Zoeken in deze blog

Translate

donderdag 6 december 2012

De crash van prins Bernhard bij Diemen (4): de schuldvraag

Naast directe zorgen om de gezondheidstoestand van de prins, kwam de pers ook meteen met de schuldvraag aanzetten. Het feit dat de Muiderstraatweg inmiddels een beruchte locatie was ('Men heeft hier te maken met een der drukst bereden wegen van ons land.'), bleef daarbij goeddeels buiten beeld. De focus lag vooral op de onmiddellijke toedracht c.q. de botsing en de veroorzaker daarvan: chauffeur Dirk Sweerus.

Summary
In the aftermath of his famous road accident near Diemen in 1937, attention focused almost immediately on its possible causes. Prince Bernhard Lippe-Bisterfeld was already known for his sometimes reckless behaviour and fearless driving style. But the other driver in question seemed a useful scapegoat and, if not him, then his boss was to blame for not providing enough road signs. The broader issue of road safety and its handling by the authorities was also brought into question. 

De prins: een snelheidsduivel?


In een deel van de pers werd het ongeluk snel in verband gelegd met het (te) snelle rijden van de prins. Bij de chauffeurspoule te Soestdijk was het ongeluk bij de garage ook meteen het onderwerp van gesprek nadat het nieuws in de loop van die morgen van 29 november 1937 bekend was geworden. Behalve vanwege zijn voorliefde voor snel autorijden, stond hij bij het personeel tegelijkertijd bekend als een zeer voorzichtig rijder. Ook te Diemen verbaasde men zich weinig: men was inmiddels gewend geraakt aan het zicht van de voorbijsnellende Ford.

Wedren in Duitsland


Sinds zijn verloving met prinses Juliana stond Bernhard algemeen bekend om zijn, soms roekeloze, rijstijl. In de woorden van het Nieuwsblad van het Noorden: 'de Prins, die algemeen als een zeer goed bestuurder bekend staat'. Volgens de Nieuwe Leidsche Courant van 6 november 1936 had de prins de reputatie 'een uitstekend maar ook een gedurfd autorijder te zijn'. Ter illustratie hiervan kwam men met het volgende voorbeeld.
Plannen om na het verlovingsbezoek aan Duitsland medio oktober 1936 met de auto terug te reizen, werden door koningin Wilhelmina aan banden gelegd: in dit geval te weten een snelheidslimiet van 65 km/u (elders is ook wel sprake van een limiet van 70 km/u).
Bernhard kon echter niet nalaten proberen indruk te maken. Terwijl prinses Juliana zich in Duitsland per D-trein naar Reckenwalda begaf, reed de prins haar achterna; hij arriveerde 20 minuten eerder op het station. De prins had de wedren met de sneltrein - uiteraard - gewonnen! Vandaar reden zij door naar Lippe en later vanuit Berlijn voor een tocht naar Hannover: de eerste kennismaking van de prinses met de fameuze  "Reichsautobahn" waar zij zich, volgens de prins, op verheugde.

De chauffeur


De chauffeur van de zandauto, Dirk Sweerus (ook wel als Sweeres of Zweerus aangeduid), werd door de marechaussee een voorlopig verhoor afgenomen en al snel weer vrijgelaten. De aannemer H. de Baat werkte met twintig vrachtwagens, waarvan er vijf werden gehuurd; één daarvan werd door Sweerus bestuurd.
Hem trof ogenschijnlijk geen blaam, ook al leek men 'van eenige zijden' (volgens het Volksdagblad) de schuld op hem af te willen schuiven. Op een lichte kneuzing van zijn knie na (hij was door de klap van de zitting gevallen) betrof het vooral materiële schade aan de vrachtauto die in beslag werd genomen; de schade werd binnen een week vergoed.

De ingedeukte linkerachterkant van de zandauto. De afgebeelde persoon op de foto is mogelijk Dirk Sweerus zelf. Bron: Nationaal Archief, Collectie Het Leven

In de krant verklaarde hij, eenmaal na de klap enigszins bij zijn positieven te zijn gekomen, samen met zijn baas, degenen te zijn geweest die de prins en zijn metgezel uit de auto trokken. Zij hoefden aanvankelijk alleen maar ondersteund te worden, alvorens langs de kant van de weg de komst van de dokters af te wachten.

Wat mijn wagen betreft zijn het kalf van den bak en het chassis in elkaar gedrukt en is een der veeren gebroken. De zandmassa heeft voor den vrachtwagen remmend gewerkt en verdere vernielingen voorkomen.

Ooggetuigen


Een andere ooggetuige, L. de Haan die bij de spoorbrug woonde, reed slechts enkele tientallen meters voor de auto van de prins vooruit toen het ongeluk gebeurde. Hij was ook degene op wie Sweerus had gewacht bij het oversteken. Voor hem was reeds een andere zandwagen de weg overgestoken:

Achter mij stak hij [Sweerus] den weg over. Toen hoorde ik een slag. Snel draaide ik mij om en vloog op den two-seater af die tegen den zandauto was gebotst. Tezamen met den spoorwegbeambten Roest en Gerard Bakker en enkele anderen, die hier vlak bij wonen, heb ik den Prins en de anderen heer uit den auto gehaald. Zij konden zich geen van beiden bewegen en het allereerst hebben wij de bank naar achteren moeten duwen.

Eenmaal uit zijn benarde situatie, zou de prins tegen de wagen hebben geleund en niets hebben gezegd.
 Ook de omwonenden werd een verhoor afgenomen. Tevens werden de diverse sporen op het wegdek nagemeten en werden er proeven met de zandwagens genomen. De auto van de prins werd later door een kraanwagen van de firma Jongelius afgevoerd met een zeil erover. De plek bleef verder de gehele dag nieuwsgierigen trekken.

De aannemer


,,De chauffeur van de vrachtwagen heeft geen schuld. Z'n baas was gaan uitkijken of er wat aankwam en wenkte toen van ga-maar-rijden!", vertelt de een.                                           ,,Het was heiig weer", licht een ander toe. ,,'t Is dus best mogelijk, dat die baas niets gezien heeft."
Sweerus kon in wezen niets doen aan de onoverzichtelijke verkeerssituatie ter plaatse, zo vond ook menigeen; de zorg daarvoor - in de vorm van duidelijke waarschuwingstekenen - berustte in de eerste plaats bij de aannemer.
Het rapport van de marechaussee concludeerde dan ook dat de aannemer van het graafwerk onvoldoende verkeerstekenen had gegeven op deze voorrangsweg: op van rechts komende vrachtauto’s was de automobilist daarom niet berekend. De situatie, die nog geen halve dag had geduurd, had ondertussen wel een zeer prominent slachtoffer geëist.

De autoriteiten


Nog diezelfde middag kwam de top van justitie en het parket van Amsterdam ter plaatse bijeen om de toedracht van het ongeluk te onderzoeken. Aanwezig waren onder meer de minister van Justitie, mr. C.M.J.F. Goseling, en de secretaris-generaal van het departement mr. van Angeren. De procureur-generaal van het gerechtshof te Amsterdam, mr. A. baron van Harinxma thoe Slooten, en de officier van justitie mr.dr. A.J. van Thiel waren reeds eerder op de dag bij het ziekenhuis gearriveerd en daarna doorgereden. De bijeenkomst vond deels plaats bij schemering om de situatie zo goed mogelijk na te kunnen bootsen.
Het verkeer werd langere tijd stilgelegd 'door een ontelbaar aantal beambten ... wegens het opstellen van een lijvig rapport'. Volgens de Telegraaf had niet de zandrijder maar de autoriteit schuld. Op talloze 'ambtelijke bureaux' was men volgens de krant nu druk doende de schuld op elkaar af te schuiven.

'In werkelijkheid had niemand schuld: slechts het systeem deugde niet. Er staat achter het verkeersprobleem in Nederland geen kerel uit één stuk.' 

De zwaarbelaste Nederlandse automobilist kreeg met andere woorden geen waar voor zijn geld, een standpunt waar deze krant sindsdien zelden vanaf is geweken.



Morgen: revalidatie en herstel van prins Bernhard


Lees ook de eerdere delen:

De crash van prins Bernhard bij Diemen (1): het auto-ongeluk van 1937
De crash van prins Bernhard bij Diemen (2): de toedracht
De crash van prins Bernhard bij Diemen (3): diens gezondheidstoestand


Geen opmerkingen: