Zoeken in deze blog

Translate

Posts tonen met het label koningin Wilhelmina. Alle posts tonen
Posts tonen met het label koningin Wilhelmina. Alle posts tonen

dinsdag 11 december 2012

De crash van prins Bernhard bij Diemen (6): de rol van de autoriteiten

Er waren in wezen drie partijen betrokken bij het ongeluk: de vrachtwagenchauffeur (Sweerus), prins Bernhard en wat de Telegraaf neutraal omschreef als 'de autoriteiten' (belast met verkeersveiligheid). Sweerus was in wezen de aanleiding van het ongeluk maar niet de veroorzaker, zo werd steeds duidelijker.

Summary
The investigation into the causes of the road accident focused mainly on the issue of road safety. It concluded the measures put in place had not been sufficient. The military police, who were the prime investigators, were not without their critics themselves. The contractor of the road works instead tried to put the blame squarely on Prince Bernhard himself. The Ministry of Transport meanwhile had to defend itself against accusations from Queen Wilhelmina but maintained it was not to blame. However, a new temporary roadsign was put up only one day after the accident.

Marechaussee


Verkeersongelukken waren gedeeltelijk het werkterrrein van de Koninklijke Marechaussee. Die was dan ook snel ter plaatse en begon vrijwel meteen met haar onderzoek: het opmeten van remsporen en verhoor van getuigen. Maar diezelfde marechaussee was ook partij, zoals Het Vaderland de volgende dag wist te melden:

De vraag heeft zich voorgedaan, of de marechaussee die met het toezicht op het verkeer op dit gedeelte van den Rijksweg belast is, niet den aannemer er opmerkzaam op had moeten maken, dat hij aan de bovenomschreven verplichting [duidelijke verkeerstekenen] in het belang van de veiligheid van het verkeer op onvoldoende wijze voldaan had. Desnoods had de marechaussee, naar ons wordt opgemerkt, ook voldoende manschappen beschikbaar, om hier een verkeerspost te plaatsen. Noch het een, noch het ander is geschied, doordat - gelijk wij hierboven reeds meedeelden - het zandvervoer nog slechts een halven dag had plaats gehad. Wel snel en op schokkende wijze heeft zich dus de onvoldoendheid der voorzorgsmaatregelen gewroken.

De algemene conclusie van de marechaussee was dan ook weinig verrassend: er waren onvoldoende veiligheidsmaatregelen genomen. De aannemer was in gebreke geweest omdat hij geen waarschuwingsbord aanbracht voor het verkeer naar Amsterdam, maar 'de marechaussee had deze fout moeten zien en tot voorzieningen moeten dwingen', aldus diverse kranten. Het nieuws van den dag voor Nederlandsch Indië meende zich overigens te herinneren hoe tijdens de werkzaamheden op Schiphol mannen met rode vlaggen voor de vrachtwagens liepen om weggebruikers tijdig attent te maken op het gevaar.

Uitvoerder


Aldus verplaatste de schuldvraag zich naar de aannemer. Het was vervolgens aan Justitie om aan de hand van de rapporten van de marechaussee te kijken of er sprake was van schuld of grove nalatigheid. Dagblad Het Volk vroeg de uitvoerder van het graafwerk, H. Lust, alvast om zijn oordeel.
Volgens hem waren de veiligheidsmaatregelen getroffen in volledig overleg met Rijkswaterstaat. In beide (!) richtingen stond een waarschuwingsteken en Zweerus had, volgens opdracht aan de chauffeurs, goed uitgekeken vóór het oversteken; het laten passeren van een eerdere wagen sprak daarbij duidelijk in zijn voordeel.
Lust deed verder enkele opvallende uitspraken: prins Bernhard 'reed gedeeltelijk op het rechter- en gedeeltelijk op het passeervlak.' De prins had daarom met zijn rechter voorkant van de auto de linkerachterkant van de vrachtwagen geraakt. En:

'Het zicht was ongeveer 250 à 300 meter. Het schemerde en het was heiig. Als de Prins 90 km. gereden heeft (en dat heeft hij minstens gedaan!) dan legde hij een 25 meter per seconde af.
De Prins heeft niet geremd, want er zijn géén remsporen te zien en heeft ook niet uitgeweken.
Ik vind het natuurlijk ellendig dat dit ongeval heeft plaats gehad. Maar laat men nu niet proberen om ons de schuld te geven!

Rijkswaterstaat


Een andere vraag van de kranten was of de aannemer voor het maken van de uitweg een vergunning nodig had gehad van Rijkswaterstaat en of daarin eventuele voorwaarden waren gesteld inzake de veiligheid. Hier antwoorden de archieven. Op 1 december schreef de Directie Rijkswaterstaat aan Rijkswaterstaat directie Noord-Holland om nadere uitleg over de vergunning, speciaal de voorschriften in het belang van de veiligheid. De ontheffing (inzake de Verkeerswet tegen de lintbouwvergunning) zou daarbij ten onrechte niet door de minister zijn verleend.

Autoriteiten en nieuwsgierigen (of ramptoeristen) staan te kijken bij het wrak van de gecrashte Ford van prins Bernhard op de Muiderstraatweg. Bron: Nationaal Archief, Collectie Het Leven.

De volgende dag beantwoordde de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat in Haarlem: Th. Heijblom (hij was tevens gaan wezen kijken). De Baat had inderdaad toestemming gevraagd en die was verleend. Eerder was nog wel overwogen het zand per spoor te vervoeren maar dat bleek niet (meer) mogelijk. Het feit dat het zandvervoer ten behoeve van spoorwegwerk was, bleek eveneens van nader invloed op het verlenen van de vergunning dat redelijk op stel en sprong moest gebeuren. Een andere optie was nog geweest om de uitweg pas na het viaduct in te passen, maar dit werd gevaarlijker geacht dan een rechtstreekse uitrit.

Veiligheidsmaatregelen


Nodig waren geacht drie maatregelen ten behoeve van de verkeersveiligheid: 1) een waarschuwingsbord voor de richting Amsterdam-Laren; 2) het uitroepteken "Opletten" nabij dit bord; 3) het waarschuwen van het verkeer op de weg voor elke uitrijdende zandauto door een man met rode vlag (of rode lantaren) voor elke uitrijdende zandauto.
De technisch-hoofdambtenaar, J.P. de Ruiter, besloot bij nader inzien de man met de vlag te vervangen door een vlag (of lantaren) bij het uitrijpunt. 'Het uitzicht van uit de richting Laren op de uitrijdende auto's, is uit den aard der zaak onbelemmerd'; daarom waren op dit punt geen nadere maatregelen nodig.
De bepalingen tegen de lintbebouwing werden niet van toepassing geacht: voor uitvoering van werken door het Rijk zelf, werd geen "officieele" vergunning vereist. Voor minder belangrijke werken, die slechts voor korte tijd worden gemaakt, volstond een eenvoudige schriftelijke toestemming van de plaatselijke Waterstaatsautoriteit. De schriftelijke toestemming voor de tijdelijke uitweg (tot 15 februari 1938) werd op vrijdagmiddag 26 november verleend.

Nadere maatregelen


Daags na het ongeluk werd desondanks een waarschuwingsbord aan de overkant van de weg geplaatst, een paar honderd meter voor de bewuste afrit: daarmee lijkt de verantwoordelijkheid min of meer van overheidswege op zich te zijn genomen.
Het tijdelijke 'attentiesein' geplaatst op order van de burgemeester van Diemen. Bron: Nationaal Archief, Collectie Spaarnestad.

Dit bord of 'attentiesein' aan de Larense zijde, met het uitroepteken-bord, werd geplaatst op order van de burgemeester van Diemen. N.a.v. een telefonische opmerking van dr. Polak, werd dit bericht aan Heijblom overgebracht door de Amsterdamse hoofdcommissaris van verkeer Bakker. Omdat langs deze kant van de weg echter sprake was 'geen werk "in uitvoering", werd dit bord op 2 december vervangen door een bord met opschrift "voorzichtig".
Naast het symbolische bord werd er vanaf 30 november ook iemand van de marechaussee geposteerd bij het viaduct om het verkeer te regelen, wanneer er een zandwagen van de helling kwam. Diens werktijden waren van 7.15 à 7.30 tot 16.00 à 16.15. Het zandvervoer vond daarentegen plaats van 7 uur tot 16.30 en zaterdag vanaf 13.00. Wanneer de post niet aanwezig was, stond er een man met een rode lantaren op de weg.

Wilhelmina

Een week na het ongeluk schreef het Kabinet der Koningin aan de Minister van Waterstaat. Wilhelmina was geschokt dat het ongeluk kon plaatsvinden door nalatigheid van de betrokken autoriteiten. Zij wenste te weten wie de onmiddellijk verantwoordelijke was en óf er maatregelen tegen die persoon waren genomen.
In zijn definitieve antwoord (het concept werd als onvolledig beoordeeld) wees de minister erop dat de rijksweg nr. 1 van Baarn naar Amsterdam vol met zijwegen zat. Met andere woorden: hier gold de eigen verantwoordelijkheid van de automobilist. De tijdelijke uitweg was een noodzakelijk werk, weliswaar uitkomend op een voorrangsweg, maar daarvoor golden al voldoende normale verkeersregels. Geen ambtenaren konden dan ook verantwoordelijk worden geacht voor het ongeluk; het geheel was 'een ongelukkigen samenloop van omstandigheden' geweest.

Autosnelverkeer


In de kranten werd het ongeluk ondertussen aangegrepen voor een breder pleidooi inzake de verkeersveiligheid. De Telegraaf schreef, opvallend genoeg, tevens over de - onnodige - vertraging die op het spoor had plaatsgevonden wegens het ophouden van de trein voor de ambulances.
Dagblad De Limburger meende dat het zoeken naar een zondebok niet zo erg veel zin had. Onder de kop 'Een goede les. Het jammerlijk ongeluk' werd een pleidooi gehouden voor het aanleggen van autosnelwegen naar buitenlands voorbeeld. De eerste snelweg in Nederland, de Rijksweg 12, was dat voorjaar geopend tussen Voorburg en Zoetermeer.
Het dagblad zag als kernprobleem dat het idee van snelverkeer in Nederland werd geremd door de combinaties met andere verkeersvormen. 'Wegen uitsluitend voor het autosnelverkeer' naar buitenlands voorbeeld was dan ook niet langer een luxe, integendeel het zou 'een prachtgelegenheid voor werkverruiming zijn' analoog aan de waterstaatswerken.

Lees ook de voorafgaande delen:

woensdag 5 december 2012

De crash van prins Bernhard bij Diemen (3): diens gezondheidstoestand

Het ongeluk van prins Bernhard was om meerdere redenen verklaarbaar, zowel vanwege de locatie als de gewijzigde verkeerssituatie. De impact van het auto-ongeluk was echter vele malen groter dan dit: het was vrijwel direct wereldnieuws.

Summary
The health and condition of prince Bernhard Lippe-Bisterfeld after his famous road accident in 1937 near Diemen was the subject of much media speculation. Officially only a light concusion was confirmed at the hospital but in actual fact staff feared for his life, at least according to his mother-in-law. Unique footage of the scene has also recently been uncovered.

Impact ongeluk


De reden waarom het auto-ongeluk zo'n grote weerslag had was meervoudig van aard. Kroonprinses Juliana was in januari 1937 met Bernhard van Lippe-Bisterfeld getrouwd. De prins had vanwege zijn charme het Nederlandse volk vrijwel onmiddellijk veroverd. Het jonggetrouwde stel was bovendien in verwachting van hun eerste kind, daarmee de toekomst van het Oranjehuis (dat mede door het huwelijk sterk aan populariteit toenam) verder bestendigend.
Het was dus kortom niet zomaar een auto-ongeluk: de toekomst van de monarchie stond plotseling op het spel, zo leek het. Het ongeluk wekte bovendien sterke associaties op met het dodelijke auto-ongeluk van de zwangere koningin Astrid (1905-1935) twee jaar eerder in het Zwitserse Küssnacht am Rigi. De Belgische koning Leopold overleefde dit ongeval maar België was, samen met hem, in diepe rouw gedompeld.

Persreacties


Aanvankelijk was er in de pers slechts sprake van een lichte hersenschudding en wat snijwonden; alleen dagblad De Tijd meldde al meteen dat er sprake was van een zware hersenschudding. Volgens het Utrechtsch Nieuwsblad was de prins zelfs 'ernstig gewond' geraakt, ook al was de aard van de verwondingen niet anders dan elders in de pers. Deze kop is mede daarom waarschijnlijk een van de vroegste voorbeelden van sensationalisme in de Nederlandse pers, ook al was zij bij nader inzien wellicht correcter dan gedacht.

Bron: Nationaal Archief, Collectie Spaarnestad (foto: Henk  Nieuwenhuijs).

Bernhard bloedde daarnaast vrij hevig vanwege een diepe snij-of hoofdwond opgelopen door de klap tegen de voorruit; tevens had hij snijwonden aan de hand opgelopen. De wonden werden ter plekke gebonden en later in het ziekenhuis gehecht. De hoofdwond bleek niet meer dan een huidwond te zijn 'loopend van het voorhoofd tot over de neus'. Er waren in de pers nog enige zorgen over eventuele opgelopen verwondingen aan de ogen door de brildragende prins, maar die bleken ongegrond.

Hersenschudding


De geneesheren stelden in eerste instantie ‘slechts een lichte hersenschudding’ vast, zo werd in de loop van de ochtend bekendgemaakt. In een officieel communique van die middag (29 november) namens de secretaris van de prins werd meegedeeld dat ‘de toestand naar omstandigheden bevredigend’ was; een terugkeer naar Soestdijk zat er desondanks vooralsnog niet in.
Bernhard werd in het ziekenhuis behandeld door de chirurg dr. C. Knapper en neuroloog dr. Van Valkenburg vanwege de gevolgen van de hersenschudding. Tevens werd consult gehouden met de neuro-chirurg Ignaz Olnejick van het Wilhelminagasthuis. Operationeel ingrijpen bleek niet nodig.

Chirurg dr. C. Knapper. Bron: Nationaal Archief, Collectie Het Leven

Die laatste was beslist een beroemdheid. Tot tweemaal toe zou deze joodse arts en hersenspecialist, die gedurende de Eerste Wereldoorlog op ambulances had gereden in de Balkan, in deze jaren een jonge dochter van de Duitse rijksminister van Buitenlandse Zaken Von Ribbentrop in zijn kliniek te Amsterdam behandelen.

Rol Wilhelmina


Nog in de loop van diezelfde ochtend om half elf meldde koningin Wilhelmina zich bij het ziekenhuis samen met freule Schimmelpenninck van der Oye. Vele hoogwaardigheidsbekleders namens de gemeente, de provincie (Commissaris van de Koningin), politie en justitie zouden zich die dag nog melden. Dit gold eveneens voor plaatselijke bestuurders bij paleis Soestdijk.

Koningin Wilhelmina arriveert in de open Cadillac bij het Burgerziekenhuis aan de Linnaeusstraat. Let ook op de saluerende agent (l). Collectie: ANP Historisch Archief (foto : Van Bilsen)
Bij het ziekenhuis hadden inmiddels vele omstanders zich verzameld en de politie moest de toegang dan ook vrij houden, zelfs met behulp van motorpolitie. Er deed zich later op de dag overigens nog een merkwaardig incident voor waarbij de slagboom door een aanrijding werd ontzet.

Omstanders verzamelen zich bij het Burgerziekenhuis voor nieuws over de gezondheidstoestand van de prins. Collectie: ANP Historisch Archief.

De menigte begroette de koningin in respectvolle stilte. Zij werd ontvangen door de burgemeester van Amsterdam, dr. Willem de Vlugt, die de geneesheer-directeur van het Burgerziekenhuis, dr. S.C.M. Spoor, aan haar voorstelde. Vervolgens werd zij, al informerend over zijn toestand, naar de prins gebracht.

Burgemeester dr. W. de Vlugt (l) en de hoofdcommissaris van politie H.J. Versteeg (r) buiten het ziekenhuis in afwachting van de komst van de koningin. Bron: Nationaal Archief, Collectie Het Leven.

Grafstemming


Wilhelmina zou zich later in haar memoires 'Eenzaam maar niet alleen' verwonderen over de grafstemming die er heerste ( ‘In het ziekenhuis trof ik grote verslagenheid.’) en daar ook een zekere aanstoot aan hebben genomen (‘ietwat wrevelig’). De artsen bereidden haar duidelijk voor op het ergste: de patiënt zou in groot gevaar verkeren; gevreesd werd o.a. voor een schedelbasisfractuur. Bernhard herkende haar bij binnenkomst enkele ogenblikken en was slechts half bij bewustzijn: hij leed volgens haar zichtbaar pijn.

Beelden


Veel van wat in de eerste drie blogs is behandeld omtrent het ongeluk, valt terug te zien op de volgende unieke beelden (zonder commentaar) waaronder rijdende beelden van de Ford V8 de luxe cabriolet van de prins in het verkeer, opnamen van de plek des onheils aan de Muiderstraatweg, een overzicht van de kranten, en beelden opgenomen rond het Burgerziekenhuis te Amsterdam:




Morgen: de schuldvraag


Lees ook de eerdere delen:
De crash van prins Bernhard bij Diemen (1): het auto-ongeluk van 1937
De crash van prins Bernhard bij Diemen (2): de toedracht

woensdag 22 december 2010

Een kerstboom voor Wilhelmina

Als Geallieerde mogendheid maakte Nederland na de Tweede Wereldoorlog aanspraak op herstelbetalingen van asmogendheid Italië. Of in eigen bewoordingen: ‘The Netherlands suffered considerable losses in the Mediterranean when participating in allied naval or maritime action in this theatre of war.'

Conferentie van Parijs


Een en ander werd nader uitgewerkt in de Economische Commissie voor Italië der Conferentie van Parijs in het najaar van 1946. Op 6 september kwam Nederland met een specifieke eis: zij had haar ogen laten vallen op de sloep Eritrea, de olietanker Urano en twee grote sleepboten Vigoroso en Taormina. Meer in het algemeen bedroegen de Nederlandse eisen wegens herstelbetalingen: 43,337,025 dollar, waarvan 7,700,000 ter compensatie voor de Koninklijke marine en 500.000 dollar ‘for losses suffered by nationals of the Netherlands arrested and interned in Italy’. Op 15 september 1947 werd een definitief verdrag gesloten.

Italiaanse verontwaardiging


Eind december 1947 circuleerden er in de Italiaanse pers een lijst van de Italiaanse oorlogsschepen die de Geallieerde Marine experts zouden hebben toegewezen. Het persbericht voegt aan het bovenstaande toe, dat Groot Brittannië aan Italië verzocht had 3 motortorpedoboten aan de Nederlandse regering te willen overdragen als erkenning van het Nederlandse aandeel in de Geallieerde strijd in de Middellandse Zee.
Dit laatse nu leidde tot hevige verontwaardiging in de krant Gazzetta del Lunedi op 22 december (nr. 51), onder de kop 'L'albero Natale della Regina Guglielmina', waarin zij werd opgeroepen dit kerstgeschenk niet te aanvaarden. Het consulaat te Genua meende er goed aan te doen het Consulaat-Generaal te Rome hiervan te verwittigen.



De Gazzetta was een onafhankelijke maandagochtendkrant, met een lezerskring onder rechtse en liberale elementen, volgens het Nederlands consulaat te Genua. Naar Rome werd eveneens een vertaling (helaas van mindere kwaliteit) opgestuurd. Die vertaling is desondanks zeer de moeite waard, onder meer vanwege de (traditionele) visie op Nederland en het Koninklijk Huis en mede als reflectie van de toenmalige economische situatie in Italië.



Vertaling


"Gracieuse Majesteit,

Met de vage formule "men verneemt", die altijd in het journalisme van de hele wereld wordt gebruikt wanneer men niet de moed heeft om op een direkte manier een onaangename zaak te verklaren, hebben de bladen van de aanstaande Kerstmis aan de Italianen bericht gegeven van een mooie gedachte die Londen vannacht heeft gehad: zij zal aan Italië drie eenheden van zijn lichte vloot vragen "om er een geschenk van te maken aan Nederland als compensatie voor de medewerking verleend aan de Engelse vloot.
U draagt, Majesteit, een der laatste kronen, die nog stevig rust op Uw eerbaar hoofd. De huidige geschiedenis spreekt weinig over U: slechts wanneer U afgetreden was zouden de kranten al Uwe bezigheden als Koningin zonder kroon vermeld hebben.
De Italianen houden van Uw land en respecteren het. Niet alleen om dat het aan de verzamelaars de laatste prentbriefkaarten met windmolen - van steen daar we van de levende reeds een groot aantal bezitten! - en meisjes met kante capjes biedt, maar omdat ze de kwaliteiten van Uw werkzaam, bescheiden en taai volk kennen, welk meter de meter de grond aan de Oceaan heeft ontworsteld, dat in de eeuwen stand heeft gehouden aan de verzamelde vloten van Frankrijk, Engeland en Spanje, dat met zijn koloniaal Keizerrijk alle oude damen van vier continenten met koffie en cacao voorziet, dat ten slotte de milde tulp cultiveert en vereert, in plaats van de waterscheerling en de brandnetel die zo verspreid zijn tussen het vriendelijke latijnse bloed ...
Hoeveel moeite ook de nationale strijdzuchtige personen hebben gedaan om incidenten te voorschein te roepen op de kruispunten der geschiedenis, is het niemand ooit gelukt iets te vinden dat de italianen van Uw land kan scheiden; er is genoeg plaats onder de zon voor de Hollandse kaas en voor de strijkkaas van Melzo. (stracchino).
Maar er komt bij de Italianen de bedeesde hoop op - en wie zouden willen aanmoedigen - dat U dit Kerstmis geschenk zal weigeren, al was het ook om een gevaarlijk principe te vermijden. Daar sedert de verre dag dat Eva, vrezende als oude vrijster te eindigen, een Adam de eerste huwelijks appel aanboodt, is het altijd gebruik van de mensheid geweest geen geschenken te geven met andersmans geld.
Wanneer de kleine geschenken, gracieuse Majesteit, de vriendschap onderhouden, moet men zich overtuigen van de herkomst.
Wanneer een van ons op de openbare weg een man op de grond gevallen zou zien, die aan de vinger de laatste ring van een verloren vermogen draagt, zou men er niet aan denken om hem te vragen de ring uit te trekken, om deze dan met een buiging en een lachje aan de mevrouw van de drogist die ons "met de kaarten begunstigd heeft" aan te bieden.
Wij weten dat we een overwonnen land zijn. Ze zeggen het ons iedere dag, net of we het niet goed genoeg weten; vele leden van de Constituante van alle partijen en het is al veel wanneer niemand heeft voorgesteld om in de nationale vlag het embleem van een schop in te brengen.
In ieder geval hebt U, gracieuse Majesteit, niet op een direkte wijze meegedaan om ons te schoppen, en geen schaduw van wrok blijft tussen Uw blonden, zwijgende en massiefe onderdanen die uit porselein pijpen roken zoveel als ze willen en deze kleine, magere en nerveuse Italianen die, als oorlogsstraf, de "buitenlanders" sigaretten, gefabriceerd te Rivarolo of Belgirate, voor millionnairs prijzen moeten betalen.
Laat U weten, Majesteit, aan deze grote humorist die Mijnheer Bevin is, hoeveel aangenamer het U zou zijn - in plaats aan het Italiaans volk enige bootjes bestemd voor zijn visserij af te nemen - eenvoudig van de Britse Kroon een foto te ontvangen, eventueel met opdracht van de Home Fleet ...
Een dergelijk gebaar zou U, gracieuse Majesteit, in Italië populair maken. En iedereen in deze tijden heeft vrienden nodig, zowel de Vorsten in hermelijnen kleed als de Presidenten van Republiek die Koningen in nachthemd zijn.
Wanneer U het geschenk zoudt aannemen, zou het geschapen precedent onrustbarend worden.
Slechts in een oude comedie van de Flers en Caillevet deelt lachend een spotachtige gast van een huis onder de andere gasten de sigarettenkokers, de sigaren en fondants verzameld van de tafel uit:"Mon Dieu pour ce que celà coute".
Het zou morgen iemand in het hoofd kunnen komen, hopen we van niet, om ons Francesco Nitti te vragen voor de beelden van was voor het Museum Grevin of Palmiro Togliatti voor de Staats discotheek van Soviet-rusland. Nu zijn we zo arm, Gracieuse Majesteit, zo arm dat we wensen dat weinig wat we samen geraapt hebben van de puinen van het ineen gestort huis te houden. Wij zijn bereid "cash" de schaden te betalen waarvan de overwinnaars ons de nota hebben voorgelegd, maar wij zouden willen dat ze niet over de kleren van de dode beschikken zonder de familie te waarschuwen.
Enige van onze schepen zullen aan Frankrijk over gaan, die, zoals bekend, altijd overwinnaar was; anderen zullen aan Joegoslavië worden gegeven, die zoals eveneens bekend, een machtige maritieme mogendheid is welke vroeger of later slechts op haar de eer zal nemen in dat verre en vergeten 1919 Oostenrijk overwonnen te hebben, Heel juist. De Mexicanen zeggen: wanneer een stier neergevallen is trekken hem zelfs de mieren bij de start.[sic; staart]
Maar U regeert, Majesteit, over een eerlijk en sterk Land. Wijst U het geschenk af dat Engeland, bedacht op eigen spaarzaamheid, aan U Kerstboom zou willen hangen. Doet U het als een teken van medebegrip en vriendschap tegenover ons gevallen volk, die zich opnieuw aan het werk heeft gezet met bloedende handen, om samen te werken aan de wederopbouw van een Europa waar de rechtvaardigheid, de vrijheid en de vrede niet slechts figuren zijn ban [sic; van] de "Panettone Motta" maar ideen die met en bloed gerealiseerd zijn.
Een groot figuur van Uw ras, Willem van Oranje genaamd de Zwijger liet geschreven dat het niet nodig is te hopen om te geloven noch te overwinnen om te volharden.
Laat ons geloven dat volharden in het werk ten minste voldoende is om ons vrij te stellen van de deelneming aan de "Cena delle Beffe" gedekt op onze kosten in het restaurant der Geschiedenis."

Nawoord

Het stuk was ondertekend door ene Kronos. In weerwil van de ophef in de krant te Genua, bleek de vlootaangelegenheid in de romeinse pers voor de ambassade gelukkig nauwelijks of geen aandacht te trekken. Er was kortom sprake van een storm in een glas water.
Maar het leverde in elk geval een bijzonder stukje proza op naast een fraai inkijkje in de Italiaans-Nederlandse betrekkingen anno 1947 en het beeld van Nederland in het buitenland!


Verklarende woordenlijst
Home Fleet = Royal Navy
Bevin = Ernest Bevin; Labour-politicus en tevens minister van Buitenlandse Zaken


Bron: Nationaal Archief, Gezantschap Rome [2.05.289]