Dankzij een oplettende lezer is nu ook de naam van de allereerste recordhouder springen of duiken te Rotterdam bekend. Het is dezelfde man als degene die later van de Willemsbrug afsprong: Aad van Welzenes. Bovendien zijn er nu ook meer details voorhanden over diens tweede sprong op Koninginnedag.
Summary
Aad van Welzenes was a sporting figure of some accomplishment in the city of Rotterdam. In the summer of 1932 he jumped or dived from the main railway bridge crossing the river Meuse, a sensational feat. Later he became a succesfull international match referee.
Aad van Welzenes, sportman
Aad van Welzenes moet een bijzonder sportieve man zijn geweest. Hij begon zijn carrière als voetballer (oud-speler van VOC en rechtsbuiten van Xerxes) en eindigde later als internationale topscheidsrechter. Daarnaast was hij tevens een goed zwemmer.
Alfred Emil van Welzenes werd geboren op 16 januari 1900 als onecht kind van Sietse Tjeerd Hubertus van Welzenes en Maria den Hartog. Hij en zijn één jaar jongere broertje Emil Alfred werden pas in 1903 erkend, toen hij drieëneenhalf jaar oud was en hun ouders in de zomer alsnog in het huwelijk traden. Zijn broer overleed op 14-jarige leeftijd in 1916.
Zijn vader was van Pruissische oorsprong en geboren te Emmerik in 1873. De bruid, Maria den Hartog, was negen jaar jonger. Getuige namens de bruidegom was zijn grootmoeder Margaretha Catharina van Welzenes, die notabene bijna een jaar later op 70-jarige leeftijd in 1904 zelf hertrouwde met de 59-jarige Theodorus Lieskamp. Dit na het eerdere overlijden van haar man Sietse Tjeerd Hubertus de Vries. In 1916 was zij nog immer in leven en ditmaal getuige van het huwelijk van haar zoon Tjeerd Sietse met Alberta Maria Antonetta van der Ven. In 1924, op 90-jarige leeftijd, overleed zij als weduwe binnen een jaar na het overlijden van haar tweede man.
Het jaar daarop, in 1925, trouwde haar kleinzoon met Johanna Beije; de bruid was vier jaar jonger dan de toen 25-jarige Aad.
Aad van Welzenes: 'de sensatieduiker'
Van Welzenes' pardoese sprong van de leuning aan de westzijde van de Willemsbrug vond ergens plaats in de derde week van augustus 1932. Dit was in de eerste plaats een test voor hemzelf. Hij liep namelijk rond met de gedachte om het Nederlandse hoogterecord duiken, dat op 18 meter stond, te verbeteren. Dit record werd gehouden door iemand in Utrecht. Overigens werd hij in eerste instantie vooral beloond met een proces-verbaal namens de politie.
Van Welzenes trainde zichzelf daarnaast onder andere door van de voorplechten van schepen af te springen, waaronder de recent in de vaart genomen Statendam (1924) en het vrachtschip de Drechtdijk (1921), beide schepen van de Holland-Amerika Lijn; op zich al een aardige stunt. Bij de s.s. "Statendam" (het derde schip van die naam, en degene ook die in 1940 uitbrandde) bedroeg de hoogte toch al gauw zo'n 17 meter.
De claim in de Oud-Rotterdammer (2009) dat hij vrijwel onvoorbereid sprong kan dus naar het rijk der fabelen worden verwezen. Later verklaarde hij dat hij 'vaak over de Maasbruggen liep en de verleiding er bij wijze van stunt vanaf te springen moeilijk [kon] weerstaan. Het moest en zou gebeuren.'
De sprong op Koninginnedag: 31 augustus 1932
Zo gezegd, zo gedaan. De boog van de spoorbrug over de Maas had een hoogte van 27 meter bij laag water. Oorspronkelijk stond de sprong voor zondag 28 augustus gepland, maar om diverse redenen zag hij hiervan toch af. Op woensdagmorgen 31 augustus zou het dan toch gaan gebeuren. Hoewel in stilte voorbereid vanwege de autoriteiten, had hij pers en film ingelicht: alleen zijn vrouw wist van niets. Dit laatste verklaarde hij althans pas veel later, want volgens de krant de Vaderlander was zij wel degelijk een van de weinige ingewijden.
Om tien over half negen liep hij haastig de brug op en liep naar het midden van de brug langs de sporen. Het was druk op dat moment op de Willemsbrug maar slechts weinigen besteedden aandacht aan hem. Even verdween hij achter een pijler om een spoortrein te laten passeren. Daarna klauterde hij naar boven, ogenschijnlijk zonder zenuwen of enige moeite, langs de wijde sporten der ijzeren, schuin opstaande schoorbinten. Gekleed in een witte wollen trui en dito broek en schoenen stond hij enige tijd bovenop, op het hoogste punt van de smalle boog.
Het was nu wachten op de boot die hem zou komen oppikken uit het water maar deze kwam maar niet. Vervolgens ging hij zitten met de benen bungelend over de rand en rookte hij een sigaretje. Op de voetbrug was het publiek inmiddels aan het samendrommen en dreigde het verkeer te stagneren, waardoor de politie ruim baan moest maken. Ook het rijwielpad aan de Oostzijde van de Maasbrug raakte verstopt. Ondertussen begon het publiek hem aan te sporen: "Spring nou, als je durft."
Aangezien de verwachte boot wegbleef, wachtte hij op enig moment niet langer. Hij ging staan en zette een zwemkap op (waarschijnlijk was dit een motorkap), die hij onder zijn kin bevestigde. Hij ging staan en spreidde de armen zijwaarts. Juist op dat moment verscheen een motorboot van de Oude Hoofd die groot gevaar opleverde. Door middel van gefluit en gejoel wisten de toeschouwers hem tijdig hierop opmerkzaam te maken.
Enkele minuten later was het dan toch zover. Hij keek nog eens naar beneden en zette af. Voor de sprong speelde maar een gedachte door zijn hoofd, zei hij later: of hij zijn portemonnee wel goed had opgeborgen!
Het was een sierlijke duik. Ongeveer 15 meter zweefde hij met uitgespreide armen. Toen boog hij langzaam het hoofd en daarna het lichaam met de armen naar voren. Met een fraaie plons kwam de sprong ten einde. Slechts korte tijd later kwam hij weer boven water waarna het publiek begon te applaudiseren en hoera te roepen. Met forse slagen zwom hij in de richting van het Prinsenhoofd, maar even voorbij de brug werd hij alsnog opgepikt door een passerende sleepboot.
'De snelste scheidsrechter van Nederland'
Eenmaal aan wal stond hij kalm de pers te woord. De hoogte was hem tegengevallen, dat wel; het leek meer op een afgrond. Daarmee verklaarde hij zijn recordspringerij voor afgesloten. De Sumatra Post alludeerde desondanks reeds op de zoektocht naar een nog hoger punt: inderdaad, de hefbrug over de Koningshaven.
Van Welzenes zou zijn sportieve carrière vervolgen als (internationaal) topscheidsrechter: begonnen in 1929, ging hij door tot na de oorlog in 1947. Sommige van de sportverslagen gingen evenzeer over hem als de wedstrijd. 'De snelste scheidsrechter van Nederland' 'die dartelde voor eigen volk als een lam, dat voor het eerst de wei in mag'.
In het seizoen 1940-1941 speelde hij een opmerkelijke rol in de slotwedstrijd van de eerste westelijke klasse tussen ADO Den Haag en DHC. De Delftse club scoorde in de laatste minuut van de verlenging 2-1, maar Van Welzenes keurde het doelpunt af omdat de speeltijd voorbij was (ook al verzuimde hij hiervoor te fluiten). De replay een week later werd door ADO met 3-1 gewonnen.
Activiteit (snelheid) en sportiviteit waren de sleutelwoorden van zijn optreden in het veld. Over die sportiviteit deden talrijke sterke verhalen de ronde: Van Welzenes was mogelijk ook iets van een fantast. Verhalen over werkzaamheden in de Engelse competitie na de oorlog waren dan ook iets te onwerkelijk.
Ook anderszins hield hij ervan de regie nemen: in 1940 bijvoorbeeld bij een revue van Xerxes. Maar tevens was hij reisbegeleider bij sportreizen namens de Nederlandse Reisvereeniging, onder andere naar het wereldkampioenschap Voetbal in Italië in 1932 of gewone Cup-reizen naar Wembley. Voor, tijdens of na de oorlog was hij mogelijk ook verbonden aan De Spil aan de Dordtsestraatweg als organisator.
Slot: 28 seconden van wereldfaam
Het wachten is nu eigenlijk alleen nog op een gisse actie van het Gemeentearchief te Rotterdam om de beelden bewaard op het Instituut voor Media en Geluid te Hilversum zogezegd 'op te duiken', aan de wereld te tonen en Aad van Welzenes zijn plaats in de (sport)geschiedenis van de Maasstad terug te geven!
Bronnen:
- Het Vaderland 02-09-1932.
- De Sumatra Post 24-09-1932.
- De Oud Rotterdammer 04-08-2009.
- Digitale Stamboom, Gemeentearchief Rotterdam.
Aanbevolen literatuur
Richard van Rooijen, Een eeuw fluiten (Zeist 1992).
Gerelateerde blogs:
Doodssprong 1: 1912
Doodssprong 2: springers of duikers te Rotterdam?
Summary
Aad van Welzenes was a sporting figure of some accomplishment in the city of Rotterdam. In the summer of 1932 he jumped or dived from the main railway bridge crossing the river Meuse, a sensational feat. Later he became a succesfull international match referee.
Aad van Welzenes, sportman
Aad van Welzenes moet een bijzonder sportieve man zijn geweest. Hij begon zijn carrière als voetballer (oud-speler van VOC en rechtsbuiten van Xerxes) en eindigde later als internationale topscheidsrechter. Daarnaast was hij tevens een goed zwemmer.
Alfred Emil van Welzenes werd geboren op 16 januari 1900 als onecht kind van Sietse Tjeerd Hubertus van Welzenes en Maria den Hartog. Hij en zijn één jaar jongere broertje Emil Alfred werden pas in 1903 erkend, toen hij drieëneenhalf jaar oud was en hun ouders in de zomer alsnog in het huwelijk traden. Zijn broer overleed op 14-jarige leeftijd in 1916.
Zijn vader was van Pruissische oorsprong en geboren te Emmerik in 1873. De bruid, Maria den Hartog, was negen jaar jonger. Getuige namens de bruidegom was zijn grootmoeder Margaretha Catharina van Welzenes, die notabene bijna een jaar later op 70-jarige leeftijd in 1904 zelf hertrouwde met de 59-jarige Theodorus Lieskamp. Dit na het eerdere overlijden van haar man Sietse Tjeerd Hubertus de Vries. In 1916 was zij nog immer in leven en ditmaal getuige van het huwelijk van haar zoon Tjeerd Sietse met Alberta Maria Antonetta van der Ven. In 1924, op 90-jarige leeftijd, overleed zij als weduwe binnen een jaar na het overlijden van haar tweede man.
Het jaar daarop, in 1925, trouwde haar kleinzoon met Johanna Beije; de bruid was vier jaar jonger dan de toen 25-jarige Aad.
Aad van Welzenes: 'de sensatieduiker'
Van Welzenes' pardoese sprong van de leuning aan de westzijde van de Willemsbrug vond ergens plaats in de derde week van augustus 1932. Dit was in de eerste plaats een test voor hemzelf. Hij liep namelijk rond met de gedachte om het Nederlandse hoogterecord duiken, dat op 18 meter stond, te verbeteren. Dit record werd gehouden door iemand in Utrecht. Overigens werd hij in eerste instantie vooral beloond met een proces-verbaal namens de politie.
Van Welzenes trainde zichzelf daarnaast onder andere door van de voorplechten van schepen af te springen, waaronder de recent in de vaart genomen Statendam (1924) en het vrachtschip de Drechtdijk (1921), beide schepen van de Holland-Amerika Lijn; op zich al een aardige stunt. Bij de s.s. "Statendam" (het derde schip van die naam, en degene ook die in 1940 uitbrandde) bedroeg de hoogte toch al gauw zo'n 17 meter.
[De Statendam aan de Wilhelminakade voor het hoofdgebouw van de Holland Amerika Lijn]
De claim in de Oud-Rotterdammer (2009) dat hij vrijwel onvoorbereid sprong kan dus naar het rijk der fabelen worden verwezen. Later verklaarde hij dat hij 'vaak over de Maasbruggen liep en de verleiding er bij wijze van stunt vanaf te springen moeilijk [kon] weerstaan. Het moest en zou gebeuren.'
De sprong op Koninginnedag: 31 augustus 1932
Zo gezegd, zo gedaan. De boog van de spoorbrug over de Maas had een hoogte van 27 meter bij laag water. Oorspronkelijk stond de sprong voor zondag 28 augustus gepland, maar om diverse redenen zag hij hiervan toch af. Op woensdagmorgen 31 augustus zou het dan toch gaan gebeuren. Hoewel in stilte voorbereid vanwege de autoriteiten, had hij pers en film ingelicht: alleen zijn vrouw wist van niets. Dit laatste verklaarde hij althans pas veel later, want volgens de krant de Vaderlander was zij wel degelijk een van de weinige ingewijden.
[De Maasbruggen in Rotterdam; rechts de Willemsbrug en links de spoorbrug: mei 1929. Fotocollectie Elsevier, Nationaal Archief]
Om tien over half negen liep hij haastig de brug op en liep naar het midden van de brug langs de sporen. Het was druk op dat moment op de Willemsbrug maar slechts weinigen besteedden aandacht aan hem. Even verdween hij achter een pijler om een spoortrein te laten passeren. Daarna klauterde hij naar boven, ogenschijnlijk zonder zenuwen of enige moeite, langs de wijde sporten der ijzeren, schuin opstaande schoorbinten. Gekleed in een witte wollen trui en dito broek en schoenen stond hij enige tijd bovenop, op het hoogste punt van de smalle boog.
Het was nu wachten op de boot die hem zou komen oppikken uit het water maar deze kwam maar niet. Vervolgens ging hij zitten met de benen bungelend over de rand en rookte hij een sigaretje. Op de voetbrug was het publiek inmiddels aan het samendrommen en dreigde het verkeer te stagneren, waardoor de politie ruim baan moest maken. Ook het rijwielpad aan de Oostzijde van de Maasbrug raakte verstopt. Ondertussen begon het publiek hem aan te sporen: "Spring nou, als je durft."
Aangezien de verwachte boot wegbleef, wachtte hij op enig moment niet langer. Hij ging staan en zette een zwemkap op (waarschijnlijk was dit een motorkap), die hij onder zijn kin bevestigde. Hij ging staan en spreidde de armen zijwaarts. Juist op dat moment verscheen een motorboot van de Oude Hoofd die groot gevaar opleverde. Door middel van gefluit en gejoel wisten de toeschouwers hem tijdig hierop opmerkzaam te maken.
Enkele minuten later was het dan toch zover. Hij keek nog eens naar beneden en zette af. Voor de sprong speelde maar een gedachte door zijn hoofd, zei hij later: of hij zijn portemonnee wel goed had opgeborgen!
Het was een sierlijke duik. Ongeveer 15 meter zweefde hij met uitgespreide armen. Toen boog hij langzaam het hoofd en daarna het lichaam met de armen naar voren. Met een fraaie plons kwam de sprong ten einde. Slechts korte tijd later kwam hij weer boven water waarna het publiek begon te applaudiseren en hoera te roepen. Met forse slagen zwom hij in de richting van het Prinsenhoofd, maar even voorbij de brug werd hij alsnog opgepikt door een passerende sleepboot.
'De snelste scheidsrechter van Nederland'
Eenmaal aan wal stond hij kalm de pers te woord. De hoogte was hem tegengevallen, dat wel; het leek meer op een afgrond. Daarmee verklaarde hij zijn recordspringerij voor afgesloten. De Sumatra Post alludeerde desondanks reeds op de zoektocht naar een nog hoger punt: inderdaad, de hefbrug over de Koningshaven.
Van Welzenes zou zijn sportieve carrière vervolgen als (internationaal) topscheidsrechter: begonnen in 1929, ging hij door tot na de oorlog in 1947. Sommige van de sportverslagen gingen evenzeer over hem als de wedstrijd. 'De snelste scheidsrechter van Nederland' 'die dartelde voor eigen volk als een lam, dat voor het eerst de wei in mag'.
In het seizoen 1940-1941 speelde hij een opmerkelijke rol in de slotwedstrijd van de eerste westelijke klasse tussen ADO Den Haag en DHC. De Delftse club scoorde in de laatste minuut van de verlenging 2-1, maar Van Welzenes keurde het doelpunt af omdat de speeltijd voorbij was (ook al verzuimde hij hiervoor te fluiten). De replay een week later werd door ADO met 3-1 gewonnen.
Activiteit (snelheid) en sportiviteit waren de sleutelwoorden van zijn optreden in het veld. Over die sportiviteit deden talrijke sterke verhalen de ronde: Van Welzenes was mogelijk ook iets van een fantast. Verhalen over werkzaamheden in de Engelse competitie na de oorlog waren dan ook iets te onwerkelijk.
Ook anderszins hield hij ervan de regie nemen: in 1940 bijvoorbeeld bij een revue van Xerxes. Maar tevens was hij reisbegeleider bij sportreizen namens de Nederlandse Reisvereeniging, onder andere naar het wereldkampioenschap Voetbal in Italië in 1932 of gewone Cup-reizen naar Wembley. Voor, tijdens of na de oorlog was hij mogelijk ook verbonden aan De Spil aan de Dordtsestraatweg als organisator.
Slot: 28 seconden van wereldfaam
Het wachten is nu eigenlijk alleen nog op een gisse actie van het Gemeentearchief te Rotterdam om de beelden bewaard op het Instituut voor Media en Geluid te Hilversum zogezegd 'op te duiken', aan de wereld te tonen en Aad van Welzenes zijn plaats in de (sport)geschiedenis van de Maasstad terug te geven!
Bronnen:
- Het Vaderland 02-09-1932.
- De Sumatra Post 24-09-1932.
- De Oud Rotterdammer 04-08-2009.
- Digitale Stamboom, Gemeentearchief Rotterdam.
Aanbevolen literatuur
Richard van Rooijen, Een eeuw fluiten (Zeist 1992).
Gerelateerde blogs:
Doodssprong 1: 1912
Doodssprong 2: springers of duikers te Rotterdam?
3 opmerkingen:
Weet je ook of die beelden bewaard zijn, of hoop je dat alleen maar?
Nee: beelden zijn bewaard bij het Instituut voor Media en Geluid en maken onderdeel uit van een veel groter interview met Van Welzenes, blijkens de online inventaris. Dit zijn ongetwijfeld de originele beelden uit het Polygoon Journaal, welke collectie ook bij het IMG zit. Daarom ook mijn oproep (en lichte verbazing) richting het GAR.
Goedendag,
Met veel interesse heb ik uw artikel gelezen. Dit aangezien ik een verre afstammeling ben van de hoofdpersoon en zijn grootouders.
helaas vrees dat ik een genealogische fout in uw artikel heb ontdekt.
Margaretha van Welzenes was niet getrouwd met Sietse Tjeerd Hubertus de Vries. Dit was namelijk haar kleinzoon! Zij was getrouwd met Sijtse Tjeerds de Vries, geboren te Groningen. Ik meen mij te herinneren dat dit eerst ook in het artikel stond maar dat dit later veranderd is naar Sietse Tjeerd Hubertus? Dit is te vinden inde archieven van de gemeente Rotterdam.
Graag verneem ik hoe u aan de informatie komt om deze informatie te veranderen.
Met vriendelijke groet en alle respect...
T.A. de Vries
Een reactie posten