Na de eerste hausse van met name Franse wereldwandelaars (zie vorige blog), raakte ook Nederland in het eerste decennium van de 20e eeuw steeds meer in de ban van dit nieuwe fenomeen.
A. Saeys: 'een Haerlemsch wereldwandelaar'
In de New York Herald verscheen halverwege juni 1909 een bericht over een Nederlandse wereldwandelaar genaamd Saeys, die was geïnterviewd in Aden, dat vervolgens werd overgenomen in de Nederlandse pers. Het bleek bij nader inzien te gaan om de uit Haarlem afkomstige zoon van J.B.A. Saeys, het hoofd van een plaatselijke school.
De jonge Saeys - hij was 26 in 1910 - was niet om een weddenschap aan zijn grote voetreis begonnen 'maar uit lust om de wereld te zien'. In november 1906 was hij uit Amsterdam vertrokken samen met dr. Belink, op wiens voorstel de reis was aangevangen. Te Parijs aangekomen, werd deze zo ernstig ziek dat hij terug moest keren naar Amsterdam. Er werd een contract afgesloten voor 50.000 gulden om de reis te voltooien binnen 6 jaar en volgens een vastgestelde route (dit klinkt overigens verdacht veel als een weddenschap).
Een tijdlang had hij de tocht samen met een broer en nog iemand anders gedaan; het gezelschap was in Syrië of Egypte echter weer van elkaar gescheiden. 'De Haarlemsche wereldwandelaar' arriveerde medio november 1909 in Penang na een gedeelte van Europa, Amerika en Afrika te hebben 'afgewerkt'. 'Engels-Indië' was ook al achter de rug, en nu was Java aan de beurt.
In maart 1910 stond aangekondigd dat hij in de Bierhal te Soerabaja een lezing zou geven over zijn lotgevallen. Saeys werd ruim twee jaar later in april 1912 als behoeftige vanuit Nederlands-Indië naar Nederland teruggestuurd. Dit was extra vermeldenswaardig omdat de categorie behoeftigen - 'zij die op kosten van den lande geëxpedieerd worden' - almaar aan het toenemen was. Was zijn reis (en daarmee de kans op de hoofdprijs) wellicht definitief ten einde gekomen?
Joh. Duynstee: 'de Rotterdamsche globetrotter'
Joh. Duynstee was verslaggever van het weekblad De Sport en Rotterdammer. In 1907 wilde hij in vier jaar een voetreis door Europa afleggen. Zijn plan was om eerst in Nederland in 50 dagen 1.500 km af te leggen bij wijze van oefening. Naast alle provinciale hoofdsteden, wilde hij tevens 250 gemeenten bezoeken. Indien hij in deze opzet slaagde, was hij van plan een voetreis door Europa te ondernemen van 30.000 km 'ten einde alle landen van Europa te bezoeken'.
Hij vertrok op 8 augustus uit Rotterdam. Onderweg werd van elke doortocht aantekening gemaakt 'in een daarvoor bij hem bevindend boekje, bevattende de namen der plaatsen, de afdrukken der stempels en onderteekening van den burgemeester of diens plaatsvervanger.'
Volgens de Vlissingse Courant vertrokken op 24 augustus 1907 twee ongenoemde personen uit Den Haag 'die zich voorstellen een voetreis rond de wereld te maken.' De week daarvoor was volgens de krant te Leeuwarden ook al een wereldwandelaar gearriveerd. 'Deze loopt 30 K.M. daags en denkt in vier jaar zijn reis te kunnen volbrengen.' Dit betrof ongetwijfeld Joh. Duynstee.
J. Blitz e.a.
Op 4 oktober 1907 vertrok dhr. J. Blitz uit Amsterdam samen met Fred. Gedeking, J. v.d. Abeele en A. van Oostrum voor een voetreis van acht jaar. De reisgenoten hadden geen geld bij zich: met de verkoop van prentbriefkaarten moesten ze in hun onderhoud voorzien.
Blitz arriveerde op 25 april 1908 te Vlissingen nadat hij reeds Duitsland en Rusland had bezocht; te Warschau was hij echter ziek geworden en moest hij terug naar Amsterdam. De andere drie vervolgden hun reis door Oostenrijk en Zwitserland en waren tegelijkertijd te Brugge, waar het gezelschap weer herenigd zou gaan worden.
Kledingmagazijn Bervoets
In 1908 vertrokken er drie wereldwandelaars vanuit Rotterdam. Bij wijze van reclamestunt werden zij gesponsord door 'Kleedermagazijn Gebrs. Bervoets'. Deze firma had reeds winkels in Zwolle, Sneek, Apeldoorn en Kampen toen in 1906 het vijfde filiaal in Rotterdam werd geopend.
De drie mannen waren R. Bergman, Leo Riedje en Jan Nieuwkoop en één van hen had een houten been. 'Zij dragen een blauwen bandelier met op de borst in witte letters bij no. 1 Wereldreis, no.2 met, en no.3 Bervoets-kleederen. Als nationaal herkenningsteken droegen zij nog een rood, wit en blauw lint om de arm en om de pet.'
De beoogde route was: Kleef, Mainz, München, Wenen, Boedapest, Boekarest, Yokohama en San Francisco. Door een sportliefhebber was een premie van 6.000 gulden uitgeloofd bij volbrenging van de tocht.
Op maandag 1 juni 1908 's ochtends om 10 uur vertrokken zij bij het magazijn. 'Bij hun vertrek hedenmorgen uit Rotterdam was zoo'n groote menigte tegenwoordig, dat de politie het terrein moest afzetten.' De volgende ochtend rond 12 uur arriveerden zij in de gemeente Alphen, alwaar zij hun pas door de burgemeester lieten tekenen. Vervolgens trokken zij weer verder in de richting van Bodegraven.
'Zij zijn zonder geld vertrokken, en zullen trachten den kost te verdienen met den verkoop van prentbriefkaarten, 't maken van muziek, kunsten, enz. De reis zal, naar men schat, 4 à 5 jaar duren.' Evenals met zovele wereldwandelaars, verdwijnen zij daarna in het niet.
Stunt of weddenschap?
Dit idee van een reclamestunt was mogelijk ontleend aan het volgende vreemde voorval. Op Nieuwjaarsdag 1908 begon in Londen ook iemand aan een wereldreis. Zijn naam was geheim, maar met een Amerikaanse miljonair had hij afgesproken om met een ijzeren helm op en een kinderwagen voortduwend de wereld om te wandelen. Onderweg zou hij zijn geld moeten verdienen met de verkoop van prenten en geschriften. Te Londen wekte de vreemde verschijning in ieder geval veel bekijks, maar vermoedelijk ging het om een bijzondere weddenschap of stunt.
"Roode Karel"
Op 16 februari 1910 heeft het Leidsch Dagblad het volgende item over de wereldwandelaar "Roode Karel" die met een blok aan zijn been van 25 pond bij wijze van een weddenschap van Amsterdam naar Parijs en vice versa loopt:
Berichten als zou hij te Dordrecht reeds zijn blijven steken, bleken bij nader inzien onjuist. Op 21 april 1910 kwam het bericht dat hij 'in goeden welstand' Brussel had bereikt en van plan was door te gaan naar Parijs.
C.K. Aben en J. Holstein: 'Twee Hollandsche globetrotters'
De Vlissingse Courant ontving eind januari 1910 een prentbriefkaart uit Hansweert met daarop het portret van twee wereldwandelaars: de Nederlanders C.K. Aben en J. Holstein 'die een voetreis om de wereld gaan maken, alleen levende van den verkoop van prentbriefkaarten.' Dit was de klassieke methode, weten we inmiddels.
Aben en Holstein waren op maandag 24 januari uit Breda vertrokken, vermoedelijk hun woonplaats. Zij waren herkenbaar aan een band rond hun arm met de kleuren rood, wit en blauw. Vanuit Vlissingen zouden zij naar Engeland oversteken.
Holzapfel
Op 21 april 1910 arriveerde in Amsterdam ene Holzapfel die een half jaar eerder op 19 oktober uit Frankfort a/Main was vertrokken. In drie jaar tijd wilde hij een voetreis maken, waarvoor hij 60.000 mark zou ontvangen door verschillende Duitse clubs bijeengebracht. Hij voorzag in zijn levensonderhoud door de verkoop van prentbriefkaarten.
Holzapfel was van beroep kelner en had twee jaar bij de Duitse infanterie gediend. Hij had een marsboek bij zich dat in Nederland door verscheidene politiebureau's was gestempeld. Tevens had hij 62 pond bagage mee. De gehele route bedroeg 42.000 km; daarvan had hij er in 172 dagen inmiddels 7.300 verslonden.
Bronnen
Regionaal Archief Leiden, Krantenbank
Krantenbank Zeeland
Groene Hart Archieven, Krantenbank
Koninklijke Bibliotheek, Historische Kranten
Nawoord
Dit blog is met Pasen 2011 (en op 27 april) aanzienlijk herzien op de onderdelen A. Saeys, Joh. Duynstee, Aben en Holstein en Kledingmagazijn Bervoets.
A. Saeys: 'een Haerlemsch wereldwandelaar'
In de New York Herald verscheen halverwege juni 1909 een bericht over een Nederlandse wereldwandelaar genaamd Saeys, die was geïnterviewd in Aden, dat vervolgens werd overgenomen in de Nederlandse pers. Het bleek bij nader inzien te gaan om de uit Haarlem afkomstige zoon van J.B.A. Saeys, het hoofd van een plaatselijke school.
De jonge Saeys - hij was 26 in 1910 - was niet om een weddenschap aan zijn grote voetreis begonnen 'maar uit lust om de wereld te zien'. In november 1906 was hij uit Amsterdam vertrokken samen met dr. Belink, op wiens voorstel de reis was aangevangen. Te Parijs aangekomen, werd deze zo ernstig ziek dat hij terug moest keren naar Amsterdam. Er werd een contract afgesloten voor 50.000 gulden om de reis te voltooien binnen 6 jaar en volgens een vastgestelde route (dit klinkt overigens verdacht veel als een weddenschap).
Een tijdlang had hij de tocht samen met een broer en nog iemand anders gedaan; het gezelschap was in Syrië of Egypte echter weer van elkaar gescheiden. 'De Haarlemsche wereldwandelaar' arriveerde medio november 1909 in Penang na een gedeelte van Europa, Amerika en Afrika te hebben 'afgewerkt'. 'Engels-Indië' was ook al achter de rug, en nu was Java aan de beurt.
'Hij neemt nergens een gids mee, met kaarten en kompas vindt hij zijn weg. Hij legt gemiddeld 40 a 60 K.M. per dag af. Hij is zonder een cent op zak vertrokken uit Nederland en moet de kost vinden door het houden van lezingen en den verkoop van photographieën, waarop hij zelf is afgebeeld. Hij laat zijn passage door plaatsen, waar een of ander officieel persoon te vinden is, door dezen in zijn reisboek door een bewijs afteekenen met de verklaring, dat hij werkelijk te voet gepasseerd is.'
In maart 1910 stond aangekondigd dat hij in de Bierhal te Soerabaja een lezing zou geven over zijn lotgevallen. Saeys werd ruim twee jaar later in april 1912 als behoeftige vanuit Nederlands-Indië naar Nederland teruggestuurd. Dit was extra vermeldenswaardig omdat de categorie behoeftigen - 'zij die op kosten van den lande geëxpedieerd worden' - almaar aan het toenemen was. Was zijn reis (en daarmee de kans op de hoofdprijs) wellicht definitief ten einde gekomen?
Joh. Duynstee: 'de Rotterdamsche globetrotter'
Joh. Duynstee was verslaggever van het weekblad De Sport en Rotterdammer. In 1907 wilde hij in vier jaar een voetreis door Europa afleggen. Zijn plan was om eerst in Nederland in 50 dagen 1.500 km af te leggen bij wijze van oefening. Naast alle provinciale hoofdsteden, wilde hij tevens 250 gemeenten bezoeken. Indien hij in deze opzet slaagde, was hij van plan een voetreis door Europa te ondernemen van 30.000 km 'ten einde alle landen van Europa te bezoeken'.
Hij vertrok op 8 augustus uit Rotterdam. Onderweg werd van elke doortocht aantekening gemaakt 'in een daarvoor bij hem bevindend boekje, bevattende de namen der plaatsen, de afdrukken der stempels en onderteekening van den burgemeester of diens plaatsvervanger.'
'Zijn doel met deze reis is om zonder eenig geld en uitsluitend levende van den verkoop van ansichtkaarten gegevens te verzamelen om deze in een boek samen te vatten voor eenige sportbladen in Nederland.'
Volgens de Vlissingse Courant vertrokken op 24 augustus 1907 twee ongenoemde personen uit Den Haag 'die zich voorstellen een voetreis rond de wereld te maken.' De week daarvoor was volgens de krant te Leeuwarden ook al een wereldwandelaar gearriveerd. 'Deze loopt 30 K.M. daags en denkt in vier jaar zijn reis te kunnen volbrengen.' Dit betrof ongetwijfeld Joh. Duynstee.
J. Blitz e.a.
Op 4 oktober 1907 vertrok dhr. J. Blitz uit Amsterdam samen met Fred. Gedeking, J. v.d. Abeele en A. van Oostrum voor een voetreis van acht jaar. De reisgenoten hadden geen geld bij zich: met de verkoop van prentbriefkaarten moesten ze in hun onderhoud voorzien.
Blitz arriveerde op 25 april 1908 te Vlissingen nadat hij reeds Duitsland en Rusland had bezocht; te Warschau was hij echter ziek geworden en moest hij terug naar Amsterdam. De andere drie vervolgden hun reis door Oostenrijk en Zwitserland en waren tegelijkertijd te Brugge, waar het gezelschap weer herenigd zou gaan worden.
Kledingmagazijn Bervoets
In 1908 vertrokken er drie wereldwandelaars vanuit Rotterdam. Bij wijze van reclamestunt werden zij gesponsord door 'Kleedermagazijn Gebrs. Bervoets'. Deze firma had reeds winkels in Zwolle, Sneek, Apeldoorn en Kampen toen in 1906 het vijfde filiaal in Rotterdam werd geopend.
'In de Heerenstraat tegenover de Jonker Fransstraat hebben zij voor hunne inrichtingen voor Heeren- en Jongeheerenkleeding en Mode-Artikelen naar Amerikaanschen grondslag een gebouw opgetrokken, een waar paleis, hetwelk een sieraad voor dit stadsgedeelte mag genoemd worden.'
De drie mannen waren R. Bergman, Leo Riedje en Jan Nieuwkoop en één van hen had een houten been. 'Zij dragen een blauwen bandelier met op de borst in witte letters bij no. 1 Wereldreis, no.2 met, en no.3 Bervoets-kleederen. Als nationaal herkenningsteken droegen zij nog een rood, wit en blauw lint om de arm en om de pet.'
De beoogde route was: Kleef, Mainz, München, Wenen, Boedapest, Boekarest, Yokohama en San Francisco. Door een sportliefhebber was een premie van 6.000 gulden uitgeloofd bij volbrenging van de tocht.
Op maandag 1 juni 1908 's ochtends om 10 uur vertrokken zij bij het magazijn. 'Bij hun vertrek hedenmorgen uit Rotterdam was zoo'n groote menigte tegenwoordig, dat de politie het terrein moest afzetten.' De volgende ochtend rond 12 uur arriveerden zij in de gemeente Alphen, alwaar zij hun pas door de burgemeester lieten tekenen. Vervolgens trokken zij weer verder in de richting van Bodegraven.
'Zij zijn zonder geld vertrokken, en zullen trachten den kost te verdienen met den verkoop van prentbriefkaarten, 't maken van muziek, kunsten, enz. De reis zal, naar men schat, 4 à 5 jaar duren.' Evenals met zovele wereldwandelaars, verdwijnen zij daarna in het niet.
Stunt of weddenschap?
Dit idee van een reclamestunt was mogelijk ontleend aan het volgende vreemde voorval. Op Nieuwjaarsdag 1908 begon in Londen ook iemand aan een wereldreis. Zijn naam was geheim, maar met een Amerikaanse miljonair had hij afgesproken om met een ijzeren helm op en een kinderwagen voortduwend de wereld om te wandelen. Onderweg zou hij zijn geld moeten verdienen met de verkoop van prenten en geschriften. Te Londen wekte de vreemde verschijning in ieder geval veel bekijks, maar vermoedelijk ging het om een bijzondere weddenschap of stunt.
"Roode Karel"
Op 16 februari 1910 heeft het Leidsch Dagblad het volgende item over de wereldwandelaar "Roode Karel" die met een blok aan zijn been van 25 pond bij wijze van een weddenschap van Amsterdam naar Parijs en vice versa loopt:
Berichten als zou hij te Dordrecht reeds zijn blijven steken, bleken bij nader inzien onjuist. Op 21 april 1910 kwam het bericht dat hij 'in goeden welstand' Brussel had bereikt en van plan was door te gaan naar Parijs.
C.K. Aben en J. Holstein: 'Twee Hollandsche globetrotters'
De Vlissingse Courant ontving eind januari 1910 een prentbriefkaart uit Hansweert met daarop het portret van twee wereldwandelaars: de Nederlanders C.K. Aben en J. Holstein 'die een voetreis om de wereld gaan maken, alleen levende van den verkoop van prentbriefkaarten.' Dit was de klassieke methode, weten we inmiddels.
Aben en Holstein waren op maandag 24 januari uit Breda vertrokken, vermoedelijk hun woonplaats. Zij waren herkenbaar aan een band rond hun arm met de kleuren rood, wit en blauw. Vanuit Vlissingen zouden zij naar Engeland oversteken.
Holzapfel
Op 21 april 1910 arriveerde in Amsterdam ene Holzapfel die een half jaar eerder op 19 oktober uit Frankfort a/Main was vertrokken. In drie jaar tijd wilde hij een voetreis maken, waarvoor hij 60.000 mark zou ontvangen door verschillende Duitse clubs bijeengebracht. Hij voorzag in zijn levensonderhoud door de verkoop van prentbriefkaarten.
Holzapfel was van beroep kelner en had twee jaar bij de Duitse infanterie gediend. Hij had een marsboek bij zich dat in Nederland door verscheidene politiebureau's was gestempeld. Tevens had hij 62 pond bagage mee. De gehele route bedroeg 42.000 km; daarvan had hij er in 172 dagen inmiddels 7.300 verslonden.
Bronnen
Regionaal Archief Leiden, Krantenbank
Krantenbank Zeeland
Groene Hart Archieven, Krantenbank
Koninklijke Bibliotheek, Historische Kranten
Nawoord
Dit blog is met Pasen 2011 (en op 27 april) aanzienlijk herzien op de onderdelen A. Saeys, Joh. Duynstee, Aben en Holstein en Kledingmagazijn Bervoets.