Zoeken in deze blog

Translate

Posts tonen met het label Hans Helb Junior. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Hans Helb Junior. Alle posts tonen

vrijdag 15 april 2011

Tulpen voor Gagarin


Deze week (12 april) is het 50 jaar geleden dat Yuri Gagarin de eerste bemande ruimtevlucht maakte. Dit was wereldwijd uiteraard groot nieuws, toen en nu. Naar Russisch gebruik werd hij kosmonaut genoemd en niet astronaut, zoals later bij de Amerikanen het geval was. Gagarin zou in 1968 omkomen bij een ongeluk met een straaljager, waarvan de oorzaak nog altijd niet vaststaat.

Reacties uit Nederland

Ook in Nederland reageerde men enthousiast. Dit leidde in ieder geval tot één bijzondere actie. De befaamde Nederlandse kweker van tulpen, mr. M.D. Lefeber uit Lisse, besloot namelijk een tulp naar Gagarin te vernoemen en tevens aan hem op te sturen.
Lefeber (1894-1979) had speciale banden met Rusland. Hij was hier al diverse malen geweest: voor het eerst ten tijde van de Revolutie in 1917 en later als diplomatiek koerier. Na de Tweede Wereldoorlog bracht hij de tulpenhandel met dit land verder tot ontwikkeling. Tevens zocht hij er naar wilde Russische tulpen voor zijn eigen experimenten met kruisbestuiving (zie over hem verder een artikelenreeks van Arie in 't Veld namens de Vereniging Oud Lisse).

Komsomolskaja Prawda

Dit blijkt uit een artikel in de Komsomolskaja Prawda van 23 april 1961 over een in Moskou gearriveerde geschenkzending Nederlandse tulpen bestemd voor 'Kosmonaut Joerij Gagarin'. Deze krant was het dagblad van het Centrale Comité der Sovjetrussische communistische jeugdbeweging. Het artikel werd opgemerkt door de Nederlandse ambassadeur in Moskou, mr. H.A. Helb, die vantevoren al over de zending was ingelicht.


Hans Helb

Hans Helb junior heeft al eens eerder gefigureerd in een van mijn blogs als auteur van een zeldzame blauwe brief. Helb was op 19 juli 1960 benoemd tot ambassadeur te Moskou na eerdere posten in New Delhi, Belgrado, Bonn en Washington. Wegens een diplomatieke rel (de zgn. Goloeb-affaire; ir. Goloeb was een chemicus die in Nederland om politiek asiel vroeg), zou hij het volgende jaar tot persona non grata worden verklaard en moest hij Moskou onverwijld verlaten. Helb zou zijn carrière in 1963 vervolgen in Zuid-Afrika.

Tekst brief

'Blijkens het desbetreffende relaas, hetwelk was verlucht met een foto van het Hollandse bouquet, werd in Moskou een enorm pakket ontvangen, hetwelk bij opening tulpen bleek te bevatten "van een ongewone pracht".
Het waren rode en goudkleurige ("als zuivere zonnestralen") tulpen, elk zorgvuldig verpakt in dun vloeipapier. Zij gingen vergezeld van de navolgende in het Nederlands en Russisch gestelde brief:

"Hooggeachte Heer Gagarin!

"Staat U mij, een specialist op het gebied en het kweken van nieuwe tulpensoorten, toe U geluk te wensen met Uw geslaagde vlucht in de Kosmos. Bij deze deel ik U mede, dat wij, als blijk van onze bewondering in Nederland voor Uw vlucht, aan een van onze nieuwste tulpensoorten Uw naam hebben gegeven. Ik hoop, dat U niet zult weigeren om een bouquet van deze bloemen, die ik U toezend, van mij aan te nemen als blijk van achting.

Hoogachtend,
D.W. Lefeber
Lisse, Holland, april 1961 ...".


Tulp Juri Gagarin

Deze tulp behoort tot de familie van de 'Greigii' oftewel Tulipa greigii. Tulpen komen oorspronkelijk uit Turkije en zijn door de botanist Carolus Clucius in de tweede helft van de 16e eeuw in Europa geïntroduceerd.
Deze soort werd in 1872 vanuit Turkistan gebracht. De hoofdkleuren zijn rood, geel en wit. De groep staat het dichtst bij de botanische soort. De bladeren zijn gespikkeld en gestreept, terwijl de bloemen in vergelijking tot de plant groot zijn wat deze tulp een bepaalde statuur geeft.


[De tulp Juri Gagarin. W.A.M. Pennings, Noordwijkerhout]

In de aanbiedingsbrief stonden onder meer ook nog de volgende zinsneden die de ambassadeur de moeite waard vond om door te geven.
'Honderdtwintig vormen en enkele duizenden soorten tulpen van uiteenlopende kleur kennen de kwekers van onze bodem. Daaronder bevinden zich de "Darwin"-, "Rembrandt"-, en vele, vele andere variëteiten. En ziet, in april 1961 is er nog een tulpensoort verschenen, de 'Gagarin'-tulp. Hier ziet U deze bloemen. We hebben ze gefotografeerd voordat ze aan de Kosmonaut zelf zullen worden overhandigd".

Bronnen

Nationaal Archief, Code-archief Ministerie van Buitenlandse Zaken 1955-1964, inv.nr. 11476.
Utrechtsch Nieuwsblad 14-10-1961.

Literatuur

Anna Pavord, The Tulip (Londen 1999; ook vertaald in het Nederlands 2003).

vrijdag 18 februari 2011

De blauwe brief (2)

Recent vond ik wederom een blauwe brief. Toeval of niet? Raadpleeg ik momenteel archieven met een verhoogde kans van slagen? Dit laatste zou ik alvast willen ontkrachten. Bovendien ben ik er beslist niet naar op zoek. Sterker nog: de bewuste inventarisnummers van het ambassadearchief van Groot-Brittannië (1813-1954) stonden al veel langer op mijn vizier om eens te worden geraadpleegd. Deze tweede blauwe brief had dus ook de eerste kunnen zijn. Of heb ik er als onderzoeker soms een neusje voor? Dat kan uiteraad ook altijd nog.

Enkele kanttekeningen bij Blauwe brieven (1)

Deze vondst brengt mijn eerdere stelling over de zeldzaamheid van blauwe brieven wel enigszins in gevaar, zoals reeds door een archivaris werd opgemerkt. Volgens hem vallen dergelijke vondsten binnen de context van bepaalde archieven zelfs te verwachten. De archieven die ik raadpleeg zijn echter niet dergelijke (persoons)archieven.
Een andere archivaris (Peter Horsman) heeft enige moeite met de term 'persoonlijke brief'. De brief is tenslotte wel op officieel briefpapier van een ministerie uitgevaardigd, en niet zomaar op enig willekeurig soort papier. Opmerkelijk blijft desalniettemin dat een dergelijke 'amice' brief buiten de gangbare registratuur wordt gehouden.

Nieuw exemplaar


Het fraaie van dit nieuwe exemplaar is dat hij EN van een ander ministerie afkomstig is EN veel ouder is qua datering (uit 1946): de oudste blauwe brief tot dusverre in openbare archieven gevonden dus.
Wederom moet allereerst worden vastgesteld dat de kleur het best als vaalblauw kan worden omschreven: tijdens het doornemen van een pak papier valt ie niet onmiddellijk op. Het is en blijft dus opletten geblazen voor de onderzoeker.
De brief is geschreven op briefpapier met het logo van het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar dus zonder enige verdere registratuurkenmerken. Ze is van 1946, gericht aan de Ambassaderaad te Londen mr. A.W.C. baron Bentinck van Schoonheeten en de afzender is Hans Helb Junior.


Buitenlandse oorsprong?

Tot mijn niet geringe verbazing kwam ik, notabene nog diezelfde (inmiddels toch wel gedenkwaardige) dag, blauwe brief nummer drie tegen. Een mogelijk doodlopend archiefspoor - de betrekkelijke zeldzaamheid van blauwe brieven ontkracht - bleek daarmee plotseling toch weer erg levendig. Want dit betreft notabene een exemplaar afkomstig uit het buitenland.


Bovenstaande brief is van het Britse Foreign Office, stamt uit begin 1944, is duidelijk gemarkeerd 'Personal' en gericht aan de Nederlandse ambassadeur Jhr. E. Michiels van Verduynen. De markering 'Personal' is in zoverre interessant dat hiermee qua opzet toch wel degelijk sprake is van een persoonlijke brief. De brief bevat verder diverse registratuurkenmerken van de Nederlandse ambassade te Londen.
De afzender, Sir Alexander Cadogan (1884-1968) was permanent ondersecretaris van Buitenlandse Zaken van 1938-46 en vormde daarmee een centrale figuur in de Engelse diplomatie. Zijn dagboeken voor 1938-45 worden als een belangrijke bron beschouwd voor die periode.

Kan daarmee een nieuwe stelling worden geponeerd dat het gebruik van blauwe brieven bij wijze van informele briefwisseling van ministers een buitenlandse origine kent?

Wat er aan vooraf ging

Lees ook mijn eerdere bijdrage over dit onderwerp:

http://hethistorischatelier.blogspot.com/2010/12/de-blauwe-brief.html