aanpak van de campagne te onderstrepen, werden de resultaten achteraf gemeten met enkele verbluffende resultaten.




De geschatte mediawaarde aan free publicity bedraagt 3 miljoen euro, tegenover een investering van nauwelijks 250 euro (voor de 400 uitnodigingen van de persconferentie bij de start) volgens het promofilmpje.
Ook qua pure bereikresultaten scoorde Facebook 1914, met al meteen 50.000 likes vanaf de eerste twee weken dat Léon aan het posten ging en met daaraan gekoppeld 7.500 shares.

De grote hoeveelheid likes dankt de pagina in belangrijke mate aan de persconferentie en media-aandacht waarmee het de campagne op gang schoot. Anne-Marie Gibert, die bij DDB Parijs de PR-strategie bedacht, liet weten dat de 50.000 likes er zonder enige media-aankoop kwamen. “Wij hebben niet ingekocht op Facebook, de likes komen op het conto van de originele persuitnodiging die een oproepbrief uit de oorlog van 14-18 herneemt”, aldus Gibert.

Content


In totaal hoorden 9 miljoen Fransen van het bestaan van Léon af. De commentaren en vragen op de Facebookpagina kregen overigens netjes een antwoord van het museum (nog een, weliswaar broodnodige, investering in tijd en content). 'De kosten voor content productie brengt het bureau hier niet in kaart (elke dag een post schrijven, materiaal uploaden, de site onderhouden, enz.), al zal de som van deze kosten ook onder het verdiende earned mediabedrag blijven.'

Like-cultuur


Culturele instellingen gebruiken hun sociale media nog altijd overwegend als eenrichtingsverkeer voor het verspreiden van louter de eigen boodschap, in plaats van bijvoorbeeld serieus op vragen van het publiek in te gaan (dan wordt al gauw doorverwezen naar de afdeling Communicatie/Voorlichting).
Dit leidt overwegend tot nodeloze retweets ('wat een geweldige tentoonstelling; we hebben genoten') of eindeloze likes van afbeeldingen zonder enige context die maar zelden tot een inhoudelijke toevoeging of verrijking van de collectie leiden. De like-cultuur, waarvan de essentie nou juist is dat het geen enkele uitleg behoeft, is hoewel niet per se betekenisloos wel vrij inhoudsloos. En enige betekenis wordt ook zelden of nooit toegelicht of vastgelegd: waarom vind je iets mooi? welke herinneringen roept het op? Etc.

'Sales' 


Facebook 1914 laat goed zien dat investeren in (lees creeeren van) echte content in plaats van alleen een digitale reproductie van de collectie meer dan de moeite waard is. Inmiddels geldt zij als een mooi voorbeeld van hoe content tot meer 'sales' leidt. Het digitale project zorgde namelijk, aan de hand van deze 'awareness' campagne, voor een stijging van het aantal bezoekers aan het museum met 45%, en dat in het jaar voorafgaand aan de eeuwviering van de Grote Oorlog. En uiteraard is er - alsnog - ook een boek over deze virtuele ervaring van een fictief personage verschenen.


zaterdag 13 november 2010

Beeldtaal (4): de symboliek van oorlog (de onbekende soldaat)

In mijn vorige blog schreef ik over het einde van de Eerste Wereldoorlog en de gevechten op 11 november 1918. Zoals ik tevens concludeerde, zijn oorlogen in wezen nooit over.
Al kort daarna ontstaat daarom de behoefte tot herdenken.

Cenotaph

De herdenking in Groot-Brittannië op 'Remembrance Sunday' centreert zich altijd rond de regeringsgebouwen te Whitehall. Dit jaar is het negentig jaar geleden dat aldaar de Cenotaph of lege tombe werd onthuld. De gedenknaald is een ontwerp van Sir Edwin Lutyens. In 1919 stond er al een tijdelijk staketsel (op aangeven van premier Lloyd George) van hout en pleisterwerk ter gelegenheid van de viering van de vrede in juli.
Het publiek legde er vervolgens massaal bloemen neer. Daarnaast verschenen in de kranten foto's van de gebrachte eresaluten door de leiders. Hierdoor was al gauw de gedachte geboren er een meer permanent gedenkteken van te maken (dit was dus uitdrukkelijk niet de bedoeling geweest).
De definitieve versie van Portland Stone werd onthuld in 1920. Behalve met de woorden The Glorious Dead is zij verder niet versierd.



Graf onbekende soldaat

Datzelfde jaar zag tevens de overbrenging van de onbekende soldaat van Frankrijk naar Engeland, bij wijze van een staatsbegrafenis. Dit initiatief van Dean Ryle van Westminster Abbey werd aanvankelijk niet met open armen ontvangen door het kabinet of de koning, die ook tegen de Cenotaph was geweest.
Van de belangrijkste begraafplaatsen werden 4 à 6 onbekende soldaten opgegraven en vervolgens bij elkaar gelegd in een kapel te St. Pol. Daar maakte brigadier-generaal Wyatt de definitieve keuze; de overigen werden weer herbegraven.
In een uitgebreide ceremonie werd de kist van Frankrijk naar Engeland overgebracht. Bekijk het originele filmpje:

ARMISTICE DAY 1920 ( aka ARMISTICE DAY IN LONDON - UNKNOWN WARRIOR BROUGHT TO ENGLAND )



Na de onthulling van de Cenotaph werd de kist overgebracht naar Westminster Abbey. Binnen een week bezochten ruim 1.250.000 mensen het graf van de onbekende soldaat. Dit is niet zo verwonderlijk aangezien er alleen al aan Engelse zijde ruim 300.000 'unkown warriors' zijn.
Het eenvoudige karakter van beide ceremonies bij de Cenotaph en in Westminster Abbey komt van de hand van Lord Curzon. Curzon is een klein beetje een held van mij. Zijn uitmuntende biografie door David Gilmour heb ik al diverse malen verslonden. In 1921 vond de eerste reguliere Rembrance Day-ceremonie plaats; zij is sindsdien in essentie niet gewijzigd.

Frankrijk

Datzelfde jaar werd in Frankrijk eveneens het graf van de onbekende soldaat onthuld, gelegen onder de l'Arc de Triomphe. Deze triomfboog is overigens een constructie van begin 19e eeuw à la de triomfbogen uit de Klassieke Oudheid en daarmee misschien toch wat minder geschikt als locatie.
Het oorspronkelijke plan was dan ook begraving in het Panthéon maar een uitgebreide publiekscampagne deed de regering alsnog hiervan afzien. Bijzonder aan dit graf is vooral de eeuwig brandende vlam.

Verenigde Staten

In Amerika werd Armistice day in 1919 verklaard tot een vrije of nationale feestdag. Pas vanaf 1926 volgden er gedenkingen. Na de Tweede Wereldoorlog, werd de dag vanaf 1953 (einde Korea-oorlog) omgezet in Veterans Day ter herdenking van de doden uit alle oorlogen. Inmiddels ligt het aantal veteranen op 25 miljoen.
Een bijzondere traditie is nog het eten van ravioli op 11 november, een maaltijd die in 1919 door president Wilson aan 2.000 soldaten op het Witte Huis werd aangeboden.



Graven

Nog indrukwekkender dan de nationale herdenkingen zijn de vele witte grafstenen die de talloze begraafplaatsen op het Europese vasteland, speciaal in Frankrijk en België sieren. Behalve door hun vaak overweldigende aantallen, is het hier vooral de simpliciteit die telt.
Over het ontwerp ervan is toen veel maatschappelijk debat geweest: Engeland was ten slotte op en top een klassenmaatschappij. Maar men was gezamenlijk in de loopgraven omgekomen waar de lichamen op een hoop lagen in omgewoelde aarde, kortom in de dood was er geen onderscheid geweest.

Aanbevolen literatuur:

Angela Dekker, De onbekende soldaat (Breda 2003).
David Cannadine, Aspects of Aristocracy (New Haven en Londen 1994); 'Lord Curzon as Imperial Impressario', p. 77-108.

Nawoord [16 november 2010]
Recent is een boek verschenen over de architectuur van de 140 begraafplaatsen ontworpen door Lutyens van Jeroen Geurts; bekijk het boek hier.

zondag 7 november 2010

Beeldtaal (3): de symboliek van oorlog (11/11/11)


Later deze week is het de elfde van de elfde. Op die dag, om elf uur 's ochtends, kwam er op 11 november 1918 een einde aan de Eerste Wereldoorlog. De Engelsen herdenken 'the Great War' jaarlijks op Remembrance Sunday en d.m.v. het dragen van een rode papaver of poppy. Dit is tevens een manier om geld in te zamelen voor veteranen (de Royal British Legion).

Wapenstilstand

Sinds 7 september 1918 hadden er besprekingen plaatsgevonden over een wapenstilstand in de bossen van Compiegne. De Duitsers hadden voorgesteld tussentijds al tot een wapenstilstand over te gaan. De besprekingen waren overigens niet veel meer dan een opgelegd ultimatum van de kant van de geallieerden o.l.v. de Franse maarschalk Foch: de Duitsers kregen 72 uur de tijd om hierover na te denken.
Van de sluiting van het akkoord zijn opmerkelijk genoeg geen beelden bewaard: noch op foto noch op film. Gelet op de historische reikwijdte van het moment is het zonder meer verbijsterend te noemen dat er eigenlijk geen documentatie van is overgeleverd, behalve de documenten zelf. Er bestaat slechts een foto van de geallieerde delegatie buiten de treinwagon.



Wellicht dat het feit dat het hier slechts om een wapenstilstand ging (later te volgen door de vredesonderhandelingen te Versailles, die overigens maar liefst zes maanden zouden duren) daar toe heeft bijgedragen, maar dan nog.

De laatste doden

Misschien nog opmerkelijker dan dit gegeven zijn de verrichte krijgshandelingen van die dag. Het totale dodental van die dag wordt geschat op rond de 10.000, meer nog (!) dan op de openingsdag van D-Day - wat door velen toch gezien wordt als een brute slachtpartij. Wie zich afvraagt waarom WOI voor velen nog zo'n fascinatie inhoudt, vind hier wellicht een klein deelantwoord.
De wapenstilstand werd kort na vijf uur in de morgenstond gesloten en vond daarna zijn bredere weg naar het front en de betrokken naties via telegrammen, kranten etc. Volgens de archieven van de Commonwealth War Graves Commission overleden er op die dag desondanks nog 863 soldaten van het Britse rijk. Met name rond Mons, waar tevens enkele van de vroegste gevechten van de oorlog hadden plaatsgevonden, was er nog een actief front geleid door Canadezen. Tot een van de laatste doden die week behoorde de zogenaamde 'war poet' Wilfred Owen.

De Franse doden van die dag werden officieel allemaal geantedateerd naar 10 november 1918. Er is dus geen Frans graf te vinden met de datering 11-11-1918. Mogelijk heeft dit een financiële reden gehad i.v.m. pensioenuitkeringen aan de nabestaanden. Waarschijnlijker echter is de gedachte achter dit stukje fictie geweest om het publiek niet te confronteren met de in wezen zinloze doden van die dag, iets waar eigenlijk geen militaire rechtvaardiging voor bestond en dat zeker ook niet geaccepteerd zou zijn. Frankrijk is een van de zwaarst getroffen naties geweest van de Eerste Wereldoorlog als het om doden gaat.

Bij de Amerikanen waren er maar liefst 3.000 'casualties' (een iets ruimer begrip nl. doden en gewonden). Hoe dan ook zo'n hoog aantal, dat er destijds hoorzittingen over in het congres zijn geweest vanwege de vele bezorgde brieven van burgers. Aan de uitkomsten hiervan wilde men liever niet al te veel ruchtbaarheid geven om de reputatie van de generaals intact te houden. Lees een zeer gedegen artikel over de laatste (Amerikaanse) doden en het werk van de 3e Subcommissie:

http://www.historynet.com/world-war-i-wasted-lives-on-armistice-day.htm

De Amerikanen o.l.v. generaal Pershing gingen nogal strijdvaardig de oorlog in; hij was dan ook tegen de wapenstilstand. Het offensief van de Amerikanen in de Meuse-Argonne regio, met 26.000 doden een van de zwaarste gevechten uit de Amerikaanse geschiedenis, was min of meer de directe aanleiding voor de besprekingen. Een generatie van toekomstige ijzervreters (waaronder de generaals Patton en MacArthur) zou hier hun vuurdoop beleven.
Een van Pershings profetieën was dat als het werk nu niet goed gedaan zou worden door op te rukken naar Berlijn, men een keer terug zou moeten komen om het over te doen.
Ergens in de loopgraven zat ondertussen een kleine korporaal die de oorlog ook graag wilde overdoen, maar dan om zich te revancheren voor de schandelijke nederlaag. Zijn naam: Adolf Hitler.

Aanbevolen literatuur
Joseph E. Persico, Eleventh Month, Eleventh Day, Eleventh Hour. Armistice Day, 1918: World War I and its Violent Climax (New York 2004).
Edward G. Lengel, To Conquer Hell. The Meuse-Argonne, 1918 (New York 2008). Bekijk de lezing.



Nawoord [16 november 2010]
Recent is een boek verschenen over Hitlers verblijf in de loopgraven: Thomas Weber, Hitler's First War: Adolf Hitler, the Men of the List Regiment, and the First World War (Oxford 2010).
Tevens is een akkoord gesloten tussen de CWGC en de Belgische overheid vanwege voorbereidingen voor grootschalige herdenkingen in 2014-2018.