Zoeken in deze blog

Translate

maandag 30 september 2013

Is de shortlist Libris Geschiedenis Prijs te voorspelbaar?

Vorig weekeinde werden de nominaties voor de Libris Prijs Geschiedenis Prijs 2013 bekendgemaakt. De lijst bevat weinig verrassingen. Hoe kan dat toch met zoveel verschillende boeken op de leestafel?

Geschiedenis


De Libris Geschiedenisprijs is in 2007 ingesteld door Historisch Nieuwsblad en de Volkskrant ter promotie van het Nederlandse geschiedenisboek. De samenstelling van de prijs heeft sindsdien de nodige veranderingen ondergaan, met nu het Rijksmuseum als belangrijkste partner. Ook dat is opvallend, want dat is en blijft toch in de eerste plaats een kunstmuseum (al beoogt men een geïntegreerde aanpak van kunst en geschiedenis)? De prijs bedraagt een respectabele 20.000 euro.

Thema's


De nominaties worden ook dit jaar weer gedomineerd door drie thema's of genres: kolonialisme, de Tweede Wereldoorlog en de Gouden Eeuw. Met daarnaast nog een of twee boeken ter completering. Het kan haast niet anders, gelet op de voorgaande edities, of de nominaties worden ook naar dit principe samengesteld waarna dan de verschillende lijstjes alsnog samenkomen.
Dit is inmiddels zo voorspelbaar geworden dat men in dat opzicht de prijs net zo goed in drieën kan delen en per thema of genre een individuele prijs uitreiken à 5.000 euro, met eventueel nog een restcategorie erbij.

Kolonialisme


Kolonialisme vormt daarbij de link tussen Nederland en de wereldgeschiedenis. Ook wij waren als land ooit groot en belangrijk.
Bossenbroek, specialist in de Nederlandse koloniale geschiedenis van de 19e-20e eeuw, probeert de rol van Nederland in de oorlog meer voor het voetlicht te brengen. Maar dat botst dan in de praktijk met het idee een vlotte geschiedenis - wat dit boek vooral is - van de hele oorlog te schrijven. Het boek is daarnaast ook nog eens een halve biografie van drie betrokkenen.
Kortom: te veel van het goede dus. Een pure geschiedenis van de Nederlandse betrokkenheid bij de oorlog i.p.v. een geschiedenis van de hele oorlog zou in dat opzicht waardevoller zijn geweest. Of juist alleen een biografie van de jurist Willem Leyds, wiens archief tenslotte ook deels in Nederland ligt.

Tweede Wereldoorlog


Geen nominatie voor de geschiedenisprijs zou compleet zijn zonder een of twee boeken over de Tweede Wereldoorlog: de nationale geschiedkundige obsessie bij uitstek.
Deze periode is inmiddels bijna 75 jaar geleden begonnen en iets minder dan zeventig jaar geleden afgelopen. Binnen de totale twintigste eeuw beslaat zij slechts vijf van de honderd jaren. Nederland kan bovendien terugkijken op een weinig heldhaftig oorlogsverleden; het trauma blijkt desondanks - of juist daarom - vele malen groter.
Kijkers van Zomergasten konden dit jaar met eigen ogen zien hoe zelfs hoogleraar Beatrice de Graaf (1976) vrijwel volledig in beslag werd genomen door de razzia (1944) in haar geboorteplaats Putten.

Polemiek


Vorig jaar werd de geschiedenisprijs gewonnen door Bart van der Boom met zijn boek over of Nederlanders wel of niets wisten van de Holocaust (hij betoogt het laatste). Dit boek bracht de grootste polemiek in jaren teweeg omtrent een historische publicatie. Daarbij werd zijn eenzijdig bronnengebruik van dagboeken nog te weinig methodologisch belicht.
Een recensent vroeg zich daarentegen niet ten onrechte af wanneer nou eens het exemplarische boek over de Nederlandse betrokkenheid bij de val van Srebrenica komt. Zou dit niet vele malen actueler en waardevoller zijn? Of wat bijvoorbeeld anders te denken van de Nederlandse betrokkenheid bij de Europese eenwording na 1945? Zelfs de politiek lijkt dat onderwerp helemaal te hebben laten varen uit angst voor enige vorm van kritiek.
Wat zegt tegelijk het eindeloze gejeremieer over de Tweede Wereldoorlog (door historici en anderen) eigenlijk over Nederland zelf? Inmiddels mag toch worden vastgesteld dat de Vergangenheitsbewältigung, zeg maar de maatschappelijke verwerking van het oorlogsleed, die van Duitsland (waar zelfs al enkele jaren om Hitler mag worden gelachen) overtreft. Het lijkt er verdacht veel op alsof het bezettingstijdperk het falen van Nederland op vele fronten gedurende de twintigste eeuw moet verbergen.

Jan Brokken


Hoe dan ook maakt dit jaar Jan Brokken grote kans de geschiedenisprijs te winnen met zijn boek De Vergelding over een Nederlands dorp in oorlogstijd en vooral de nasleep hiervan. Dit boek is oral history op zijn best; er is onder meer sprake van 185 interviews, naast verder aanvullend onderzoek. Het boek gaat dus vooral over de kracht van herinneringen.
De schrijver Jan Brokken (1949) groeide zelf in het bewuste dorp (Rhoon) op waar de moord op een Duitse soldaat in 1944 door sabotage de gemoederen flink blijft bezig houden. De langdurige nasleep in een kleine gemeenschap vormt de kern van het boek.
Dit werk is inmiddels (o.a.) ook genomineerd voor de NS Publieksprijs en heeft daarmee een geheel eigen momentum, zo lijkt het. Zal de jury het dan ook aandurven niet de gedoodverfde winnaar te kiezen, net zoals in 2011 het geval was met Congo van David van Reybrouck?

Biografie


Het biografisch genre is vooral in trek ter vervanging van de traditionele politieke geschiedschrijving. Het benadrukt de meer menselijke kant van geschiedenis, tegenover de vaak onmenselijke gevolgen van grote evenementen of gebeurtenissen.
Het boek Aards Paradijs van Roelof van Gelder is een biografie van Jacob Roggeveen (1658-1729) die vooral bekend staat als de ontdekker van Paaseiland in 1721. Van Gelder is gespecialiseerd in maritieme geschiedenis, maar dit is niet zijn beste boek.
Over Roggeveen is weinig persoonlijk materiaal bekend en dat maakt het verhaal op voorhand weinig spannend. Van Gelder plaatst zijn hoofdpersoon dan ook vooral binnen een religieuze en intellectuele context, waarna alsnog de ontknoping volgt in de vorm van een verre ontdekkingsreis.

Vrouwenlexicon


De andere biografie op de lijst, 1001 Vrouwen uit de Nederlandse Geschiedenis, is vooral een naslagwerk dat eigenlijk het prettigst leest met telkens één hoofdstukje (of vrouw) voor het slapen gaan. Alle lof voor Els Kloek, haar volharding dit wetenschappelijke project gestand te doen houden tegen negatieve adviezen in en de uiteindelijke wijze waarop het boek via crowdfunding tot stand is gekomen.
Maar de geschiedenisprijs is geen aanmoedigingsprijs en bovendien heeft ze het boek ook zelf niet geschreven; dat wordt straks nog lastig bij het eventueel verdelen van de prijs.

Vreemde eend


Dan is er nog de spreekwoordelijke vreemde eend in de bijt ter completering van het vijftal, ook al kan de vaker bekroonde of genomineerde Neerlandicus Frits van Oostrom nauwelijks zo genoemd worden. Ditmaal betreft het zijn nieuwe literatuurgeschiedenis van de 14e eeuw getiteld Wereld in woorden, die veel meer een brede cultuurgeschiedenis is (zoals we van hem ook gewend zijn). Ook hier dus in wezen geen verrassing maar wederom een voorspelbare keuze.

Beeld


Een vriend van mij vertelde mij eens dat er maar wezenlijk drie onderwerpen toe doen met betrekking tot de Nederlandse geschiedenis bij het grote publiek: de Gouden Eeuw, het kolonialisme en de Tweede Wereldoorlog. Wie deze en de nominaties uit voorbije jaren overziet kan niet anders concluderen dan dat de Libris Geschiedenis Prijs bijna volledig aan dit beeld voldoet.
Telkens veilige keuzes dus, hetzij qua namen van auteurs hetzij m.b.t. de gekozen onderwerpen. De nominaties voor volgend jaar zijn daarom in zekere zin alvast in te vullen. En dat is een zorgwekkend patroon, want zo ontstaat bij het grote publiek een eenzijdig beeld van de Nederlandse geschiedenis.

Onderonsje


Hoe zou dat toch komen? De genomineerden (en overige mededingers) kunnen allemaal goed schrijven, een wel vaker gehoord compliment overigens aan het adres van Nederlandse historici.
In de praktijk blijkt de prijs bovenal een Amsterdams onderonsje. De initiatiefnemers zijn allen in de hoofdstad gevestigd, waar ook een groot deel van de juryleden wordt gerecruteerd. Dit zijn bovendien mensen die we ook elders vaak in jury's aantreffen: de opiniemakers (journalisten, bekende schrijvers) of (oud) beleidsmakers (hetzij op politiek of cultureel gebied).
Kortom de cultuurpauzen van Nederland over wier aanvraag, boek of programma men zich het volgende jaar weer in een ander gremium moet buigen. Men beoordeelt dus vooral elkaar.

Slot


Als gevolg van deze tunnelvisie ontstaat er vanzelf een overheersend beeld van het belang van bepaalde episoden uit de Nederlandse geschiedenis, in plaats van als jury een onafhankelijke mening te geven over het boekenaanbod m.b.t. de hele vaderlandse geschiedenis. De geschiedenis van ons land en de geschiedschrijving is zoveel diverser dan het inmiddels bijna programmatische karakter van de Libris Geschiedenis Prijs. Hopelijk zijn de verrassingen volgend jaar dan ook niet uit de lucht, ter weerlegging van mijn ongelijk.


Gerelateerde blogs:
De moraal van de Gouden Eeuw
Het land van Vermeer
Kasteel Amerongen en zijn bewoners: dood of springlevend?
Museale identiteit of hoe de term 'Historisch' langzaam verdwijnt (en waarom)


Geen opmerkingen: