Zoeken in deze blog

Translate

Posts tonen met het label auto-ongeluk prins bernhard. Alle posts tonen
Posts tonen met het label auto-ongeluk prins bernhard. Alle posts tonen

dinsdag 18 december 2012

De crash van prins Bernhard bij Diemen (7): Oranje-complotten

Met het verstrijken der jaren kreeg het auto-ongeluk van prins Bernhard bij Diemen in 1937 steeds mythischer proporties.Volgens de Oranjes bleek er op diverse fronten zelfs min of meer sprake te zijn van een complot ter verhulling van de ware toedracht.

Summary

In the years following the near-fatal accident of Prince Bernhard Lippe-Bisterfeld near Diemen in 1937 certain myths grew up in the royal family surrounding the accident. Both the Queen and the Prince had strong-held beliefs in who was to blame: truck driver Dirk Zweerus. He maintained his innocence, however, and was finally proven right in 1962. At the hospital in Amsterdam on the other hand staff at the time seem to have panicked, not only providing the wrong kind of information but also withholding the patient necessary medical help.

Koninklijke memoires: Wilhelmina


In haar memoires 'Eenzaam maar niet alleen' van 1959 schreef Wilhelmina dat de vrachtauto ‘zonder een waarschuwing te geven’ uit een zijweg op de weg was gekomen. Het ‘Fordje’ van de prins kon niet meer stoppen en schoof onder de vrachtauto. Hoe de vrachtwagen - die zich aan de gestelde veiligheidsmaatregelen had gehouden - dan wel een signaal had moeten geven, blijft onvermeld.
Hoe dan ook: volgens de voormalige koningin was het duidelijk wie er schuld had aan het ongeluk. Nog maandenlang na het ongeluk schreef ze de minister van Waterstaat over soortgelijke ongelukken als die haar  geliefde schoonzoon Bernhard was overkomen, om haar punt te maken. Iemand anders dan haar geliefde schoonzoon moest toch schuldig zijn?
Wilhelmina hielp tevens opnieuw een ander gerucht de wereld in, want de prins reed die dag niet in zijn beige Ford. Zelfs sommige kranten als De Indische Courant moesten zich reeds in 1937 op dit punt corrigeren: het ging dus niet om de zgn. 'verlovings-auto (of Ford)', maar een van de twee nieuwe Fords V die de prins op 8 februari had aangeschaft.

Prins Bernhard en prinses Juliana in de 'verlovingsford' of het 'Fordje'.

Prinselijke biografie


Deze Oranje-variant, zonder schuldbekentenis, werd binnen enkele jaren gecontinueerd. Bij verschijning van zijn biografie 'Prins Bernhard, zijn plaats en functie in de moderne monarchie' van Bernhard in 1962, exact vijfentwintig jaar na dato, beweerde de auteur Alden Hatch dat het ongeluk de schuld was van de vrachtwagenchauffeur. Die zou de avond voor het ongeluk dronken zijn geweest. Ook zou er geen waarschuwingsbord zijn geplaatst, geen helper met een vlag zijn geweest en zou Zweerus het van rechts komende verkeer geen voorrang hebben verleend.



Zelf haastte de prins zich na verschijning via zijn secretariaat om een en ander te ontkennen. Maar in navolging van veldmaarschalk Montgomery (inzake de rol van Bernhard in de oorlog), wendde het echtpaar Zweerus zich in 1962 tot de pers. Dirk voelde zich in zijn eer en goede naam aangetast. 'We waren in die crisistijd zó arm, dat we niet eens een borrel konden drinken', aldus mevrouw Zweerus. Op zijn beurt herinnerde Zweerus eraan dat hij nooit was vervolgd, bekeurd, gearresteerd of berecht. En: de verzekeringsmaatschappij van de prins had alles vergoed. Desondanks waren zij nu bang dat de versie-Hatch als de officiële versie zou gaan gelden, zeker aangezien er plannen voor een verfilming van het boek waren.

Nieuw onderzoek


Binnen enkele weken kwam het, na een nader onderzoek op verzoek van de prins (uitgevoerd door de procureur-generaal van Amsterdam mr. H.R. de Zaayer), op dit punt tot een toegezegde rectificatie van de prinselijke biografie: Zweerus was niet onder invloed van alcohol geweest. Wel suggereerde het particulier secretariaat van de prins dat het ongeluk allicht te voorkomen zou zijn geweest bij een doelmatiger beveiliging van het verkeer. De voorstelling van zaken door Hatch zou berustten op onjuiste mededelingen destijds in het Burgerziekenhuis gedaan aan de prins, althans volgens het secretariaat.
Mede hierdoor zou de prins zelf al die jaren Zweerus ten onrechte als de schuldige aan het ongeluk hebben beschouwd. Na bekendwording van dit nieuws op 21 december 1962, liet Zweerus in de pers weten e.e.a. toch graag zwart op wit te willen zien. Bernhard besloot wijselijk de strijdbijl alsnog te begraven door het Zwanenburgse echtpaar op de koffie te Soestdijk uit te nodigen, hetgeen op maandag 27 december geschiedde (ze werden opgehaald met een hofauto).
Volgens mevrouw D. Zweerus, zou Bernhard aan hen te kennen hebben gegeven blij te zijn geweest dat zij over de onjuiste voorstelling van zaken waren begonnen. 'We hebben een half uurtje gezellig gesproken, een kopje koffie gedronken en een sigaret gerookt. Wat ons betreft is die zaak nu volledig afgedaan.' Het geheel vond plaats in een ongedwongen sfeer. Binnen een jaar moest overigens wederom een uitspraak in het boek, ditmaal over de apartheidspolitiek, worden herroepen.

Burgerziekenhuis


Volgens Wilhelmina (in haar memoires) deed het hospitaal voorkomen alsof de toestand kritiek was maar van meer dan een lichte hersenschudding is er van officiële kant nooit sprake geweest. En voor een hersenschudding gold als belangrijkste medicatie: tenminste één maand plat in een donkere kamer.

Dat gebeuren op den Muiderstraatweg heeft een schok doen gaan door ons land; de aanvankelijke indruk, dat het ongeval zoo erg niet was, heeft de emoties weliswaar getemperd, eerst later, toen het verblijf in het Burgerziekenhuis te Amsterdam zoo lang duurde, is beseft hoe groot het levensgevaar voor den Prins moet geweest.

Zo berichtte o.m. het Algemeen Dagblad bij de geboorte van de nieuwe prinses eind januari 1938: hoe langer de prins in het ziekenhuis bleef, hoe groter de speculatie werd over de aanvankelijk gemelde lichte verwondingen. Het verblijf van koningin en prinses in het hospitaal versterkte dit beeld bij het publiek alleen nog maar.
De situatie werd destijds daarom in ongunstige zin ook wel vergeleken met zijn vliegtuigcrash van augustus 1934 ('Het leek Ernstiger, doch liep veel Beter af'): op het eerste gezicht ernstig, maar bij nader inzien bleek er niets aan de hand. Hier in Amsterdam was de situatie vrijwel omgekeerd - ook al bleek er op de langere termijn in medisch opzicht van alles aan de hand.

Medici


Een en ander doet tevens vraagtekens zetten bij de geboden professionele hulp destijds in het Burgerziekenhuis, een punt dat tot nog toe nooit is aangeroerd. Opvallend is bovendien dat zowel Wilhelmina, als Bernhard in dat opzicht zich beklagen hebben over de gebrekkige informatievoorziening ter plaatse. Was men, uit ontzag voor het koningshuis, wellicht te voorzichtig geweest in het stellen van een juiste diagnose? Was men daarnaast overvallen geweest door alle aandacht waardoor er angst of zelfs paniek heerste?
Het archief van het Burgerziekenhuis bevat helaas niet meer dan enkele dozen over de periode 1960 en later (wellicht dat het Koninklijk Huisarchief nog een kopie van het medisch dossier heeft uit die tijd). Hoe dan ook: geopereerd werd er destijds niet. Volgens Sefton Delmer zou de prins pas in 1952 in de Verenigde Staten te horen krijgen dat hij toen (in 1937 dus) zijn nek had gebroken. 'Erg jammer dat dat toen niet is ontdekt', aldus zijn Amerikaanse lijfarts.

Tegenstellingen


Zodoende werd het ongeluk in de loop van de tijd er steeds meer een van scherpe tegenstellingen. Volgens de marechaussee bedroeg de snelheid van prins Bernhard ten tijde van het ongeluk 90 à 95 km/h. Tegenover zijn goede vriend Sefton Delmer zei de prins het gaspedaal diep te hebben ingedrukt (en de kilometerteller ging niet verder dan 100 mijl per uur, oftewel een snelheid van ruim 160).

'Bernhard voelde zich [die ochtend] gelukkig, zeer gelukkig, hetgeen voor een aanstaande vader een alleszins begrijpelijke gemoedstoestand is.' 

De Vlissingse Courant was het daar alvast niet mee eens en betichtte de prins van onbehoorlijk gedrag. De auto van de prins zou notabene pas de dag voor het ongeluk met de door hem gewenste compressor zijn geleverd. De compressor zorgde tevens voor de indruk bij Zweerus alsof er een vliegtuig naderde.
Aan de hand van de hernieuwde ophef in 1962, meldde zich bovendien ook een nieuwe getuige: veehandelaar S. Meyler uit Aalten. Die had de zandauto in de verte stapvoets uit de uitrit zien komen, had daarom zelf even ingehouden en was iets naar links uitgeweken om in te halen. Op dat moment werden zij met een enorme vaart door een auto ingehaald, waarvan zij de snelheid schatten op 150 km. Deze auto dook vervolgens vrij scherp naar rechts en sneed hen min of meer af. 'Stommeling', dacht Meyler nog, en hij voorzag brokken; even later schoof de bewuste auto onder de zandauto.


Lees ook de voorafgaande delen:










donderdag 6 december 2012

De crash van prins Bernhard bij Diemen (4): de schuldvraag

Naast directe zorgen om de gezondheidstoestand van de prins, kwam de pers ook meteen met de schuldvraag aanzetten. Het feit dat de Muiderstraatweg inmiddels een beruchte locatie was ('Men heeft hier te maken met een der drukst bereden wegen van ons land.'), bleef daarbij goeddeels buiten beeld. De focus lag vooral op de onmiddellijke toedracht c.q. de botsing en de veroorzaker daarvan: chauffeur Dirk Sweerus.

Summary
In the aftermath of his famous road accident near Diemen in 1937, attention focused almost immediately on its possible causes. Prince Bernhard Lippe-Bisterfeld was already known for his sometimes reckless behaviour and fearless driving style. But the other driver in question seemed a useful scapegoat and, if not him, then his boss was to blame for not providing enough road signs. The broader issue of road safety and its handling by the authorities was also brought into question. 

De prins: een snelheidsduivel?


In een deel van de pers werd het ongeluk snel in verband gelegd met het (te) snelle rijden van de prins. Bij de chauffeurspoule te Soestdijk was het ongeluk bij de garage ook meteen het onderwerp van gesprek nadat het nieuws in de loop van die morgen van 29 november 1937 bekend was geworden. Behalve vanwege zijn voorliefde voor snel autorijden, stond hij bij het personeel tegelijkertijd bekend als een zeer voorzichtig rijder. Ook te Diemen verbaasde men zich weinig: men was inmiddels gewend geraakt aan het zicht van de voorbijsnellende Ford.

Wedren in Duitsland


Sinds zijn verloving met prinses Juliana stond Bernhard algemeen bekend om zijn, soms roekeloze, rijstijl. In de woorden van het Nieuwsblad van het Noorden: 'de Prins, die algemeen als een zeer goed bestuurder bekend staat'. Volgens de Nieuwe Leidsche Courant van 6 november 1936 had de prins de reputatie 'een uitstekend maar ook een gedurfd autorijder te zijn'. Ter illustratie hiervan kwam men met het volgende voorbeeld.
Plannen om na het verlovingsbezoek aan Duitsland medio oktober 1936 met de auto terug te reizen, werden door koningin Wilhelmina aan banden gelegd: in dit geval te weten een snelheidslimiet van 65 km/u (elders is ook wel sprake van een limiet van 70 km/u).
Bernhard kon echter niet nalaten proberen indruk te maken. Terwijl prinses Juliana zich in Duitsland per D-trein naar Reckenwalda begaf, reed de prins haar achterna; hij arriveerde 20 minuten eerder op het station. De prins had de wedren met de sneltrein - uiteraard - gewonnen! Vandaar reden zij door naar Lippe en later vanuit Berlijn voor een tocht naar Hannover: de eerste kennismaking van de prinses met de fameuze  "Reichsautobahn" waar zij zich, volgens de prins, op verheugde.

De chauffeur


De chauffeur van de zandauto, Dirk Sweerus (ook wel als Sweeres of Zweerus aangeduid), werd door de marechaussee een voorlopig verhoor afgenomen en al snel weer vrijgelaten. De aannemer H. de Baat werkte met twintig vrachtwagens, waarvan er vijf werden gehuurd; één daarvan werd door Sweerus bestuurd.
Hem trof ogenschijnlijk geen blaam, ook al leek men 'van eenige zijden' (volgens het Volksdagblad) de schuld op hem af te willen schuiven. Op een lichte kneuzing van zijn knie na (hij was door de klap van de zitting gevallen) betrof het vooral materiële schade aan de vrachtauto die in beslag werd genomen; de schade werd binnen een week vergoed.

De ingedeukte linkerachterkant van de zandauto. De afgebeelde persoon op de foto is mogelijk Dirk Sweerus zelf. Bron: Nationaal Archief, Collectie Het Leven

In de krant verklaarde hij, eenmaal na de klap enigszins bij zijn positieven te zijn gekomen, samen met zijn baas, degenen te zijn geweest die de prins en zijn metgezel uit de auto trokken. Zij hoefden aanvankelijk alleen maar ondersteund te worden, alvorens langs de kant van de weg de komst van de dokters af te wachten.

Wat mijn wagen betreft zijn het kalf van den bak en het chassis in elkaar gedrukt en is een der veeren gebroken. De zandmassa heeft voor den vrachtwagen remmend gewerkt en verdere vernielingen voorkomen.

Ooggetuigen


Een andere ooggetuige, L. de Haan die bij de spoorbrug woonde, reed slechts enkele tientallen meters voor de auto van de prins vooruit toen het ongeluk gebeurde. Hij was ook degene op wie Sweerus had gewacht bij het oversteken. Voor hem was reeds een andere zandwagen de weg overgestoken:

Achter mij stak hij [Sweerus] den weg over. Toen hoorde ik een slag. Snel draaide ik mij om en vloog op den two-seater af die tegen den zandauto was gebotst. Tezamen met den spoorwegbeambten Roest en Gerard Bakker en enkele anderen, die hier vlak bij wonen, heb ik den Prins en de anderen heer uit den auto gehaald. Zij konden zich geen van beiden bewegen en het allereerst hebben wij de bank naar achteren moeten duwen.

Eenmaal uit zijn benarde situatie, zou de prins tegen de wagen hebben geleund en niets hebben gezegd.
 Ook de omwonenden werd een verhoor afgenomen. Tevens werden de diverse sporen op het wegdek nagemeten en werden er proeven met de zandwagens genomen. De auto van de prins werd later door een kraanwagen van de firma Jongelius afgevoerd met een zeil erover. De plek bleef verder de gehele dag nieuwsgierigen trekken.

De aannemer


,,De chauffeur van de vrachtwagen heeft geen schuld. Z'n baas was gaan uitkijken of er wat aankwam en wenkte toen van ga-maar-rijden!", vertelt de een.                                           ,,Het was heiig weer", licht een ander toe. ,,'t Is dus best mogelijk, dat die baas niets gezien heeft."
Sweerus kon in wezen niets doen aan de onoverzichtelijke verkeerssituatie ter plaatse, zo vond ook menigeen; de zorg daarvoor - in de vorm van duidelijke waarschuwingstekenen - berustte in de eerste plaats bij de aannemer.
Het rapport van de marechaussee concludeerde dan ook dat de aannemer van het graafwerk onvoldoende verkeerstekenen had gegeven op deze voorrangsweg: op van rechts komende vrachtauto’s was de automobilist daarom niet berekend. De situatie, die nog geen halve dag had geduurd, had ondertussen wel een zeer prominent slachtoffer geëist.

De autoriteiten


Nog diezelfde middag kwam de top van justitie en het parket van Amsterdam ter plaatse bijeen om de toedracht van het ongeluk te onderzoeken. Aanwezig waren onder meer de minister van Justitie, mr. C.M.J.F. Goseling, en de secretaris-generaal van het departement mr. van Angeren. De procureur-generaal van het gerechtshof te Amsterdam, mr. A. baron van Harinxma thoe Slooten, en de officier van justitie mr.dr. A.J. van Thiel waren reeds eerder op de dag bij het ziekenhuis gearriveerd en daarna doorgereden. De bijeenkomst vond deels plaats bij schemering om de situatie zo goed mogelijk na te kunnen bootsen.
Het verkeer werd langere tijd stilgelegd 'door een ontelbaar aantal beambten ... wegens het opstellen van een lijvig rapport'. Volgens de Telegraaf had niet de zandrijder maar de autoriteit schuld. Op talloze 'ambtelijke bureaux' was men volgens de krant nu druk doende de schuld op elkaar af te schuiven.

'In werkelijkheid had niemand schuld: slechts het systeem deugde niet. Er staat achter het verkeersprobleem in Nederland geen kerel uit één stuk.' 

De zwaarbelaste Nederlandse automobilist kreeg met andere woorden geen waar voor zijn geld, een standpunt waar deze krant sindsdien zelden vanaf is geweken.



Morgen: revalidatie en herstel van prins Bernhard


Lees ook de eerdere delen:

De crash van prins Bernhard bij Diemen (1): het auto-ongeluk van 1937
De crash van prins Bernhard bij Diemen (2): de toedracht
De crash van prins Bernhard bij Diemen (3): diens gezondheidstoestand


woensdag 5 december 2012

De crash van prins Bernhard bij Diemen (3): diens gezondheidstoestand

Het ongeluk van prins Bernhard was om meerdere redenen verklaarbaar, zowel vanwege de locatie als de gewijzigde verkeerssituatie. De impact van het auto-ongeluk was echter vele malen groter dan dit: het was vrijwel direct wereldnieuws.

Summary
The health and condition of prince Bernhard Lippe-Bisterfeld after his famous road accident in 1937 near Diemen was the subject of much media speculation. Officially only a light concusion was confirmed at the hospital but in actual fact staff feared for his life, at least according to his mother-in-law. Unique footage of the scene has also recently been uncovered.

Impact ongeluk


De reden waarom het auto-ongeluk zo'n grote weerslag had was meervoudig van aard. Kroonprinses Juliana was in januari 1937 met Bernhard van Lippe-Bisterfeld getrouwd. De prins had vanwege zijn charme het Nederlandse volk vrijwel onmiddellijk veroverd. Het jonggetrouwde stel was bovendien in verwachting van hun eerste kind, daarmee de toekomst van het Oranjehuis (dat mede door het huwelijk sterk aan populariteit toenam) verder bestendigend.
Het was dus kortom niet zomaar een auto-ongeluk: de toekomst van de monarchie stond plotseling op het spel, zo leek het. Het ongeluk wekte bovendien sterke associaties op met het dodelijke auto-ongeluk van de zwangere koningin Astrid (1905-1935) twee jaar eerder in het Zwitserse Küssnacht am Rigi. De Belgische koning Leopold overleefde dit ongeval maar België was, samen met hem, in diepe rouw gedompeld.

Persreacties


Aanvankelijk was er in de pers slechts sprake van een lichte hersenschudding en wat snijwonden; alleen dagblad De Tijd meldde al meteen dat er sprake was van een zware hersenschudding. Volgens het Utrechtsch Nieuwsblad was de prins zelfs 'ernstig gewond' geraakt, ook al was de aard van de verwondingen niet anders dan elders in de pers. Deze kop is mede daarom waarschijnlijk een van de vroegste voorbeelden van sensationalisme in de Nederlandse pers, ook al was zij bij nader inzien wellicht correcter dan gedacht.

Bron: Nationaal Archief, Collectie Spaarnestad (foto: Henk  Nieuwenhuijs).

Bernhard bloedde daarnaast vrij hevig vanwege een diepe snij-of hoofdwond opgelopen door de klap tegen de voorruit; tevens had hij snijwonden aan de hand opgelopen. De wonden werden ter plekke gebonden en later in het ziekenhuis gehecht. De hoofdwond bleek niet meer dan een huidwond te zijn 'loopend van het voorhoofd tot over de neus'. Er waren in de pers nog enige zorgen over eventuele opgelopen verwondingen aan de ogen door de brildragende prins, maar die bleken ongegrond.

Hersenschudding


De geneesheren stelden in eerste instantie ‘slechts een lichte hersenschudding’ vast, zo werd in de loop van de ochtend bekendgemaakt. In een officieel communique van die middag (29 november) namens de secretaris van de prins werd meegedeeld dat ‘de toestand naar omstandigheden bevredigend’ was; een terugkeer naar Soestdijk zat er desondanks vooralsnog niet in.
Bernhard werd in het ziekenhuis behandeld door de chirurg dr. C. Knapper en neuroloog dr. Van Valkenburg vanwege de gevolgen van de hersenschudding. Tevens werd consult gehouden met de neuro-chirurg Ignaz Olnejick van het Wilhelminagasthuis. Operationeel ingrijpen bleek niet nodig.

Chirurg dr. C. Knapper. Bron: Nationaal Archief, Collectie Het Leven

Die laatste was beslist een beroemdheid. Tot tweemaal toe zou deze joodse arts en hersenspecialist, die gedurende de Eerste Wereldoorlog op ambulances had gereden in de Balkan, in deze jaren een jonge dochter van de Duitse rijksminister van Buitenlandse Zaken Von Ribbentrop in zijn kliniek te Amsterdam behandelen.

Rol Wilhelmina


Nog in de loop van diezelfde ochtend om half elf meldde koningin Wilhelmina zich bij het ziekenhuis samen met freule Schimmelpenninck van der Oye. Vele hoogwaardigheidsbekleders namens de gemeente, de provincie (Commissaris van de Koningin), politie en justitie zouden zich die dag nog melden. Dit gold eveneens voor plaatselijke bestuurders bij paleis Soestdijk.

Koningin Wilhelmina arriveert in de open Cadillac bij het Burgerziekenhuis aan de Linnaeusstraat. Let ook op de saluerende agent (l). Collectie: ANP Historisch Archief (foto : Van Bilsen)
Bij het ziekenhuis hadden inmiddels vele omstanders zich verzameld en de politie moest de toegang dan ook vrij houden, zelfs met behulp van motorpolitie. Er deed zich later op de dag overigens nog een merkwaardig incident voor waarbij de slagboom door een aanrijding werd ontzet.

Omstanders verzamelen zich bij het Burgerziekenhuis voor nieuws over de gezondheidstoestand van de prins. Collectie: ANP Historisch Archief.

De menigte begroette de koningin in respectvolle stilte. Zij werd ontvangen door de burgemeester van Amsterdam, dr. Willem de Vlugt, die de geneesheer-directeur van het Burgerziekenhuis, dr. S.C.M. Spoor, aan haar voorstelde. Vervolgens werd zij, al informerend over zijn toestand, naar de prins gebracht.

Burgemeester dr. W. de Vlugt (l) en de hoofdcommissaris van politie H.J. Versteeg (r) buiten het ziekenhuis in afwachting van de komst van de koningin. Bron: Nationaal Archief, Collectie Het Leven.

Grafstemming


Wilhelmina zou zich later in haar memoires 'Eenzaam maar niet alleen' verwonderen over de grafstemming die er heerste ( ‘In het ziekenhuis trof ik grote verslagenheid.’) en daar ook een zekere aanstoot aan hebben genomen (‘ietwat wrevelig’). De artsen bereidden haar duidelijk voor op het ergste: de patiënt zou in groot gevaar verkeren; gevreesd werd o.a. voor een schedelbasisfractuur. Bernhard herkende haar bij binnenkomst enkele ogenblikken en was slechts half bij bewustzijn: hij leed volgens haar zichtbaar pijn.

Beelden


Veel van wat in de eerste drie blogs is behandeld omtrent het ongeluk, valt terug te zien op de volgende unieke beelden (zonder commentaar) waaronder rijdende beelden van de Ford V8 de luxe cabriolet van de prins in het verkeer, opnamen van de plek des onheils aan de Muiderstraatweg, een overzicht van de kranten, en beelden opgenomen rond het Burgerziekenhuis te Amsterdam:




Morgen: de schuldvraag


Lees ook de eerdere delen:
De crash van prins Bernhard bij Diemen (1): het auto-ongeluk van 1937
De crash van prins Bernhard bij Diemen (2): de toedracht

maandag 3 december 2012

De crash van prins Bernhard bij Diemen (1): het auto-ongeluk van 1937

Op maandag 29 november 1937, om kwart over zeven 's ochtends, vond het beroemdste auto-ongeluk uit de Nederlandse geschiedenis plaats. Reden genoeg voor een feuilleton rondom deze bijna-ramp die 75 jaar na dato opvallend weinig weerklank vond in de pers. Eerder schreef ik al eens over de opvallende rol van de Oranjes (speciaal Juliana) bij de bestrijding van de na-oorlogse verkeersonveiligheid in Nederland, mede als gevolg van dit ongeluk.

Summary
On Monday 29th November 1937 the most famous car accident occurred in Dutch history, involving a prominent member of the royal family: prince Bernhard Lippe-Bisterfeld. The green Ford de luxe cabriolet was reduced to a car wreck. The geographical location near Diemen was notorious for its previous (and later) road accidents.

Muiderstraatweg


In de vroege maandagmorgen van 29 november om kwart over zeven hoorden omwonenden van de Muiderstraatweg een luidde knal. Het was nog donker die ochtend, ook al begon het te gloren. Snel kwamen diverse mensen op het geluid af. Een personenauto bleek ter hoogte van het spoorviaduct van de spoorlijn Amsterdam-Utrecht, dat tussen het Merwedekanaal en de kom van de gemeente Diemen loopt, te zijn gebotst op een zandauto van de Aannemeningsmaatschappij N.V. Terro.
Langs de rijksweg van Amsterdam naar Het Gooi vonden werkzaamheden plaats aan de oude spoorbaan naar Weesp die werd afgegraven: het zand werd in zandauto’s naar Amsterdam afgevoerd. De werkzaamheden waren notabene pas in het voorafgaande weekeinde voor het eerst begonnen. De wagens moesten via een geïmproviseerde afrit links de weg opdraaien, die zij vervolgens moesten oversteken om op de rechter weghelft in de richting van Amsterdam te geraken.

De Ford (l) en de vrachtwagen ernaast (r), met de spoorbrug op de voorgrond. Collectie: ANP Historisch Archief

Vormeloze hoop


De groene Ford V8, een tweezitter-cabriolet met kenteken L 33800, die op een volle zandwagen was gebotst was op slag veranderd in een vormeloze hoop: de auto was total loss. De lading van de zandauto werd op 5 à 6 ton geschat: de klap van de botsing was dus extra hard aangekomen, alsof men tegen een betonnen muur was gereden. De klap was zo krachtig geweest dat de vrachtwagen nog dertig meter was doorgeschoven.
De Ford was een van de auto’s van prins Bernhard der Nederlanden. Er zijn opmerkelijk genoeg maar weinig foto's van deze koninklijke wagen in zijn originele staat. De prins was op dat moment onderweg van Soestdijk naar ’s-Gravenhage; later die ochtend stond er een jachtpartij te Rozenburg gepland. De prins zat zelf achter het stuur en hij werd mede vergezeld van hofjager Van der Spek.

De vernielde Ford van de prins en de bewuste afrit daarachter. Collectie: ANP Historisch Archief (foto:  J.D. Noske)

Inzittenden bekneld


Beide inzittenden waren bekneld geraakt door het ongeluk. De voorkant van de Ford was flink in elkaar geschoven: de radiator was naar achteren (over de motor heen) geslagen, de motor was aan de voorkant in elkaar gedrukt, de spatborden waren naar achteren geklapt, de motorkap was gekreukt en stond onder een hoek schuin omhoog.
Het motorblok was binnen het chassis gelukkig niet naar achteren verschoven maar het dashboard wel, terwijl de zitbank naar voren was gekomen. Beide passagiers waren door de klap bovendien met hun hoofd tegen de voorruit geslagen (en niet er doorheen, zoals soms wordt beweerd) die gelukkig niet was versplinterd, en bloedden maar waren nog bij bewustzijn. De auto begon ondertussen licht te smeulen (er lagen tevens nog patronen en geweren in de auto); daarom werd er zand overheen gegooid dat deels al over de auto lag verspreid vanwege het ongeluk.

Redders en gewonden


De prins werd door een inderhaast toegeschoten spoorwegarbeider (P. Roest) onder zijn armen achter het stuur vandaan getrokken; zijn metgezel door een jongeman, G. Bakker, werkman van Artis. Op de bloedingen na, ging het ogenschijnlijk redelijk met hen: Bernhard kon praten, vroeg aan Roest wat er gebeurd was en was licht verwonderd dat zijn benen nog in orde waren. Pas in tweede instantie werd hij herkend (het kenteken zou tevens zijn herkend door Theun de Baat die als hobby autonummers had). De hofjager was wel aan een van zijn benen verwond. Nadat de prins korte tijd op eigen benen had gestaan, zakte hij min of meer in elkaar.
De prins en zijn metgezel werden in eerste instantie in de berm op de trambaan gelegd totdat deze vergissing door een werkman bijtijds werd ingezien; die ging met een lantaren de motortram tegemoet. Vanwege de groeiende schare omstanders, begon de prins te gebaren dat hij met rust wilde worden gelaten. Inmiddels waren voor hen matrassen en dekens uit de aanpalende spoorwachterswoning van Roest tevoorschijn gekomen om op te gaan liggen. Diens vrouw bracht ook nog water.

Medische hulp


Medische hulp was eveneens snel ter plaatse dankzij een inderhaast gecommandeerde melkwagen. Prins Bernhard wilde liever terug naar Soestdijk worden gebracht om Juliana persoonlijk in te lichten maar de medici, drie artsen uit Diemen (dr. W. Balfoort, dr. M. Hartman en A.J.J. van Gemert), besloten in overleg met de Amsterdamse chirurg dr. C. Knapper anders: per particuliere ambulances werden hij en Van der Spek rond half negen naar het Burgerziekenhuis te Amsterdam afgevoerd nadat eerst nog hun wonden waren verbonden. Wegens het passeren van de ambulances werd enige tijd de spoorwegovergang Weesperzijde openghouden.
Inmiddels was ook de burgemeester van Diemen, mr. A.J. de Wolf, gearriveerd (die gehaald was door de aannemer, die geen telefoon op zijn werk had) evenals de plaatselijke commandant der marechaussee met enige manschappen. De Wolf was op 12 december 1925 benoemd en bleef burgemeester tot 1 december 1937; één dag (!) na het ongeluk vond notabene zijn afscheid plaats in café D. van der Kroon aan de Muiderstraatweg.

Beruchte locatie


Passerende automobilisten op dit vroege uur zagen slechts een anoniem autowrak langs de kant van de weg staan, 'doch dit is voor de meeste gebruikers van dezen weg een zoo gewoon schouwspel' dat zij gewoon doorreden.
De Muiderstraatweg was min of meer berucht vanwege de verkeersdrukte en geringe ruimte: er gebeurden dan ook met enige regelmaat ongelukken. Op 26 juni 1925 vond er bijvoorbeeld een ander auto-ongeluk plaats waarbij de Chevrolet van dhr. Gillebaard na een aanrijding te water raakte. De vijf inzittenden konden ternauwernood worden gered.

Auto te water langs de Muiderstraatweg in 1929. Bron:  www.inoudeansichten.nl

Het ongeluk van prins Bernhard op juist deze locatie was in die zin dus weinig opmerkelijk.


Lees ook de thematische vervolgen!:

De crash van prins Bernhard bij Diemen (2): de toedracht

De crash van prins Bernhard bij Diemen (3): diens gezondheidstoestand

De crash van prins Bernhard bij Diemen (4): de schuldvraag

De crash van prins Bernhard bij Diemen (5): revalidatie en herstel