Zoeken in deze blog

Translate

Posts tonen met het label registratuur. Alle posts tonen
Posts tonen met het label registratuur. Alle posts tonen

maandag 28 februari 2011

Gele brieven: Donald Rumsfeld als bureaucratische held?

Sommige mensen blijken onvermoede kanten te hebben. Zo ook voormalig minister van Defensie Donald H. Rumsfeld, de meest gehate figuur, vanwege het Abu Ghraib schandaal, uit de regering van president Bush (na de president zelf uiteraard en diens vice-president).
Vorige week las ik een recensie in de NRC over zijn recent verschenen memoires getiteld Known and Unknown. Rumsfeld blijkt een van de meest gevreesde en spraakmakende bureaucraten uit de Amerikaanse geschiedenis te zijn geweest. Een papieren tijger dus, maar dan in het echt: een heuse kantoortijger.

Memo's: 'yellow perils'

Rumsfeld begon met het schrijven van zijn beruchte memo's aan medewerkers en ambtenaren eind jaren zestig tijdens zijn dienstverband in de regering-Nixon. Vanwege de gebruikte kleur papier heetten ze aanvankelijk 'yellow perils'. Ze waren talrijk, ijzig van toon en meedogenloos. Onder Gerald Ford zou Rumsfeld voor de eerste maal minister van Defensie worden.
Volgens hemzelf hadden de memo's de volgende nut en functie: 'Mondeling commentaar kan worden vergeten of een lage prioriteit krijgen. Met geschreven memo's kon ik een taak uitdelen, een kopie houden, en vooruitgang traceren.' De memo's werden overigens wel uitgetypt.

'Snowflakes'

In zijn latere ambtsperiode onder president Bush zou Rumsfeld deze praktijk voortzetten. Inmiddels was sprake van de zogeheten 'snowflakes' (terwijl ik deze alinea schrijf, op woensdagmiddag 23 februari, vallen er ook daadwerkelijk sneeuwvlokken naar beneden!).
Rumsfelds grote afhankelijkheid van originele memoranda in de 21e eeuw kan tevens worden gezien als een mogelijk ouderwetse vorm van informatievoorziening, een soort laatste verdedigingslinie tegen de digitale informatievoorziening zoals hij zelf ook min of meer toegeeft.

http://www.rumsfeld.com/library/page/200106-snowflakes

Deze documenten vormen tevens de inspiratiebron voor onderstaand schilderij, een bijzonder (en zeldzaam) voorbeeld van archivistiek in de kunst.


[Het schilderij Picnic gemaakt door de Iraakse kunstenaar Muayad Muhsin (2006)]


Bureau

Een ander, fraai detail van deze bureaucraat pur sang is dat Rumsfeld staand werkte vanachter zijn speciaal voor hem ontworpen bureau (en werkdagen van 12-15 uur draaide), een soort katheder. Uit het oogpunt van gezondheid (de mens is gemaakt om te staan, niet om te zitten zo leert de evolutie) is dit overigens helemaal zo gek nog niet. Lees meer daarover:

http://blogs.hbr.org/your-health-at-work/2010/08/the-many-benefits-of-standing.html


[Rumsfeld (met bril) toont zijn opvolger als Chief of Staff in het Witte Huis, Dick Cheney, zijn speciale bureau]



Onthullingen

Rumsfelds memoires kunnen, volgens de recensie in de Volkskrant van 19 februari, worden gelezen als een lange vingeroefening in de kantoorpolitiek van de wereld. Volgens Kissinger was hij een 'skillful, even ruthless, bureaucratic infighter'.
De algemene kritiek op deze memoires is dat hij te veel met anderen afrekent en te weinig zelfkritiek uit maar dat is memoires eigen. Zo was hij geen vriend van Condoleeza Rice of Colin Powell. Lees een Amerikaanse recensie op dit punt.
Rumsfeld onthult verder onder meer dat de National Security Council niet werkte: er werden geen 'precise objectives' gesteld of besluiten genoemen hoe bepaalde doelstellingen te verwezenlijken. Dat klinkt erg als de stijl van het moderne management - althans de slechte kant ervan. Dit leidt onherroepelijk tot een steeds ondoorzichtiger besluitvorming, mede doordat er ook steeds minder genotuleerd wordt.
De kritiek op 'interagency feuding' is vrij voorspelbaar. Verder vindt hij dat er te weinig op wetgeving wordt vertrouwd en te veel op de uitvoerende macht van de president (die daarmee dus het Congres omzeilt).
Deze 'presidentiële' stijl van regeren, in plaats van vertrouwen op voltallige kabinetsbesluiten, gebeurt ook elders in de democratische wereld in toenemende mate.

'Presidentiële' bibliotheek

Rumsfeld zou in 1988 kortstondig Republikeins presidentskandidaat zijn. Wellicht dat hij nu daarom ook, ter gelegenheid van de publicatie van de memoires, zijn eigen papieren monument heeft opgericht: een gedigitaliseerd archief. Deze website heeft daarmee ook wel iets weg van de Amerikaanse presidentiële bibliotheken.

http://www.rumsfeld.com/

Tevens geeft hij commentaar op zijn eigen wijze van administratie:

http://www.rumsfeld.com/library/

Hier kan menig Nederlands politicus c.q. bewindsman (m/v) nog een voorbeeld aan nemen!

woensdag 23 februari 2011

Witte brieven of de toenemende informalisering van de macht

Gastblog Ton Kappelhof, historicus, Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, Den Haag

Blauwe brieven zijn zeldzaam. Naar verhouding komen ze veel voor in het enige jaren geleden opengestelde archief van het Kabinet van de Minister-President.

Witte brieven

Zeker zo interessant zijn in dat archief de witte briefjes van de raadsadviseurs, die vanaf de jaren vijftig neerdwarrelden op het bureau van de achtereenvolgende premiers Drees, De Quay en Cals.
Als voorbeeld van een witte brief, dat wil zeggen een korte nota van een raadsadviseur, in dit geval drs. Putter, zie onderstaand voorbeeld aan de minister-president over de financiële gevolgen van de op stapel staande socialeverzekeringswetten, uit 1965.


[Nationaal Archief, Archief Kabinet MP, inv. nr. 5524.]

Het zijn prozaïsche briefjes, zonder registratuurnummers, zonder briefhoofd, zonder andere kenmerken. Deze zijn veel talrijker dan de schaarse blauwe brieven. Dat zijn de tekenen van de ambtelijke macht die toen al groot was en later alleen maar groter zou worden.
Bovenstaand voorbeeld is op het eerste oog overigens weinig wit want aan het verzuren; de getypte tekst is deels al aan het vervagen.

Voor meer informatie over het project Sociale Zekerheid raadpleeg de website van het Huygens ING:
http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/Socialezekerheid

Raadsadviseur

De figuur van de raadsadviseur is in de politieke geschiedschrijving sterk onderbelicht. Hij blijft de grijze ambtenaar die hij (tot ca. 1990 waren het bijna allemaal mannen) wilde zijn. De vraag hoe groot zijn invloed was is nog niet beantwoord.
Hoe verhield de opkomst van de raadsadviseur zich tot de al lang bestaande Raad van State? De Raad gaf ook vaak -en dat al ver terug in de negentiende eeuw- afwijkende adviezen waar niets mee gedaan werd, maar die wel duiden op onderstromen die in de politieke geschiedschrijving, die gefixeerd is op het pays legal, onderbelicht zijn gebleven.
Recentelijk klaagde de vicepresident van de Raad, H.D. Tjeenk Willink, dat de regering niets doet met zijn politieke adviezen. Wanneer duikt de figuur van de raadsadviseur op? Komt deze figuur ook voor bij de lagere overheden?

Naschrift: Machtsverschuiving van politiek naar ambtenaar [OvdM]

Politici moeten gelet op de toenemende complexiteit van maatschappij en bestuur steeds vaker vertrouwen op de inhoudelijke kennis van de ambtenaren om hen heen. Omdat de politieke top is overbelast, vullen de medewerkers het 'machtsvacuüm' op. Dit schrijft politicoloog en voormalig Kamerlid Bob van den Bos in een opiniestuk. Lees het artikel van 28 januari 2011 in de Volkskrant:

http://opinie.volkskrant.nl/artikel/show/id/7725/Ambtenaren_krijgen_steeds_meer_macht

In het jaarverslag van de Raad van State over 2009 werd eerder gewaarschuwd dat juist die kwaliteit (van de ambtenaar) tanende is vanwege toenemende marktwerking. Hierdoor is de professionaliteit binnen het openbaar bestuur onder druk komen te staan. In plaats van bezuinigingen op het ambtenarenapparaat zou dan ook een kwaliteitsimpuls moeten plaatsvinden, volgens Tjeenk Willink. Lees zijn commentaar:

http://www.raadvanstate.nl/pers/samenvatting_jaarverslag_2009.asp

Meer weten?

Lees ook de eerdere bijdragen over de werking van de informele bureaucratie (op documentniveau) in Nederland:
http://hethistorischatelier.blogspot.com/2010/12/de-blauwe-brief.html
http://hethistorischatelier.blogspot.com/2011/02/de-blauwe-brief-2_18.html

maandag 6 december 2010

De blauwe brief

Tijdens mijn nieuwsjacht inzake de nationale herdenking voor verkeersslachtoffers door Juliana (zie mijn blog over bezinning) bleek het opgevraagde dossier nog iets heel anders te bevatten.
Als historicus ben je altijd in eerste instantie geneigd snel naar de inhoud oftewel de informatie van een document te kijken en niet naar de vorm; de macht der gewoonte. Een bevriend onderzoeker (en volleerd archivaris, die zijn sporen op dat vlak ruimschoots heeft verdiend) wees mij echter nog op iets bijzonders: ik had een zogenaamde blauwe brief voor mij liggen!



Wat is een blauwe brief eigenlijk precies? In de eerste plaats precies dat: een brief gemaakt van blauw briefpapier. Alleen is in dit geval de blauwe kleur na een halve eeuw behoorlijk vervaagd, dat moet gezegd. De hierboven geboden reproductie doet de naam dan ook nauwelijks eer aan. Daarom, ter vergelijking, een meer standaard brief (weliswaar van de particuliere secretarie van prinses Wilhelmina) op standaard wit papier aan de rechterkant:




Zogeheten blauwe brieven werden door bewindslieden gebruikt voor een meer persoonlijke boodschap: dus buiten de officiële, ambtelijke correspondentie om. In feite is het een privé-brief van de minister.
De bijzonderheden zitten hier in kleine, archivistische details. Een officiële brief namens een ministerie zou bijvoorbeeld een ander brievenhoofd hebben gehad plus ook allerlei registratuurkenmerken: een onderwerpsaanduiding ('Betreft:'), agendanummer etc.
Wie bijvoorbeeld aan de blauwe brief voelt - archiefonderzoek is in de pré-digitale fase ook nog altijd een tastbare aangelegenheid - voelt allereerst de betere kwaliteit van het briefpapier: een dikkere gramsoort. Het kroontje in het brievenhoofd is er ook duidelijk ingedrukt; je voelt de markering. Let ook op het aparte logo: Minister van Verkeer en Waterstaat i.p.v. Ministerie.



Op zoek gaan naar een blauwe brief, zoveel werd mij al gauw duidelijk, is zoiets als zoeken naar een speld in een hooiberg. Als je er naar op zoek gaat zul je hem waarschijnlijk nooit ofte nimmer vinden. Nergens zal ook een verwijzing ernaar in een inventaris staan wegens de praktische onmogelijkheid van een ontsluiting op stuksniveau. Een kwestie van puur toeval dus.
Kortom al met al echt een bijzondere vondst, ook al zie je dit er eigenlijk niet aan af: het lijkt tenslotte op het eerste gezicht een gewone brief net als vele anderen. Hoewel ook belangrijk vanwege de inhoud, ging het dit keer dus echter vooral om de vorm van het document.
Onwetend (archiefopleidingen bieden dit soort praktische kennis niet) had ik daarmee zo ongeveer de Holy Grail van elke archivaris te pakken. Hier telt dan ook vooral de vrucht of wijsheid der jaren. Met speciale dank daarom aan Ton Kappelhof.